De trappisten van abdij Koningshoeven zijn niet alleen bierbrouwers. Ook hun kazen vallen in de prijzen
Berkel-Enschot
Er heerst Brabantse gezelligheid op het erf van de abdij. Broeder Eucherius komt met zijn armen vol koekjes uit de kloosterbakkerij, maar wijst vriendelijk de weg naar de kaasmakerij. Sinds twee jaar is hij nu novice bij de Trappisten, zijn naam betekent ‘goed in het handenwerk’. ‘Helaas ben ik niet zo handig als mijn naam doet vermoeden’.
Natuurlijk lopen er op de abdij betaalde krachten rond, maar de broedergemeenschap neemt actief deel aan het productieproces. Het bier, de broden en de kaas maakten van de abdij onder de rook van Tilburg niet alleen een zelfvoorzienende, maar zelfs een welvarende gemeenschap.