Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Ajacied Devyne Rensch: ‘Ik hou mij totaal niet bezig met de bestuurlijke toestand bij de club’

Devyne Rensch viert de 1-0 tijdens de wedstrijd tegen Excelsior, op 24 april. De einduitslag was 2-2.Beeld ANP

Zondag speelt Devyne Rensch met Ajax tegen Volendam. Hoewel hij pas 21 jaar is, heeft Rensch een schat aan ervaring. Rensch reageert op acht stellingen. ‘Het team is sterker geworden door dit seizoen. Tegenslagen maken je weerbaarder, en daar hebben we er veel van gehad.’

Ik ben een Nederlandse speler met een Engelse voornaam en een Duitse achternaam.

“Devyne is Engels, ja. Goddelijk, betekent het. Maar of Rensch een Duitse achternaam is, weet ik niet. Het kan ook Nederlands zijn. De naam is afkomstig uit Suriname, van mijn moeders kant. Ik heb de herkomst nooit uitgezocht.”

“Ik heb de achternaam van mijn moeder overgenomen, niet die van mijn vader. Mijn eigen zoontje Amedee van zeven maanden heet ook Rensch. Ik heb in mijn jeugd altijd bij mijn moeder gewoond. Mijn vader is oud-profvoetballer Achmed Kandhai. Hij heeft net als mijn moeder een Surinaamse achtergrond.”

“Mijn vader heeft bij Twente nog samengespeeld met Erik ten Hag, maar hij is er nooit doorgebroken. Hoewel ik Surinaamse ouders heb, ben ik nooit in Suriname geweest. Ik spreek ook geen Surinaams. Wel ben ik opgevoed met de Surinaamse keuken.”

Dit was het gekste seizoen uit mijn hele loopbaan.

“Ja. Wat ik dit seizoen heb beleefd, was ongelofelijk. We stonden laatste, we verloren met 6-0 van Feyenoord. De bekernederlaag tegen de amateurs van Hercules maakte ik niet als speler mee, maar dat was ook een dieptepunt. Wat ik aan mezelf en m’n teamgenoten merk, is dat we sterker zijn geworden door dit seizoen. Tegenslagen maken je weerbaarder, en daar hebben we er veel van gehad. Komende jaren moeten we daar allemaal van profiteren.”

“Ik hou me totaal niet bezig met de bestuurlijke toestand bij Ajax. Hoe het zit met de raad van commissarissen, de directie en de bestuursraad, daar verdiep ik me niet in. Dat geldt voor de meeste spelers. We zijn bezig met trainen en wedstrijden spelen. De mensen waar we als spelersgroep dagelijks mee te maken hebben, die zijn voor ons belangrijk. De technische staf hoort daarbij, maar ook de technisch directeur Alex Kroes. Die zien we ook bij de club.”

Erik ten Hag was mijn beste trainer tot dusver bij Ajax.

“Ik debuteerde in november 2020 onder Ten Hag, daarna kwamen Alfred Schreuder, John Heitinga, Maurice Steijn en John van ’t Schip. Ik heb heel veel goede trainers gehad, ook in de jeugd. De ene trainer was er langer dan de andere, maar ik wil me niet uitspreken over wie de beste was.”

“Ten Hag is voor mij wel speciaal, omdat hij me liet debuteren en we onder hem de landstitel en de beker wonnen. Verder is het leuk dat hij met mijn vader heeft samengespeeld. Ze kwamen elkaar een keer tegen bij Ajax. Ten Hag wist niet dat Achmed Kandhai mijn vader was. Ten Hag was een heel slimme voetballer, hoorde ik van mijn vader.”

“Ik lees natuurlijk dat Ten Hag, Graham Potter en Francesco Farioli als trainers worden genoemd voor volgend seizoen. Ik houd me er niet mee bezig. We hebben nog drie wedstrijden te spelen en we willen vijfde worden om mee te kunnen doen in de Europa League. Komende zomer dan zie ik wel wat er gaat gebeuren.”

Ik speel volgend seizoen zeker nog bij Ajax.

“Mijn hart ligt bij Ajax. Dit is mijn club, mijn thuis. Ik focus me nu op de laatste drie wedstrijden. Die moeten we winnen. Dat is het enige waar ik aan denk op dit moment.”

“Mijn contract loopt medio 2025 af. Ik weet dat de voetbalwereld dynamisch is en dat veranderingen kunnen plaatsvinden. Voor mij is het nu vooral van belang om met Ajax Europees voetbal veilig te stellen en het liefst natuurlijk zonder play-offs te spelen. Daarna zien we verder.”

Ik doe in mijn warming-up nog steeds alles met links.

“Nee, maar dat heb ik in de jeugd vaak gedaan. Dat deed ik omdat ik lang als linker centrale verdediger heb gespeeld. Op die manier bereidde ik me voor op de wedstrijd, waarin ik veel met links moest doen. Het gaf me extra vertrouwen.”

“Ik doe nu andere dingen om een zo goed mogelijke voetballer te zijn. Ik heb bijvoorbeeld een eigen kok, die bereidt maaltijden die ik op de club en thuis eet. Ik ga vaak naar de fysio om me los te laten masseren en heb thuis apparatuur om bijvoorbeeld te kunnen koelen – en ook een soort gym. Daar deed ik een tijdje geleden vaak yoga met een yogalerares, maar daar ben ik nu even mee gestopt. Als je jezelf wilt verbeteren, moet je zoveel mogelijk aangrijpen.”

Het is nuttig om in de spelersraad van Ajax te zitten.

“Met Jordan Henderson, Steven Berghuis, Steven Bergwijn en Gerónimo Rulli vorm ik de spelersraad – ik zit er sinds dit seizoen bij. Er zaten eerst oudere spelers in, maar voor mijn ontwikkeling is het goed om er kennis mee te maken. Het is interessant en ik kan het er makkelijk naast doen, want we hebben er niet veel werk aan.”

“Ik wil niet in detail zeggen waar we het over hebben, maar in het algemeen geldt dat we zaken bespreken die voor de spelers van belang zijn. Een van de onderwerpen die dit jaar aan de orde zijn gekomen, is het uitfluiten van eigen spelers door de fans. Dat zag je bij Kenneth Taylor. Toen zijn we met een delegatie van de supporters om tafel gegaan.”

Mijn focus moet beter, zoals John van ’t Schip zei in Ajax Life.

“Ja, daar kan ik stappen in maken, zodat aanvallers geen schiet- of kopkans meer krijgen. Ik kan met gif voetballen, maar als je mij als Nederlander vergelijkt met de Zuid-Amerikaanse spelers die we bij Ajax hebben gehad, is er wel een verschil. Edson Álvarez, Nico Tagliafico en Lisandro Martínez hadden dat gif altijd, ook op de training. Dat zit in die spelers. Ik heb dat van nature minder dan zij, maar het wordt bij mij wel opgeroepen door bijvoorbeeld vervelende tegenstanders. Als ik in mijn eigen team omgeven ben door agressieve spelers, ga ik zelf ook agressiever spelen. Dit seizoen hadden we minder van die types in de selectie dan in de seizoenen daarvoor.”

Ik ben het beste als centrale verdediger.

“Nee, ik denk dat ik het beste ben als rechtsback die inschuift in het middenveld. Dat neemt niet weg dat ik ook als centrale verdediger, middenvelder of linksback uit de voeten kan. Ik ben multifunctioneel. Ik zie dat als voordeel, al is het wel eens onhandig als je na een serie wedstrijden op de ene positie naar een andere verhuist.”

“Als rechtsback heb ik ook het Nederlands elftal gehaald. Ik was toen 18 jaar, het is drie jaar geleden. Ik ben ervan overtuigd dat ik nog meer interlands ga spelen, maar mensen vergeten vaak hoe jong ik ben. Hoewel ik al zo’n 130 wedstrijden voor Ajax heb gespeeld, ben ik in januari pas 21 jaar geworden.”

“Het is mijn doel om mijzelf in de komende tien tot vijftien jaar op alle vlakken nog verder te ontwikkelen. Ajax heeft veel goede backs opgeleid: Gregory van der Wiel, Ricardo van Rhijn, Kenny Tete, Sergiño Dest en natuurlijk Noussair Mazraoui. Welke spelers ik goed vind? Dat zijn Kyle Walker (Manchester City) en Trent Alexander-Arnold (Liverpool). Ik kijk graag naar ze.”

Over de auteur: Jop van Kempen werkt meer dan 15 jaar voor Het Parool, onder meer als Ajaxverslaggever. Sinds 2015 richt hij zich op zorggerelateerde onderwerpen, momenteel volgt hij weer tijdelijk Ajax.

Luister ook naar onze Ajaxpodcast Branie:

Video wordt geladen...