Kabinet sluit 24.000 hectare kustzone voor bodemberoerende visserij
Voor de kust van Zuid-Holland en Zeeland wordt 24.000 hectare zee gesloten voor bodemberoerende visserij. Het gaat onder meer om delen van de zogeheten Voordelta.

Dat heeft de ministerraad vrijdag besloten. Wanneer het verbod ingaat is nog niet bekend. „Eerst moet de Europese Commissie goedkeuring geven”, laat een woordvoerder van verantwoordelijk demissionair staatssecretaris Jean Rummenie weten.
De gebieden waar het om gaat liggen globaal tussen Scheveningen en Katwijk, op de kop van het eiland Schouwen-Duiveland en ten westen van Walcheren. De sluiting is bedoeld als natuurcompensatie voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte. In 4200 van de 24.000 hectare wordt elke vorm van visserij verboden.
Al in 2003 is bepaald dat die compensatie er moest komen, omdat bij de uitbreiding van de Rotterdamse haven natuurgebied verloren ging. „Voor elke hectare moest elders 10 hectare zee gesloten worden voor bodemberoerende visserij”, aldus de woordvoerder.
Aanvankelijk zou het gesloten gebied een stuk groter uitpakken, namelijk 31.250 hectare. In de aanloop naar het besluit van vrijdag heeft Rummenie onderhandeld met betrokken partijen: vissers, natuurorganisaties, het Havenbedrijf Rotterdam en Rijkswaterstaat. Die konden het niet met elkaar eens worden, blijkt uit de brief die de bewindsman vrijdag naar de Kamer heeft gestuurd. Uiteindelijk heeft hij zelf de knoop doorgehakt.
Rummenie schrijft dat hij „zoveel mogelijk” rekening heeft gehouden met de belangen van de vissers, zowel die in de Voordelta als daarbuiten. „Ik besef dat de vissers geen schuld hebben aan het met de aanleg van de Tweede Maasvlakte verloren gaan van natuurwaarden en dat zij ter plekke visgebied zijn verloren.” Tegelijk heeft hij „gezocht naar een ecologisch waardevolle invulling” van de verplichting tot natuurcompensatie.