ReportageHerdenking drama Bosnië

„Veel daders genocide Srebrenica bleven ongestraft”

Haat. Daarmee begon het drama van Srebrenica. Het werd vrijdag in Den Haag herdacht, na dertig jaar.

11 July 2025 19:06Leestijd 4 minuten
Foto’s van slachtoffers. In Den Haag werd vrijdag de genocide in Srebrenica herdacht. In 1995 werden daar vele duizenden mannen omgebracht. beeld ANP, Sem van der Wal

De moord op 8372 Bosnische mannen door Servische extremisten was een geplande genocide, zegt Nedzad Ibisevic. Hij overleefde, ternauwernood. „Van de daders is nog geen 1 procent gestraft.”

Ibisevic zou zijn verhaal doen tijdens de herdenking op het Lange Voorhout, maar op het laatst wenkt hij een bekende. Zij moet zijn verhaal maar voorlezen. „Het komt voor hem te dichtbij”, verklaart de ceremoniemeester.

Niemand in Bosnië verwachtte dat buren opeens in vijanden zouden veranderen, zegt Ibisevic. Hij was commandant, en uit zijn groep overleefden slechts twee mannen de oorlog die losbarstte tussen de volken van het uiteengevallen Joegoslavië.

Door met gebonden handen in een rivier te springen wist Ibisevic te ontsnappen aan de kogel die zijn leven had moeten beëindigen. Hij vertelt over dorpen die beschoten werden door Servische artillerie. Over een vrouw die vluchtte met haar kind aan de hand. Op een gegeven moment keek ze om. Aan het handje bleek alleen nog een arm vast te zitten. De rest van haar zoon was weg.

Ibisevic vertelt over paniek. Over acht dagen overleven in de rimboe, zonder voedsel. Over lange, gevaarvolle tochten over rotsen en over het water, waardoor hij met enkele makkers wist te ontsnappen.

Spanningen

Tijdens de oorlog op het Balkanschiereiland werden mensen gedeporteerd, verkracht, omgebracht, zegt Fehim Muminovic. „We leefden constant in angst. Radioprogramma’s waren vol haat tegen alles wat niet-Servisch was.”

Muminovic –ook hij laat zijn verhaal door een ander voorlezen omdat hij het zelf niet aankan– vertelt hoe de Serviërs hem sloegen. „Op mijn hoofd, tegen mijn borst, tegen de plek waar mijn nieren zitten.” Na vijf uur werd hij vrijgelaten. „We waren al onze bezittingen kwijt.”

De blauwhelmen van de VN-vredesmacht wisten de bevolking niet te beschermen tegen massamoord. Van de 8372 slachtoffers zijn er 6749 herbegraven –juist vrijdag nog weer zeven–; de anderen zijn nog steeds zoek. Pijnlijk dat de meeste daders nog steeds vrij rondlopen en soms aanzienlijke posities innemen, zegt Adnan Delic, voorzitter van de herdenkingscommissie. „Dat weerspiegelt zich in spanningen in Bosnië en Herzegovina.” Intussen is de situatie voor veel Bosniakken uitzichtloos. Geen wonder dat velen van hen emigreren, stelt Delic.

„We leven in een tijd van diepe morele crisis”

Aldin Sahbazovic, imam

Noodkreet

„Beste moeders van Srebrenica, vandaag staan we hier met verdriet, maar ook met waardigheid”, zegt hoofdimam Aldin Sahbazovic. Hij spreekt een gebed uit voordat de namen van herbegraven slachtoffers worden voorgelezen. Maar eerst heeft hij een vraag: „Hebben we iets geleerd van Srebrenica? We leven in een tijd van diepe morele crisis. Een tijd waarin macht niet eens meer rechtvaardigheid vereist.”

In één adem noemt hij Gaza, Oekraïne en Sudan. Gebieden waar onschuldige burgers de prijs betalen, zegt de imam. „Oorlog wordt eerst genegeerd, dan gerelativeerd, dan gerechtvaardigd door koude politieke berekening. Wij uit Bosnië weten wat het is als een noodkreet onbeantwoord blijft. In veel religies geldt de gouden regel: behandel een ander niet op een manier waarop je zelf niet behandeld zou willen worden.”

Ontkenning

De Last Post klinkt over het Lange Voorhout, de duizenden slachtoffers worden in minutenlange stilte herdacht. „Dit is meer dan een plechtige herdenking”, zegt Almir Sahovic, die Bosnië en Herzegovina als ambassadeur vertegenwoordigt in Nederland. De herdenking roept volgens hem op weerstand te bieden tegen groepen die de genocide ontkennen, die de geschiedenis willen herschrijven en die oorlogsmisdadigers steunen.

Op het Churchillplein in Den Haag, voor het gebouw waar het Joegoslaviëtribunaal oorlogsmisdadigers berechtte, moet een nationaal monument komen. De plaats ervan is deze middag gemarkeerd met een witte steen waarin 8372 fragmenten van grafstenen uit Bosnië zijn verwerkt, als verwijzing naar het aantal slachtoffers. Burgemeester Van Zanen vertelt hoe hij hielp met het afhakken van de eerste stukjes. Hij vertelt ook over Ramo Osmanov, die door de Serviërs werd gedwongen zijn zoon te roepen die zich in het bos had verstopt. Beiden zijn later teruggevonden in een massagraf.

„Srebrenica is nooit ver weg, zeker niet in Den Haag”, zegt Van Zanen. „De genocide is ons gedeeld verleden; het herdenken ervan is van nationaal belang. Laat de gebeurtenissen een aansporing zijn om ons in te zetten voor vrede, vrijheid en mensenrechten, wereldwijd en dicht bij huis.”

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Mijn nieuws

Media

Meer