Direct naar artikelinhoud
Wij zijn goed en zij zijn slecht: dat schema houdt bijna alle conflicten in stand
OpinieOorlog

Wij zijn goed en zij zijn slecht: dat schema houdt bijna alle conflicten in stand

Terreurdaden en oorlogsmisdaden moeten we altijd veroordelen. Maar laten we de vaak legitieme verlangens van de daders, van welke kant dan ook, niet uit het oog verliezen, vindt Alette Smeulers.

De aanvallen op Gaza duren al meer dan zes maanden en er zijn al meer dan 34.000 Palestijnen gedood. Ondanks de wereldwijde protesten is het einde nog niet in zicht. Wanhopig vragen we ons af: wanneer houdt dit eindelijk op?

Een van de oorzaken van dit conflict is dat de strijdende partijen, net als in vrijwel ieder ander conflict, zichzelf als de enige echte slachtoffers zien, de goeden, die strijden tegen de kwaden. En in de strijd van goed tegen kwaad zijn alle middelen geoorloofd.

Althans, dat denkt men. Neem de Israëlische premier Netanyahu, zijn regering en de legertop. Zij doen in hun ogen niet anders dan hun land verdedigen tegen het kwaad, tegen de extremisten die het bestaansrecht van Israël ontkennen. De wens om in veiligheid te leven en hun behoefte zich tegen een gruwelijke terroristische aanval als die van 7 oktober te beschermen, is volstrekt legitiem.

Geweldsspiraal

Maar dat moet dan wel binnen de grenzen van de wet gebeuren – het recht op zelfbescherming is er, maar is niet onbeperkt. Netanyahu en de zijnen houden echter halsstarrig vast aan hun onvoorwaardelijke overtuiging dat zij goed zijn en de tegenpartij slecht en dat maakt hen blind voor hun eigen rol in het conflict en de ontstane geweldsspiraal.

Zelfs nu zij zich door de massale bombardementen schuldig maken aan oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en mogelijk zelfs genocide is dat niet veranderd. De voorlopige maatregelen van het Internationale Gerechtshof en de veroordelingen van de Verenigde Naties ten spijt voelt Israël zich onbegrepen. Het ziet zichzelf als het eigenlijke slachtoffer in dit conflict. Dat werd vooral duidelijk toen de Israëlische vertegenwoordigers jodensterren droegen bij de VN Veiligheidsraad op 30 oktober jongstleden.

Hamas ziet juist Israël als het kwaad. Het stelt dat het de Palestijnse bevolking vertegenwoordigt. De Palestijnen hebben eveneens een volstrekt legitiem belang: het recht op zelfbeschikking en een eigen Palestijnse staat. Ook binnen de grenzen van Israël moeten Palestijnen gezien en behandeld worden als volwaardige burgers met dezelfde rechten en vrijheden als ieder ander. Dit recht wordt hun echter ontzegd: al decennialang lijden de Palestijnen zwaar onder de Israëlische bezetting, onderdrukking en apartheidspolitiek.

Recht op verzet

De situatie was onhoudbaar en hun woede is volkomen terecht; hun recht op verzet onmiskenbaar. Maar ook daar zitten juridische beperkingen aan. Een gewelddadige aanval zoals die van Hamas op Israëlische burgers op 7 oktober is nooit en te nimmer gerechtvaardigd. Toch vond Hamas van wel: Palestijnen waren toch immers de eigenlijke slachtoffers?

Deze voorbeelden staan niet op zichzelf. Veruit de meeste gruweldaden worden begaan door mensen die denken dat zij de eigenlijke slachtoffers zijn en dat zij de goeden zijn. Dat gold zelfs voor de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog en, meer recent, voor Islamitische Staat.

Wij zien dergelijke groepen als de daders die dood en verderf zaaiden, maar veel nazi’s en ook IS’ers zagen zichzelf als degenen die streden tegen het kwaad en tegen verdorvenheid.

De nazi’s wilden afrekenen met de vernederingen in en na de Eerste Wereldoorlog en het onrecht dat hun in Versailles werd aangedaan en presenteerden het grote Germaanse Rijk als utopisch beeld van een betere wereld. IS wilde het kalifaat oprichten om zo een eind te maken aan de (westerse) verdorvenheid.

Bestaansrecht

Op zich is de wens om de wereld beter te maken begrijpelijk en legitiem. Waar het misgaat, is als die betere wereld er een is waarin het bestaansrecht van bepaalde groepen niet erkend wordt, waar deze groepen worden gedemoniseerd en als het kwaad bestempeld worden. Dat leidt tot (massa)moord.

Waar we dus vanaf moeten, is het zwart-witdenken waarbij we mensen als goed óf juist kwaadaardig zien. We moeten mensen op hun daden beoordelen en daarbij het internationale recht en de mensenrechten als normatief kader gebruiken. Het recht is helder en op basis daarvan kunnen we precies aangeven wat wel en niet mag.

Laten we ons daaraan vasthouden en hard zijn in ons oordeel over de misdrijven die gepleegd worden zonder daarmee ook meteen de legitieme belangen van de daders en groepen die zij vertegenwoordigen van tafel te vegen. Pas dan kunnen we in oplossingen gaan denken en kan een einde aan het geweld in zicht komen.

Alette Smeulers is hoogleraar internationale misdrijven aan de Rijksuniversiteit Groningen en het University College Groningen

Lees ook:

De oorlog in Gaza wordt versimpeld tot een strijd tussen goeden en slechten

Het complexe verhaal van het Midden-Oosten is vereenvoudigd tot goed en fout. Het voedt de spanningen in onze samenleving. Er moet meer nuance in de berichtgeving komen, betoogt Maurits Jan Vink.

De realiteit is complex, dingen kunnen tegelijk waar zijn

Hoe ons te verhouden tot de complexe wereld om ons heen, het verval van de democratie en de oorlog in Gaza? De internationale media proberen ons inzicht te geven, noteert Inez Polak in de nieuwe rubriek ‘Opinie over de grens’.