Direct naar artikelinhoud
ReportageCambodja

Yong Cheat (43) verdiende aardig aan tempeltoeristen, tot ze moest verhuizen naar een droog en stoffig gat

Yong Cheat in haar winkeltje.Beeld Erik van Zwam

De Cambodjaanse regering dwong zesduizend families om te verhuizen van de toeristische trekpleister Angkor Wat naar een bloedhete nieuwe stad waar geen werk is. ‘Het is hier een ramp, vooral als het hard waait.’

Op een uur rijden vanaf het fameuze negenhonderd jaar oude tempelcomplex Angkor Wat, langs akkers en huizen op hoge palen, ligt de nieuwe stad: Run Ta Ek. Alle bomen zijn gekapt. Het is er dor en bloedheet met temperaturen die oplopen tot 40 graden Celsius. Langs nieuwe rode gravelwegen staan minuscule golfplatenhuisjes op stukjes grond van 20 bij 30 meter. De meeste staan leeg. Een zeldzame optimist zette een stenen huis neer. De nieuwe stad, die twee jaar geleden is aangelegd, lijkt alweer bijna verlaten.

Hier moeten zesduizend families wonen. Gezinnen die volgens de regering in Phnom Penh vrijwillig zijn vertrokken uit de omgeving van Angkor Wat. Ze kregen een financiële regeling en een stukje grond als ze ‘vrijwillig’ vertrokken naar Run Ta Ek. Zo niet, dan werden hun huisjes plat gebulldozerd en kregen ze niets. Amnesty spreekt zelfs over tienduizend gezinnen die uit hun huis zijn gezet.

Het massatoerisme in Angkor Wat trok de laatste jaren vele kleine ondernemers, hosselaars, bedelaars en arme mensen die er werk vonden. Ze bouwden van allerlei soorten materialen hutjes om in te wonen. In 2008 waarschuwde Unesco voor de ongecontroleerde bebouwing rond het cultureel erfgoed Angkor Wat. Nu gebruikt de regering van Cambodja dat oude bericht om huizen te ontruimen: anders zou de werelderfgoedstatus in gevaar komen. Iets wat Unesco ontkent. De overheid staat alleen nog winkeltjes en eettentjes toe die ze zelf reguleert en waar ze huurinkomsten voor ontvangt.

Negen kinderen

In een van de weinige winkeltjes in Run Ta Ek zit Yong Cheat, ze is 43 jaar heeft negen kinderen. Voor haar huisje, onder een overkapping van plastic zakken, verkoopt ze vis die ze in leven probeert de houden in een schaal met water, kippenbouten, eieren, verdorde aubergines, limoenen, sla, vissaus, rijst, suiker en kookolie. Ze geeft haar baby van een paar maanden de borst. “Het is hier een ramp. Vooral als het hard waait. Alles zit onder het stof. Laatst is mijn dak er nog afgevlogen.”

Ze is niet tevreden met haar gedwongen vertrek uit Angkor. “Daar had ik ook een eigen zaakje met dezelfde waren en verdiende ik 11 tot 14 euro per dag. Hier lijd ik elke dag verlies.” Ze hoopt, tegen beter weten in, dat het ooit beter wordt.

Op een stukje afgebakende grond ligt het fundament voor een nieuw huis, met daarachter een schamel hutje van roestige golfplaten. Het is plot nummer Y5047. Sou Maroth (49) laat haar woninkje zien. Binnen ligt stof en gruis op de tweepersoonsmatras en het keukentje. Ze verontschuldigt zich ervoor. Maroth is weduwe en heeft drie zonen. De jongste heeft ze afgestaan aan wat zij noemt een ‘weeshuis’. Ze had geen geld voor zijn eten, kleren en school.

Sou Maroth bij de fundamenten van haar nieuwe huis.Beeld Erik van Zwam

“Ik had werk in Angkor als schoonmaakster en verdiende 185 euro per maand. Toen kwam iemand van de overheid die zei dat de weg werd verbreed en mijn huisje platgegooid zou worden. Ik moest hierheen. Ik had geen keus. Het is fijn om een stukje grond te hebben om groente te verbouwen, maar ik ben nu wel werkloos. Ik krijg tien jaar lang 65 euro per maand van de overheid, omdat ik verhuisde.” Elke dag op en neer gaan naar Siem Reap, de miljoenenstad bij Angkor, om werk te zoeken, is geen optie op haar oude scooter.

“Ik ben sinds de verhuizing bankroet. Ik kan het nieuwe huis de komende jaren niet afbouwen.” In dit golfplaten hutje is het overdag een sauna. “Niet te harden, maar buiten is ook geen schaduw.” Ze hoopt hier ooit een coffeeshop te beginnen, maar dan moeten er wel klanten zijn.

‘Er is hier overdag geen hond’

Van die zesduizend stukjes grond die de regering aan de voormalige bewoners van Angkor gaf, staan er veel weer te koop, berichtte de Khmer Times. De nieuwe eigenaren zijn er nooit gaan wonen, maar verhuisd naar Siem Reap waar wel werk is. Yong Cheat zegt in haar winkeltje dat de rest van de bewoners elke dag op en neer pendelt om in Siem Reap en Angkor te werken, net als haar man. “Er is hier overdag geen hond.”

De regering zegt een oplossing te hebben gevonden om Run Ta Ek economisch aantrekkelijk te maken. Minister van binnenlandse zaken Prak Sam Oeun zei eind vorig jaar, na overleg met alle overheden en de lokale gemeenschap, dat er uitgelezen mogelijkheden zijn om van Run Ta Ek een eersteklas toeristische attractie te maken, zo meldt de Khmer Times. Welke stond er niet bij.

Cheat kijkt verbijsterd als haar gevraagd wordt naar toeristische mogelijkheden van haar woonplaats. “Waarom zou een toerist hier in hemelsnaam willen komen? Er is hier niets, behalve een ondraaglijke hitte, droogte en veel stof.” Ook zij zou het liefst weg willen, maar ze ziet nog geen mogelijkheden.

Lees ook:

Tempel-arbeiders bij Angkor worden uitgeknepen

De restauratie van het Angkor-complex in Cambodja is een prestigieus internationaal project, maar de arbeiders hebben weinig rechten en worden onderbetaald.