Amper de helft van de Nederlandse baby’s krijgt borstvoeding

Wereldwijd is iedereen het erover eens: borstvoeding is de beste voeding voor de baby, en een kind borstvoeding geven is ook goed voor de gezondheid van de moeder. De Wereldgezondheidsorganisatie en kinderrechtenorganisatie Unicef bevelen daarom aan dat alle kinderen totdat ze zes maanden oud zijn volledig gevoed worden met moedermelk.

In Nederland wordt die aanbeveling allerminst in de praktijk gebracht: op een leeftijd van zes maanden krijgt minder dan één op de drie kinderen nog borstvoeding. Op de dag van geboorte krijgt de helft van de baby’s borstvoeding. Dat blijkt uit nieuw onderzoek in opdracht van het Voedingscentrum.

Nooit eerder kregen zo weinig pasgeborenen in Nederland borstvoeding. Begin deze eeuw lag het percentage nog rond de 80 procent. De laatste tien jaar neemt dat percentage sterk af. Sinds 1997 wordt bijgehouden hoeveel kinderen moedermelk krijgen.

Van de moeders die beginnen met borstvoeding maar daarmee stoppen voordat de baby zes maanden is, doen de meesten dat in de eerste maand. Verreweg de meeste moeders die stoppen met borstvoeding waren van plan om het langer vol te houden. Twee derde van hen is teleurgesteld dat dit niet is gelukt.

‘Méér dan een middel om je kind te voeden’

“Ik vind deze uitkomsten schokkend en triest”, reageert Lydia de Raad, voorzitter van La Leche League International, een vrijwilligersorganisatie die moeders ondersteunt bij de borstvoeding. “Dat moeders het een teleurstelling vinden om te stoppen, maakt wel duidelijk dat borstvoeding méér is dan een middel om je kind te voeden.”

Dat relatief veel moeders in de eerste maand stoppen met borstvoeding, kan De Raad wel verklaren. “We zien al jaren dat moeders het lastig hebben in de derde en vierde week. Alle hulp is dan het huis uit, de vader is weer aan het werk en de baby heeft dan wat huilerige dagen. Dan slaat de twijfel toe.”

Consult niet in basispakket zorgverzekering

Als redenen noemen moeders dat zij niet voldoende melk hebben voor hun kind (of daaraan twijfelen), dat het de baby niet lukt om aan de borst te drinken, of dat het voeden pijnlijk is. “Op zulke momenten hebben moeders hulp nodig”, zegt De Raad. “Maar dat is in Nederland nog niet zo makkelijk. Een consult van een lactatiekundige kost algauw 150 euro en zit niet in het basispakket van de zorgverzekering.”

Internationaal staat Nederland op de 90ste plaats van de 100 als het gaat om borstvoeding en beleid. “De Nederlandse politiek heeft weinig op met borstvoeding”, zegt De Raad. “Het wordt niet actief bevorderd, terwijl de gezondheidsvoordelen bewezen zijn. Andere landen zijn daar veel actiever in, dan zie je dat borstvoeding geven vanzelfsprekend wordt.”

Lees ook:

Tongriem bij baby’s te vaak doorgeknipt

Het doorknippen van de tongriem gebeurt steeds vaker bij baby’s. Kinderartsen maken zich daar zorgen over.