De Europese Commissie mocht geen berichten achterhouden, zo stelt het Europees Hof van Justitie woensdag in de zaak die bekend is geworden als de ‘Pfizergate’. In deze hooggespannen zaak stond het sms-contact tussen de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Pfizer-topman Albert Bourla centraal. In 2021 sloot de EU een miljardendeal met de producent van het Covid-19-vaccin, voor 1,8 miljard doseringen. Commissievoorzitter Von der Leyen streek de eer op voor die deal, maar weigerde de berichten vrij te geven.
Pfizer was met de miljardendeal in één keer de grootste Covidvaccin-leverancier aan de Europese Unie, die daarvoor méér betaalde dan bij eerdere leveringen. De geheimhouding van de, mogelijk verwijderde, berichten is volgens het Hof niet te rechtvaardigen.
Het bracht een grote discussie in Brussel op gang over de werkwijze van politici in het digitale tijdperk. De transparantieprincipes die gelden voor inzage van belangrijke documenten en mails, moeten ook gelden voor chatberichten, bepleitte The New York Times, waar Von der Leyen voor het eerst het bestaan van de berichten had erkend. De krant had de zaak aangespannen nadat zij geen inzage in de berichten kreeg, en daardoor niet kon beoordelen hoe de omstreden overeenkomst precies tot stand was gekomen. De Commissie stelde dat de berichten van ‘kortstondige’ aard een uitzondering op de transparantieregels van de EU vormden.
Het Hof kiest de kant van de journalisten, in een historisch vonnis in de zaak die ‘Stevi and The New York Times versus the European Commission’ kwam te heten. Het schept een precedent voor de toekomstige werkwijze van politici, die hun chatberichten moeten gaan archiveren. De Europese Commissie dient de kosten van de rechtszaak op zich te nemen.
Toegang tot documenten
Matina Stevi, een journalist van The New York Times – destijds als hoofd van het Brusselse bureau van het gerenommeerde dagblad – vroeg toegang tot alle tekstberichten die tussen 1 januari 2021 en 11 mei 2022 zijn uitgewisseld tussen Von der Leyen en Pfizer-ceo Bourla. De Commissie gaf aan „niet in het bezit” te zijn van de gevraagde documenten. Het Europees gerecht verklaarde dat antwoord van de Commissie nietig. De transparantieverordening van de EU – waarin de toegang tot documenten is geregeld – heeft tot doel „het recht van toegang van het publiek tot documenten van de instellingen maximaal zijn beslag te geven”, zo stelde het Hof in Luxemburg.
Dat betekent dat „in de regel” alle documenten van de Europese instellingen publiek toegankelijk moeten zijn – tenzij een instelling stelt dat een document niet bestaat. In de Pfizergate kan dat vermoeden worden weerlegd, volgens het Hof. „De antwoorden van de Commissie met betrekking tot de tekstberichten waren hetzij gebaseerd op veronderstellingen, hetzij op veranderende of onnauwkeurige informatie.” Zo gaf Von der Leyen in april 2021 kennis van het bestaan van de berichten, terwijl Stella Kyriakides, de voormalige Eurocommissaris van Gezondheid, de betrokkenheid van Von der Leyen bij de vaccinovereenkomst stellig ontkende bij een parlementaire hoorzitting in maart 2023. In november van dat jaar erkende de Commissie het bestaan van de berichten wél weer. Maar deze gingen volgens Brussel uitsluitend over het „coördineren van meetings”, zonder inhoudelijke informatie te bevatten. Dat kon niet worden gecontroleerd. Of de berichten überhaupt nog bestaan op de telefoon van Von der Leyen of in officiële archieven, of dat zij vrijwillig of automatisch zijn verwijderd, is onduidelijk.
Het Europese Hof stelt dat er een „geloofwaardige verklaring” moet worden gegeven om te begrijpen waarom de documenten onvindbaar zijn. „De Commissie heeft niet in detail uitgelegd hoe zij heeft geprobeerd om deze documenten te vinden, noch welke locaties daarbij zijn doorzocht.” Ook is het volgens de Europese rechters niet voldoende aannemelijk gemaakt waarom de berichten, in het licht van de vaccindeal, geen belangrijke informatie bevatten.
De Commissie stelt in een reactie het vonnis te bestuderen en later met een gedetailleerde verklaring te komen. „Transparantie is altijd van het grootste belang geweest voor de Commissie en voorzitter Von der Leyen.”
Vrije media
Alberto Alemanno, die als hoogleraar Europees recht de Europese integriteit onderzoekt, noemt het vonnis „historisch”. Hij reageert, vanuit Rome: „Dit gaat niet over de vaccins, maar over het meer verantwoordelijk maken van de EU-besluitvorming ten gunste van het publiek. De uitspraak herinnert ons eraan dat de EU wordt geregeerd door de rechtsstaat en dat haar leiders voortdurend worden gecontroleerd door vrije media en een onafhankelijk Hof.”
Ook in het Europarlement werd de uitspraak op de voet gevolgd. Dat Von der Leyen haar sms-berichten met de Pfizer-topman niet mocht achterhouden, vindt D66-Europarlementariër Raquel García Hermida-van der Walle „volkomen terecht” en een „schot in de roos voor transparantie”, zo schrijft ze in een persbericht. Ze onderhandelt namens de Europese Liberalen mee over de aanpassing van de zogenoemde Eurowob, de wet die de toegang tot documenten regelt. „Deze uitspraak sterkt ons enorm in de aankomende onderhandelingen. Mensen willen en mogen weten hoe besluiten worden genomen, dat is essentieel in een democratie. Ook als dat via een sms’je is gebeurd.”
Het gaat hierbij niet eens zozeer over de inhoud van de chatberichten, als wel over de geheimzinnigheid er omheen, die volgens García Hermida-van der Walle in coronatijd „onnodig aanleiding gaf voor complottheorieën”. „Zo’n crisis is precies het moment waarop integriteit en openheid ertoe doen, om mensen mee te krijgen in de besluiten. Dat maakt deze uitspraak fundamenteel.”
Hoogleraar Alemanno verwacht niet dat de Commissie in beroep zal gaan tegen de uitspraak. Hij besluit: „Dit is een overwinning voor iedereen”.
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/13183034/GettyImages-1232476785.jpg)