Direct naar artikelinhoud
Analyse

De tijd tikt weg voor de formerende partijen: nog vijf dagen te gaan

Nicolien van Vroonhoven-Kok en Pieter Omtzigt van NSC.Beeld Arie Kievit/ de Volkskrant

Met de tijd op de hielen beginnen de formerende partijen vandaag aan het finalespel van hun formatie. Ze denken ‘nog enkele dagen’ nodig te hebben om te beslissen of ze met elkaar in zee gaan. Woensdag verloopt de deadline van de informateurs.

Over twee weken is er een half jaar voorbij na de verkiezingen van 22 november. Waar vrijwel de gehele Tweede Kamer het er destijds over eens was dat een samenwerking tussen PVV, VVD, NSC en BBB de door de kiezers aangewezen weg was, verschenen er sindsdien steeds meer beren op de weg.

Nu ze het er na lang aarzelen over eens zijn dat geen van de partijleiders minister-president wordt en dat ze geen gewoon kabinet willen maar een ‘programkabinet’ op grotere afstand van de Kamer, moeten ze nog overeenstemming bereiken over een hoofdlijnenakkoord. Ook dat blijkt ingewikkeld. Op enkele kleine punten na (de verhoging van de maximumsnelheid op de snelwegen) is er nog niet één wezenlijke tussentijdse doorbraak gemeld of uitgelekt, zoals in voorgaande formaties wel gebruikelijk was.

Over de auteur
Raoul du Pré is chef van de politieke redactie van de Volkskrant

Volg alles over de kabinetsformatie hier. 

Vorige maand lieten de informateurs Richard van Zwol en Elbert Dijkgraaf weten dat zij op 15 mei willen weten of het kabinet er komt. Ze zijn niet beschikbaar om hun zoektocht daarna nog eens te verlengen. Een hemelvaartakkoord, waar door sommige betrokkenen nog wel op werd gehint, bleek er woensdag echter niet in te zitten. PVV-leider Wilders, die de gesprekken voorzit, sprak weliswaar van een ‘goede dag’, maar wilde ‘geen garantie op een goede afloop’ geven.

Premierskandidaat en ministerploeg

Ook de informateurs toonden zich uiterst voorzichtig in hun verwachtingen. ‘Er liggen nog genoeg blokkades op tafel’, aldus Dijkgraaf. Hij noemde in het bijzonder het asielbeleid, de landbouw, het woonbeleid, de financiële spelregels en het eigen risico in de zorg. Op veel van die punten zijn twee of meer van de vier partijen het wezenlijk oneens en moeten dus compromissen worden gesloten.

Als de vier het alsnog eens worden over een hoofdlijnenakkoord, wacht in de komende weken de volgende stap: de bemensing van hun kabinet. Er zal een buitenstaander gevonden moeten worden voor het premierschap – een kandidaat met wie alle vier de partijen kunnen leven. Die moet vervolgens in samenspraak met de partijleiders een ministersploeg samenstellen, die daarna het hoofdlijnenakkoord verder gaat uitwerken in concrete beleidsplannen.

Als de vier het niet eens worden, zal een Kamermeerderheid naar verwachting besluiten dat GroenLinks-PvdA, als tweede partij in de Kamer, een poging mag wagen om een kabinet te vormen. Geen van de nu formerende partijen wordt echter enthousiast van het idee met de linkse partijen in zee te gaan. Als dat zo blijft, komen nieuwe verkiezingen snel dichterbij.