De rente, die kan Trump níét dicteren
Soms lijkt het alsof de Amerikaanse president Donald Trump alles naar zijn hand kan zetten. Kort na zijn aantreden tekende hij voor het oog van de camera’s stapels decreten om te tonen dat hij in de positie verkeert allerlei zaken naar eigen inzicht te regelen. Kritische geluiden vanuit de Amerikaanse volksvertegenwoordiging horen we weinig. Trump beschikt in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat over een meerderheid en wie binnen de Republikeinse partij het waagt zich tegen hem te keren, zet zijn eigen politieke carrière op het spel.

Alleen over de rente heeft de president niets te vertellen. In de wet ligt verankerd dat er geen politieke beïnvloeding, gericht op electoraal gewin, mag zijn. De beslissingen op dat terrein behoren toe aan de onafhankelijke centrale bank, de Federal Reserve (Fed).

Trump zet die wel zwaar onder druk. Voortdurend schoffeert hij Fed-voorzitter Jerome Powell. In zijn persconferentie bij de NAVO-top noemde hij hem nog eens een „verschrikkelijke” man, iemand met „een laag IQ”. Er is geen inflatie, beweert Trump in weerwil van de harde cijfers. De rente zou zo’n 2 procentpunt naar beneden moeten, om de leenkosten te verlagen, de bedrijvigheid op te peppen en op die manier te scoren bij het publiek.

Maar Powell geeft geen krimp. Wim Duisenberg, begin deze eeuw de eerste president van de Europese Centrale Bank (ECB), vergeleek ooit een centrale bankier met slagroom: „Hoe harder je klopt, hoe steviger die wordt.” Powell is er een van dat soort. Hij trekt zijn eigen spoor. Hij blijft tot juni volgend jaar. Dan eindigt zijn termijn en zal Trump hem uiteraard vervangen door een vertrouweling die een ruime geldpolitiek predikt.
De beleidsrente in de Verenigde Staten bevindt zich in een bandbreedte tussen 4,25 en 4,5 procent. Dat niveau geldt al sinds afgelopen december. De ECB heeft in de periode daarna zijn voornaamste tarief in vier stapjes met een vol procentpunt teruggebracht naar 2 procent. De Fed daarentegen neemt steeds een afwachtende houding aan. En de belangrijkste reden daarvoor ligt bij Trump zelf, bij de onzekerheid die voortvloeit uit zijn onbehouwen en grillige optreden, bijvoorbeeld op het punt van het handelsbeleid.
De monetaire bestuurders in Washington kijken uit naar meer duidelijkheid over welke kant het opgaat met de economie. Er valt nog weinig te zeggen over het effect van de importheffingen. In hoeverre rekenen ondernemingen de hogere invoerprijzen door aan de consument?
De afwachtende houding van de Fed komt door Trumps onbehouwen en grillige optreden
De Fed heeft de verwachting voor de inflatie in 2025 in ieder geval bijgesteld van 2,7 naar 3 procent. Tegelijk is de prognose voor de economische groei aangepast van 1,7 naar 1,4 procent. Die twee ontwikkelingen maken de afweging over wat te doen met de rente lastig. De eerste vraagt om een verhoging, de tweede biedt ruimte voor een verlaging. Eind deze maand horen we meer, dan komt de centrale bank bijeen voor zijn volgende vergadering.
De auteur is oud-redacteur economie van het RD.