Bart Nijman

Bart Nijman: 'Ik weet heus wel dat ik door twee keer naar concerten van Oasis te gaan, vooral een herinnering achterna reis'

'De boze geesten van de 21ste eeuw kun je niet terug in de fles stoppen, maar wat kijk ik er naar uit om terug in de tijd te stappen'

*Op de foto: Liam (l) en Noel Gallagher in Manchester.

Deze zomer reis ik mijn eigen nostalgie achterna. Twee keer mag ik Oasis zien, in hun eigen Manchester en een week later nogmaals op Wembley. Terwijl ik dit schrijf, wacht ik op mijn Jet2 naar Engeland. Als u dit leest, zit het eerste concert er alweer op.

Met een voorzichtig half dichtgeknepen oog keek ik naar de eerste beelden uit Wales, waar Noel en Liam Gallagher in een stijf uitverkocht stadion in Cardiff de Live ’25 reünie-tour van Oasis begin juli aftrapten. De vijftigers klonken springlevend, alsof ze nooit zijn weggeweest. Het publiek was extatisch. De vele vijfsterren-recensies deden mijn anticipatie quadrofonisch kwadratisch toenemen. Zin om terug in de tijd te gaan.

Daarvoor vlieg ik naar een land waar de new car smell al een tijdje van af is. Stedelijk Engeland is grauw, politiek gepolariseerd en sociaal gespannen. Reeds een kwart van alle Mancunians is moslim, een lot dat veel in armoedigheid vervallen gebieden van de Industriële Revolutie treft. Oprukkende islamisering is voor mij een symptoom van verval.

Wat heeft islam met Oasis te maken, denkt u misschien. Weinig, gelukkig. Bij Oasis hoor je geen ‘Up Hamas’-roepers. Maar met mijn nostalgie heeft het alles te maken. Vroeger was misschien niet alles beter, maar heel veel wel.

Nostalgie wordt valse romantiek genoemd, omdat het een verleden verheerlijkt dankzij vertekende herinneringen over vrijheid, vooruitgang en jeugdige zorgeloosheid. Maar ik wil daar toch tegen inbrengen dat vroeger de toekomst echt veel lichter gloorde en onder meer beloftes van voorspoed glinsterde dan nu. 

Oasis was – voor mij – een belangrijke soundtrack bij dat gevoel. Ik ben nou eenmaal een kind van de jaren tachtig en een tiener van de jaren negentig. En dat kind mijmert weleens over telefoonkaarten, MTV en de vanzelfsprekendheid van liberale vrijheid en vooruitgang. Toen we nog niet algoritmisch waren afgestompt en voordat de always online-samenleving een cognitieve vluchtigheid had geprogrammeerd waaruit je niet meer kunt ontsnappen.

Ik weet heus wel dat ik vooral een herinnering achterna reis. Dat ik niet ineens weer die 16-jarige ben voor wie Oasis in de Brabanthallen in Den Bosch op 27 november 1997 zijn allereerste ‘echte’ concert was, maar gewoon een veertiger ben tussen tienduizenden andere veertigers en vijftigers die wel het geld hebben om de tamelijk idiote ticketprijzen op te hoesten, maar zich al lang niet meer de luxe van onverschillige puberale zorgeloosheid kunnen veroorloven. 

De boze geesten van de 21ste eeuw kun je niet terug in de fles stoppen, maar wat kijk ik er naar uit om terug in de tijd te stappen, waar de analoge ervaring van Oasis gloort. Ik hoop dat Manchester glinstert en dat ik mijn telefoon in mijn broekzak zal weten te houden. Mad fer it. 

Column
  • NL Beeld / Avalon