Direct naar artikelinhoud
Wat de rest van de wereld kan doen tegen het bloedvergieten en onrecht in Israël en Palestina
Column

Wat de rest van de wereld kan doen tegen het bloedvergieten en onrecht in Israël en Palestina

Op het moment dat in Amsterdam een miniatuur-oorlog uitbrak over de oorlog in Gaza, wist ik dat ik het voorlopig wel kon vergeten met wat ik hier in mijn vorige column voorstelde: wat meer geduld in de kringloop van nieuws en meningen, iets minder opwinding en razernij, bij voorkeur zelfs enige eerbied voor de vele schakeringen van de werkelijkheid. Maar bij al het rumoer - ook vanuit de onvolwassen formerende partijen - blijft de vraag wat de rest van de wereld, van welke rivier tot welke zee dan ook, kan doen om het bloedvergieten en het onrecht in Israël en Palestina tot een einde te brengen.

Ik had het begin van de ontruiming van het UvA-terrein gevolgd via de autoradio, op weg naar een gesprek met oud-diplomaat Robert Serry, die als VN-gezant voor het Midden-Oosten zeven jaar in Jeruzalem woonde en nog steeds betrokken is bij pogingen om Israël en de Palestijnen om de tafel te krijgen. Toen hij de huisdeur voor me opende, had hij net Hilversum aan de lijn - het programma Sophie &Jeroen wilde hem ’s avonds in de uitzending, waarin hij toestemde. “Maar ik ga ook iets over Hamas zeggen”, zei hij tegen mij. “Want zoals Netanyahu een ramp is voor Israël, zo is Hamas een ramp voor de Palestijnen.”

Je bent er niet door te roepen om een onmiddellijk staakt-het-vuren

Mijn gedachten gingen terug naar die ene keer dat ik in Gaza was, kort na de Israëlische operatie ‘Gegoten lood’, waarbij eind 2008, begin 2009 meer dan 1400 Palestijnse doden vielen. Cynisch uitgedrukt: toen vonden we dat nog veel. Tot de ontmoetingen die me zijn bijgebleven, behoort die met een arts die in Oostenrijk had gewerkt en naar Gaza was teruggekeerd om bij zijn bejaarde ouders te zijn. Hij liet de kogelgaten zien in zijn huis en de huizen daaromheen - niet van Israëlisch vuur, maar van Hamas. Bij de Palestijnse ‘burgeroorlog’ van 2007, tussen Fatah en Hamas, was zijn familie doelwit van Hamas geweest. Verschillende van zijn ooms en neven waren gedood, en nu zat hij opgesloten in het islamistische getto dat Gaza was geworden.

Ik memoreer dit niet om de doden door Israëlisch optreden weg te relativeren, niet de doden van toen, laat staan de tienduizenden doden van nu. Ik wil er wel mee zeggen dat je er niet bent door te roepen om een onmiddellijk staakt-het-vuren. Natuurlijk is dat nodig, maar dan als opmaat voor meer: een regeling die Hamas op een zijspoor zet en een tweestatenoplossing dichterbij brengt. “De extremen raken elkaar”, hoorde ik Serry ’s avonds op tv zeggen. “Hamas wil die twee staten niet, Netanyahu ook niet. Die dodelijke dans moet doorbroken worden.”

Wie moeten die druk uitoefenen?

Er zou daarom in Gaza een Arabische vredesmacht moeten komen, maar Arabische landen zullen dat alleen willen als het dient ter voorbereiding van een Palestijnse staat. En dus moet Israël onder druk worden gezet om met zo’n staat in te stemmen, al was het maar uit lijfsbehoud. Wie moeten die druk uitoefenen? Allereerst de VS, maar ook Europa. En daarvoor is dan weer druk nodig op de betreffende regeringen, zoals in Nederland, die tot dusver niet veel verder kwamen dan lippendienst aan de Palestijnse zaak.

Wat is nodig om daar verandering in te brengen? Dat er gedemonstreerd wordt. Zonder agressie, vernielingen en geweld.

Twee keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.