Direct naar artikelinhoud
Dode boom in het Nationaal Park Bialowieza. Het bos staat bekend als het laatst overgebleven oerbos in min of meer natuurlijke staat in Europa.Beeld Sijmen Hendriks, ANP
InterviewDore van Duivenbode

Maffia in het woud: de strijd om Europa’s oernatuur is een lelijke, zag deze journalist

Polen en Roemenië herbergen de laatste oerbossen, maar ook die staan onder druk. Journalist Dore van Duivenbode zocht voor haar boek Oerbos uit hoe het verder moet met deze natuur. Dat natuurbescherming een heikel punt kan zijn, blijkt tijdens haar reis een understatement.

Houtmaffia, vermoorde boswachters en corrupte ambtenaren: achter de bescherming van de laatste oerbossen in Centraal- en Oost-Europa gaat een schimmige wereld schuil. De natuur daar is niet alleen kostbaar voor het klimaat en de biodiversiteit op ons continent, aan de bomen kan ook flink worden verdiend.

Een van die laatste stukken échte wildernis van Europa ligt in het uiterste oosten van Polen, tegen de grens met Belarus. In het Nationaal Park van Bialowieza bevinden zich de restanten van wouden die zich ooit over heel Europa uitstrekten. Het bos biedt plaats aan zeldzame flora en fauna, zoals wisenten en bruine beren.

Ook dit bos, dat Unesco-erfgoed is, heeft de afgelopen decennia geleden onder grootschalige houtkap. Het omzagen van bomen mag alleen in daarvoor aangewezen productiebossen, maar dat is dit oerbos niet. Dus greep in 2018 het Europees Hof van Justitie in en maande de toenmalige Poolse Pis-­regering om het rooien te stoppen.

Kapbeleid van de conservatieve regering

Rond diezelfde tijd reisde journalist Dore van Duivenbode (39) voor de VPRO-serie Moja Polska! door het geboorteland van haar moeder. Ook Bialowieza lag op de route. Daar sprak ze met activisten en ecologen die tegen het kapbeleid van de conservatieve regering protesteerden. Maar ze ging ook langs bij de lokale bosbouwschool om met voorstanders te praten. Toen de serie af was, bleef ze met vragen zitten over de strijd om de natuur.

“Ik ben teruggegaan om aan de directeur te vragen of ik naar het internaat van de school mocht”, vertelt Van Duivenbode aan tafel in haar Rotterdamse appartement. Naast stapels met Nederlandse en Poolse natuurboeken legt ze uit dat ze meer wilde weten over de bescherming van Europa’s laatste oerbossen. Die zoektocht, waarin ze van de ene verbazing in de andere viel, beschrijft Van Duivenbode in haar nieuwe boek Oerbos, dat 14 mei verschijnt.

Een stoffig natuurboek werd het allerminst. Van Duivenbode verbleef een aantal maanden tussen Poolse pubers op het internaat van de lokale bosbouwschool, trok op met onderzoekers in een Oekraïens biosfeerreservaat en zag in Roemenië hoe corruptie de natuur in het Karpatengebergte teistert.

In Bialowieza is een hek geplaatst om vluchtelingen te weren. Hier: Dore van Duivenbode (rechts) met Poolse grenswachters.Beeld VPRO

Waardoor dacht je na je eerste reis naar Bialowieza: hier moet ik een boek over schrijven?

“Na die reis kwam ik erachter hoe beperkt mijn belevingswereld was. Ik ben nota bene half Pools, maar ik had geen idee wat er met de natuur in Bialowieza en de Karpaten eigenlijk aan de hand is. Daar wordt heel veel gekapt, terwijl ook wij van die grote bossen afhankelijk zijn voor zuurstof en de opname van CO2.

“Ik was daar eerder niet mee bezig. Maar tijdens die eerste reis is er een zaadje geplant. Ik moest gewoon terug.”

Dat deed je door eerst een paar maanden mee te lopen in een internaat van de bosbouwschool. Hoe was dat?

“Het oosten van Polen is een hele conservatieve regio. Bialowieza is een uitzondering. De studenten en docenten op het bosbouwinternaat waren voornamelijk conservatief. Maar de wetenschappers en ecologen die onderzoek deden in het park waren juist weer progressief. Dat dorp is een soort epicentrum van de strijd om de natuur.

“Op het internaat merkte ik meteen dat ze heel erg argwanend naar mij waren. Omdat ik in hun ogen een progressieve Nederlandse journalist ben, hadden zij het idee dat ik mijn beeld van boswachters en conservatieven al klaar had. Dus ik moest echt m’n best doen om daartussen te komen.”

Hoe deed je dat?

“Vooral de praktijklessen in het productiebos hielpen heel erg. In een lokaal zitten die tieners ook gewoon op hun telefoon te klooien en hebben ze niet echt door dat ik er ben. Maar buiten zagen ze dat ook ik me kapot zweette in zo’n pak terwijl ik met een kettingzaag bezig was. Dat wekte vertrouwen.

Illegaal gekapte bomen in Bialowieza, waaronder een van meer dan honderd jaar oud.Beeld Getty

“Toch zijn er ook genoeg momenten dat het botst. Als ik begon over de nadelen van houtkap, dan werd ik op m’n plek gezet als Nederlander. Volgens mijn zaagdocent had ik makkelijk praten, omdat mijn inkomen er niet van afhing.”

In je boek roep je de vraag op hoe een boom zo’n controversieel onderwerp kan zijn. Waarom denk je?

“Bosbouwers zeggen: ‘Wij, en de generaties voor ons, zijn hiermee opgegroeid. En nu komen andere mensen ons vertellen hoe wij met de natuur om moeten gaan.’

“Daartegenover wijst een wetenschapper op 12.000 jaar natuurlijke ontwikkeling in het bos, en waarom het belangrijk is om die natuurlijke processen te beschermen. Maar zo’n tijdschaal van duizenden jaren is voor mensen zo moeilijk te vatten.

“Het viel mij op dat veel bosbouwers in Bialowieza een wetenschapper niet als iemand zien die er verstand van heeft. Zodra een ecoloog advies geeft over natuurbescherming, ervaren zij dat als een politieke aanval. Dat komt omdat Polen sterk verdeeld is tussen progressief en conservatief, nog veel erger dan Nederland. Natuur wordt daardoor ook politiek.

“Zodra er een nieuwe regering is, zoals in oktober vorig jaar, verandert ook het bestuur van het Nationaal Park.”

In Roemenië kwam je veel malafide praktijken tegen en sprak je mensen die risicovol werk doen. Hoe krijg je mensen zover dat ze met je willen praten?

“De corruptie in Roemenië speelt zich af voor je neus. De vrachtwagens met illegaal gekapt hout rijden gewoon op klaarlichte dag het bos uit. Maar dat niet alleen. Het is ook de ambtenaar die misstanden niet rapporteert of de universiteit die wetenschappelijk onderzoek beïnvloedt. De houtmaffia koopt mensen om. Als dat niet werkt gaan ze over op bedreiging.

“Dus het is niet iets waarover mensen snel met je willen praten. Ik heb een klokkenluider, een voormalig bosingenieur, gesproken die destijds door ex-collega’s werd bedreigd. Die haal je niet over door een keer in een koffietentje af te spreken. Als je daar bent, moet je ervoor zorgen dat je vertrouwen wint. Door tijd met activisten of klokkenluiders door te brengen – bij hen thuis, op kantoor of in de bergen – lukte het soms om hun vertrouwen te winnen.”

Jou werd tijdens je reis hypocrisie verweten, zowel door voor- als tegenstanders van houtkap. Waarom?

“Onderweg door de Roemeense bergen vertelde ik activisten hoe mooi ik de bossen daar vond. Volgens hen had ik geen idee hoe het er eerst uitzag en dus niet kon beoordelen of die bomen daadwerkelijk goed waren voor de natuur. Het bleek namelijk geen oernatuur, maar een aangeplant productiebos. In Oost-Europa zijn veel loofbomen vervangen door sparren. Die groeien veel sneller, maar verzwakken het bos.

“Nederland heeft daar ook een aandeel in: hoe wij handel drijven, hoe wij zelf onze natuur hebben ingericht. Omdat Nederland maar weinig natuur en productiebossen heeft, halen wij hout uit landen als Roemenië en Polen. Dat komt bijvoorbeeld terecht in onze meubels. Voor mensen daar, zowel progressief als conservatief, is dat natuurlijk frustrerend. Vooral wanneer wij ze de les lezen over natuurbescherming.

“En dat is geen recent fenomeen. Ik kwam erachter dat West-Europese landen de natuur in Centraal- en Oost-Europa al heel lang naar hun hand zetten. Nazi-Duitsland, bijvoorbeeld, gebruikte het hout uit Bialowieza voor de eigen oorlogsindustrie. En Hermann Göring, Hitlers rechterhand, zette krijgsgevangenen daar aan het werk.”

Zijn landen als Nederland te veel bezig met natuurbeheer binnen hun eigen landsgrenzen, zonder de schade te zien die ze in andere landen veroorzaken?

“Alle mensen die ik in Oost-Europa heb gesproken, zijn het daar hartgrondig mee eens. Houtkap is harde economie, want die boomstammen leveren geld op. Als we willen dat natuur behouden blijft, dan moet daar iets tegenover staan.

“Boswachters in Roemenië verdienen 600 euro per maand. Ook in Roemenië is dat niet veel. Als de EU wil dat ze minder gevoelig zijn voor corruptie, moet Europa meer bijdragen aan die salarissen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”

Ligt de oplossing voor betere bescherming van de oerbossen dan bij West-Europese landen?

“De EU geeft veel subsidie aan bijvoorbeeld Roemenië, maar de corruptie is daar op heel veel plekken in de maatschappij doorgedrongen. Goede controle kan ertegen helpen, maar dat vergt veel mankracht en bureaucratie.

“De oplossing zit veel meer in Europese samenwerking, denk ik. Op kleine schaal zag ik hoe een Oekraïense onderzoeker en een Roemeense data-analist samenwerken om de bossen in de grensstreek te beschermen. In het groot is de bossenstrategie van de EU [onder andere drie miljard extra bomen planten voor 2030, red.] een manier om meer gezamenlijk de natuur te beschermen.”

De nieuwe, progressievere regering in Polen heeft houtkap in een aantal oerbossen helemaal stilgelegd en strengere regels aangekondigd. Is dat voldoende om die bossen te redden?

“De regering van premier Donald Tusk kan vier jaar lang werken aan betere natuurbescherming, maar na nieuwe verkiezingen kan het beleid weer helemaal veranderen. Natuur is daardoor te afhankelijk van de politiek, ook op Europees niveau. Door bijvoorbeeld de boerenprotesten in Brussel worden milieueisen afgezwakt.

“Voor goede en vaste natuurbescherming is, denk ik, een orgaan nodig dat boven de politiek staat. Zo’n instantie zou dan het mandaat moeten krijgen om besluiten te nemen die verder gaan dan de vier jaar waar de politiek zich op richt.”

Waar ben je tijdens je reis het meest van geschrokken?

“Natuurlijk schrik je van de losse voorbeelden, zoals vermoorde boswachters, bedreigde inspecteurs of wetenschappers die een oogje dichtknijpen. Ik vind het vooral verontrustend om te zien hoe afhankelijk de natuur is van de economie en politiek.

“Als het te veel geld kost en te weinig oplevert, doen bedrijven en politici nauwelijks moeite om natuur beter te beschermen. Toch is bescherming nu veel goedkoper dan herstel later. Alleen is dat nog niet bij iedereen doorgedrongen.”

Lees ook

Roemeense maffia ontbost de Karpaten, en niemand houdt ze tegen

Roemenië lijkt zijn belofte aan de EU om te stoppen met illegale ontbossing niet na te komen. Milieuorganisaties zoals het Duitse EuroNatur zetten meer druk op de Europese Commissie om échte maatregelen te nemen.