Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Van groentje tot Navokandidaat: Rutte is in ‘recordtijd door de wasstraat gegaan’

Dat juist Mark Rutte een internationale topfunctie bij de Navo ambieert, zal veel van zijn medewerkers van het eerste uur verbazen. In Ruttes eerste dagen als premier, in 2010, moest hij nog een spoedcursus ‘omgaan met regeringsleiders’ krijgen. Een terugblik met de mensen die toen met hem samenwerkten.

Mark Rutte luistert bij zijn eerste Europese top in oktober 2010 mee met de toenmalige bondskanselier Angela Merkel en Britse premier David Cameron.Beeld Corbis via Getty Images

Mark Rutte is koud twee weken premier als hij naar Brussel moet voor zijn eerste Europese top. Hij is zenuwachtig. Die donderdagochtend 28 oktober 2010 wordt hij al vroeg met de dienstauto van Den Haag naar België gereden. Naast hem op de achterbank zit de ambassadeur van Nederland bij de EU, Tom de Bruijn, om hem een spoedcursus ‘hoe houd ik me staande tussen regeringsleiders’ te geven. Een van de punten: niet meteen alles zeggen wat er in je opkomt.

Het is lastig voor te stellen, na ruim dertien jaar premier Rutte. Inmiddels reist hij in een vloek en een zucht naar Istanboel om een notoire dwarsligger als de Turkse president Erdogan met succes te bewegen zijn kandidatuur te steunen om secretaris-generaal van de Navo te worden. Een volleerd diplomaat. Maar ooit wist Rutte van toeten noch blazen.

Zijn eerste schreden op het internationale toneel vond hij best eng; hij is de eerste om dat toe te geven. Onlangs nog, toen hem tijdens een vragensessie op Instagram werd gevraagd waar hij het meest moeite mee had in zijn beginjaren als minister-president: “Internationale vergaderingen. Wat is het moment om wel of niet wat te zeggen? Hoe breng je het? Ga je preken of breng je gewoon je opvattingen? Waar kun je anderen helpen om ook te investeren in die relaties? Dat vond ik echt wel spannend de eerste tijd.”

Handje schudden

Oud-ambassadeur De Bruijn herinnert zich het eerste optreden van Rutte in Brussel nog goed. Net als de autorit ernaartoe. “Ik zei: laten we wat eerder vertrekken. Voordat zo’n top tussen regeringsleiders begint, lopen de delegaties uit alle landen nog wat door de ruimte bij de vergaderzaal. Vooraf had ik tegen mijn collega’s uit andere landen gezegd dat ik onze nieuwe premier wilde voorstellen. Even een handje schudden en kennismaken met belangrijke spelers als Angela Merkel en Nicolas Sarkozy. Iedereen die ertoe deed, heeft hij toen kort gesproken.”

In de auto erheen legt De Bruijn, later nog korte tijd minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet Rutte-III, de premier uit wat hem te wachten staat. Hij heeft dan al heel wat Europese toppen meegemaakt met Ruttes voorganger Jan Peter Balkenende. “Het is voor iedereen spannend als er een nieuwe leider aantreedt, ook voor ons diplomaten. Het is toch altijd afwachten hoe zo iemand valt bij de rest van de regeringsleiders.”

Noodfonds voor eurozone

Bij die eerste top van Rutte staat meteen een belangrijk onderwerp op de agenda: een noodfonds voor de eurozone. Landen als Griekenland, Portugal en Ierland zitten in financiële problemen en dat dreigt de euro onderuit te halen. Nederland wil niet onbeperkt geld overmaken.

Tijdens de twee uur durende rit legt De Bruijn de kersverse premier uit hoe het spel gespeeld wordt. “Je legt uit hoe het krachtenveld eruitziet. Welk land wil wat? Als nieuweling moet je niet meteen van wal steken, dan denkt iedereen: ho even, jij! Ik adviseerde om ons aan te sluiten bij de Duitsers, die toen net zo dachten over het noodfonds als wij. Ik zei: luister naar Merkel en sluit je daarbij aan, maar dan wel in andere woorden, nooit alleen maar herhalen wat anderen zeggen.”

In het diepe

De huidige ambassadeur in Berlijn, Ronald van Roeden, werkte destijds op het ministerie van Algemene Zaken als raadadviseur Europese Zaken. Desgevraagd zegt hij het beeld wel te herkennen dat Rutte in het begin moeite had met de vraag hoe hij zich moest opstellen bij internationale aangelegenheden. “Zelf werkte ik pas een jaar als raadadviseur. Ik kon me destijds optrekken aan Balkenende, die ervaren was. Toen Rutte kwam, gebeurde het omgekeerde. Het moeilijke aan een Europese top is dat er geen spelregels voor zijn. Hij werd meteen in het diepe gegooid.”

De eurocrisis speelt heel snel op en niemand heeft er nog een goed antwoord op, of kan voorspellen hoe het verder zal gaan. Van Roeden spreekt van ‘een crisissituatie waarin iedereen werd meegezogen’. Wat het voor Rutte extra lastig maakt: niet lang voor zijn aantreden zijn de spelregels van een Europese top veranderd door het Verdrag van Lissabon. Van Roeden: “Voortaan zat een regeringsleider in zijn eentje in zo’n vergadering. Aanvankelijk was ook de minister van Buitenlandse Zaken aanwezig, die hem kon souffleren. Zo van: nu wel wat zeggen, nu even niet. Rutte kan nogal spontaan zijn. In Europa is dat niet altijd verstandig. Dus ga je voor zo’n vergadering wat ‘droogoefenen’ over hoe het kan verlopen.”

Voor ambtenaren is dat in het begin wel even spannend. Ze zitten in een aanpalende ruimte en hebben geen idee hoe de vergadering verloopt en hoe ‘hun’ regeringsleider het doet. Zeker als je een nieuwe baas hebt, is het afwachten of hij het er goed van afbrengt. Vooral wanneer vergaderingen tot een uur of vier ’s nachts doorgaan. Dan duiken ambtenaren op elk snippertje informatie dat uit de zaal naar buiten komt om te peilen hoe het binnen verloopt.

Door de wasstraat

Rutte is voorafgaand aan die eerste top op het hart gedrukt de Duitsers bij de les te houden. Van Roeden: “We waren bezorgd dat Duitsland te veel in het kamp van de Fransen zou komen, die wilden dat rijke landen meer zouden betalen. Maar je hebt als ambtenaar je premier niet aan een touwtje.”

Rutte is in recordtijd ‘door de wasstraat gegaan,’ zegt Van Roeden. “Er lag een enorm probleem op tafel dat moest worden opgelost. Maar hij bracht het er goed van af. Mijn ervaring in die jaren met hem was dat hij vooraf een overleg ingaat met de rotsvaste overtuiging zijn standpunt met hand en tand te verdedigen, maar ook met het rotsvaste idee dat er wél een besluit moet worden gevonden. Hij is erg oplossingsgericht. Dat bleek tijdens de eurocrisis en later met de migratiecrisis.”

Rutte in Brussel in 2010.Beeld ANP / EPA

Achteraf wil Rutte nog weleens stoom over andere regeringsleiders afblazen bij zijn entourage. “Maar dat deed hij nooit in de zaal. Hij heeft moeite met mensen die vooraf ‘uitstekend, die harde lijn’ tegen hem zeggen, maar hem vervolgens in de vergaderzaal de kolen uit het vuur laten halen en als het niet lukt niets van zich laten horen. Hij heeft liever mensen met wie hij het fundamenteel oneens is, maar die standvastig zijn in hun positie.”

Terugkijkend snapt De Bruijn niet zo goed dat Rutte aangeeft dat hij het moeilijk vond in het begin, die internationale optredens. “Al meteen die eerste top, toen hij zich voorstelde, viel hij ontzettend goed bij iedereen. Hij is sociaal heel sterk, maakt onmiddellijk contact en heeft een prettige uitstraling. Die open houding van hem, daar reageerden alle aanwezigen positief op.”

En als hij het al moeilijk vond, dan heeft hij het snel geleerd, zegt de oud-minister. “Al na een paar vergaderingen van de Europese Raad kreeg hij het spelletje zó goed door dat hij er een belangrijke rol opeiste. En die rol is alleen maar gegroeid. Niet voor niets werd hij eerder al eens gevraagd om voorzitter van de Europese Raad te worden en nu secretaris-generaal van de Navo. Rutte had het spel gewoon ontzettend snel door.”