Direct naar artikelinhoud
Analyse

Verbanning van Al Jazeera betekent nieuwe deuk in imago van Israël als democratie

Een medewerker op het kantoor van Al Jazeera in Jeruzalem, eind juli.Beeld AFP

Op de internationale Persvrijheidsindex was Israël al gezakt naar plek 101. Nu is de Arabische nieuwszender Al Jazeera uit de lucht gehaald. De kantoren in Jeruzalem zijn gesloten. Volgens premier Netanyahu is Al Jazeera ‘de spreekbuis van Hamas’.

De sluiting van Al Jazeera werd een maand geleden al voorbereid. De Knesset nam toen, met 71 tegen 10 stemmen, een nieuwe wet aan die het verbieden van buitenlandse nieuwsuitingen en sluiting van mediakantoren mogelijk maakt. Dat premier Benjamin Netanyahu bij die wet Al Jazeera op het oog had was toen al duidelijk. De internationale persorganisatie Reporters without Borders (RSF) drong er bij de Israëlische regering vergeefs op aan Al Jazeera te ontzien.

Op zondag stemde het Israëlische kabinet unaniem in met de verbanning van Al Jazeera. Enige uren later viel de politie het kantoor van de zender in Oost-Jeruzalem binnen. Daar werden camera’s, microfoons, servers, laptops en mobiele telefoons in beslag genomen. De website werd ontoegankelijk en het televisiekanaal werd uit de lucht gehaald. Netanyahu verdedigde de actie met een beroep op de staatsveiligheid. In de ogen van de premier is Al Jazeera een ‘spreekbuis van Hamas’ en een verlengstuk van die terroristische organisatie.

Over de auteur
Michel Maas is buitenlandredacteur van de Volkskrant. Eerder was hij correspondent in Oost-Europa en Zuid-Oost Azië.

Al Jazeera heeft dat altijd met klem tegengesproken. Het is een wereldwijde nieuwsorganisatie, met haar hoofdkwartier in Qatar – waar het ook het leeuwendeel van zijn financiering vandaan heeft. Al Jazeera is een van de heel weinige nieuwsorganisaties met verslaggevers in Gaza, omdat die er al zaten voordat de oorlog begon. Daarna kon niemand meer naar binnen.

Propaganda

Israëlische media zijn aan zeer strikte regels gebonden in hun berichtgeving over de oorlog. Volgens RSF zijn zij meer en meer afhankelijk geworden van Israëlische propaganda. Journalisten van buiten mogen alleen Gaza binnen als ze ‘embedded’ zijn in het Israëlische leger.

Media moeten ook hun berichtgeving over bepaalde onderwerpen voor publicatie voorleggen aan het leger. Dat zijn volgens RSF een paar van de redenen waarom Israël nu op plaats 101 staat van de Persvrijheidsindex. Die lijst telt 180 landen, waaronder Nederland, dat op plaats 4 staat.

Verslaggever van Al Jazeera aan het werk in de Westelijke Jordaanoever.Beeld AFP

Israëlische media berichten overigens vooral over de vorderingen van het leger, en nauwelijks over de verwoestingen en het genadeloze optreden van Israël in Gaza, waar volgens Palestijnse bronnen meer dan 34 duizend Palestijnen zijn omgekomen. Onder hen zijn volgens RSF 105 journalisten.

Israël heeft zijn afkeer jegens Al Jazeera nooit onder stoelen of banken gestoken. Journalisten die in Gaza werden gedood of gewond werden door Israël afgedaan als ‘terroristen’. Dat gebeurde bijvoorbeeld met twee journalisten van de omroep die in januari werden gedood bij een luchtaanval in Gaza. In februari raakte een medewerker van Al Jazeera gewond, en hij werd door Israël meteen ‘een plaatsvervangend commandant van Hamas’ genoemd.

Shireen Abu Akleh

Twee jaar geleden, ruim voor de oorlog in Gaza, was er wereldwijde verontwaardiging over het Israëlische optreden rond de dood van de gerenommeerde Al Jazeera-journalist Shireen Abu Akleh. Zij werd doodgeschoten terwijl ze op reportage was in vluchtelingenkamp Jenin op de Westelijke Jordaanoever.

Tal van onderzoeken, onder meer van The New York Times, wezen uit dat de kogel die haar doodde, was afgevuurd door Israëlische troepen, wat Israël aanvankelijk ontkende. Later gaf het toe dat het mogelijk een Israëlische kogel was geweest, maar die zou haar per ongeluk hebben getroffen.

De begrafenis van Abu Akleh werd een grote Palestijnse manifestatie, die door Israëlische ordetroepen werd verstoord: ze schopten en sloegen onder meer in op de mannen die de lijkkist droegen. De kist viel daardoor op de grond, en de wereld reageerde ontzet. Het Israëlische optreden werd in het Witte Huis ‘deeply disturbing’ (onthutsend) genoemd.

V-Dem

Het internationale imago van Israël is de laatste jaren op veel fronten achteruitgegaan. Op de ranglijst van democratieën van de organisatie V-Dem had Israël 50 jaar lang de respectabele status van een ‘liberale democratie’. Op de jongste lijst is het land afgezakt naar een ‘electorale democratie’: in een dergelijke democratie (waartoe ook Polen en Brazilië horen) hebben burgers weliswaar het recht om te kiezen, maar schort het aan zaken als gelijkheid, rechten van minderheden, vrijheid van meningsuiting of de rechtsstaat.

Moody’s, de belangrijke taxateur van de kredietwaardigheid van een land, heeft Israël eveneens een klap toebedeeld. Het land werd in februari voor het eerst in zijn geschiedenis gedegradeerd. Zijn kredietstatus ging van A1 naar A2, en, schrijft Moody’s, ‘de vooruitzichten zijn negatief’.