Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Wat ging er om in het hoofd van Gianni de W., pleger van online seksueel geweld?

De rechtbank van Breda doet woensdag uitspraak in de sextortion-zaak rond Gianni de W., die veelal minderjarige meisjes afperste met naaktbeelden. Het OM eist een celstraf van zeven jaar en tbs met dwangverpleging.

Verdachte Gianni de W. in de rechtbank van Breda.Beeld Adrien Stanziani

Vaak blijven de plegers van online seksueel geweld anoniem. Ze wanen zich veilig achter een alias, zijn onaantastbaar als de kwelgeest van hun slachtoffers.

Gianni de W. uit Etten-Leur was dat ook, jarenlang. De veelal minderjarige meisjes hadden geen idee wie hen dwong tot het maken van naaktfoto’s en seksfilmpjes. Ze wisten niet wie hen ’s nachts wakker hield, wie de relatie met hun ouders deed verslechteren, wie zorgde voor de paniek in hun lijf en hoofd. Maar ze voelden dat hij er altijd was, in hun telefoon, bevelen uitdelend.

Alleen daarom al is de omvangrijke sextortion-zaak, waarin de rechtbank Breda woensdagochtend uitspraak doet, belangrijk. De W. liet zich, noodgedwongen weliswaar, in de kaarten kijken en illustreerde zo wat er in het leven en hoofd van een pleger om kan gaan.

Over de auteur

Loes Reijmer is verslaggever van de Volkskrant. Ze schrijft onder meer over migratie, asiel en polarisatie

Op de publieke tribune zat een deel van zijn slachtoffers, ze keken naar zijn hangende schouders, hoorden zijn weifelende stem. ‘Ik ben blij dat ik je hier kan aankijken’, zei een van de slachtoffers in de rechtbank. ‘Al weet jij waarschijnlijk niet eens meer wie ik ben.’

Pikante foto’s

De W. verleidde de meisjes tot het versturen van pikante foto’s, om ze vervolgens daarmee af te persen en meer beelden te eisen. Het Openbaar Ministerie heeft een celstraf van zeven jaar en tbs met dwangverpleging geëist tegen de 25-jarige Brabander.

De zaak draait om dertig slachtoffers die aangifte deden of een melding maakten bij de politie, maar op de computer en andere gegevensdragers van De W. vonden rechercheurs 172 mappen met namen van meisjes en jonge vrouwen.

Door de jaren heen werd zijn aanpak geraffineerder. Hij beloofde de grenzen van de meisjes te respecteren, ze konden zelf bepalen hoe ver ze wilden gaan. Na het ontvangen van de eerste foto veranderde zijn toon.

Een aantal slachtoffers gaf hij heel vergaande instructies. Hij vertelde wat ze moesten dragen, hoe ze zichzelf moesten bevredigen. Enkelen droeg hij op seks te hebben met een ander en dat te filmen. ‘Ik ervaar het als verkrachting’, stuurde een meisje naar hem, maar ook toen bond hij niet in.

Geschrokken van dossier

Zelf is hij ook geschrokken van het dossier, zei De W. in de rechtbank. Hij bekende bijna alles en deed zijn best om de rechters inzicht te geven in zijn handelen.

‘Het is makkelijk om een pleger van seksueel geweld als monster af te schilderen’, zegt Iva Bicanic, directeur van het Centrum Seksueel Geweld, zelf niet betrokken bij de zaak. ‘Maar dat helpt het maatschappelijk gesprek over seksueel geweld niet verder. We moeten het gedrag van de pleger begrijpen – wat iets anders is dan er begrip voor hebben.’

Zelf verklaarde De W. dat hij onder de naam Bryan, zijn online alias, dingen kon doen die hij in het echte leven niet wilde of durfde. Achter het scherm besefte hij niet wat hij de slachtoffers aandeed.

Het OM nam geen genoegen met die uitleg. Onder zijn slachtoffers waren ook enkele vriendinnen, in het dagelijks leven kon hij zien wat zijn online alter ego Bryan de meisjes aandeed. In 2014 voerde de politie al eens een stopgesprek met hem, daarna is hij doorgegaan met zijn gedrag. Een veeg teken, volgens het OM.

Isolement zolderkamer

De psychiater die de verdachte onderzocht, zei in de rechtbank dat het stopgesprek niet werkte omdat De W. in dezelfde situatie bleef. Geen therapie, nog altijd gepest op school, in het isolement van zijn zolderkamer een leven levend op internet.

Wat opvalt aan de zaak is sowieso de verpletterende eenzaamheid, zowel aan de kant van de verdachte als slachtoffers. Ook de meisjes, soms al kwetsbaar, raakten steeds geïsoleerder, durfden bijna niemand te vertellen wat er zich op hun telefoon afspeelde. Ouders begrepen niet wat er met hun dochter aan de hand was.

‘Elk mens verlangt ernaar gezien te worden’, zegt Bicanic. ‘Als je je eenzaam voelt en veel online bent, dan is dat een risicofactor om slachtoffer te worden. We moeten kinderen veel beter beschermen dan we nu doen. Iedereen vindt het normaal om een kind van vijf dat zijn zwemdiploma nog niet heeft weg te trekken bij een vijver. Die reflex zouden we ook moeten hebben bij kwetsbare jongeren en internet.’

Neiging tot wegkijken

Toch zijn het niet alleen kwetsbare jongeren die slachtoffer kunnen worden, zegt Bicanic. ‘Dit kan iedereen overkomen. Ouders, en de samenleving als geheel, hebben de neiging om weg te kijken bij het onderwerp seksueel geweld. Ze durven niet onder ogen te komen dat hun kroost ook in zo’n situatie terecht kan komen. Die afwerende houding helpt het maatschappelijk gesprek over dit onderwerp niet verder, terwijl dat wel belangrijk is.’

Want vergis je niet, zegt Bicanic. ‘Online seksueel geweld heeft dezelfde gevolgen als fysiek seksueel geweld. Het leidt tot PTSS-achtige klachten, en vergroot de kans op herhaling. We moeten dit type trauma heel serieus nemen.’