Direct naar artikelinhoud
Interview

‘Kamikazetrainer’ en protagonist van de aanval Peter Bosz: ‘Nu prijs ik ze, maar intern ben ik bikkelhard’

PSV-coach Peter Bosz op de schouders na afloop van de wedstrijd Heerenveen-PSV (0-8) in het Abe Lenstra Stadion, donderdag 25 april.Beeld Olaf Kraak / ANP

Trainer Peter Bosz van PSV is op zijn 60ste eindelijk kampioen van de eredivisie. ‘Mensen zijn dit seizoen met oehs en aahs naar huis gegaan.’ Graag zou hij nog het record van 93 punten evenaren, uit 1971-1972, van Ajax met Cruijff.

De dichter van het Nederlandse voetbal heeft zijn prijs gewonnen. De dichter? Dat zit zo. ‘Dichters winnen geen prijzen’, zei José Mourinho na de verloren finale van de Europa League tussen Ajax en Manchester United, in 2017. Bosz was de beteuterde trainer van Ajax. Maar zie, de dichter Bosz, de protagonist van de aanval, won zondag voor het eerst de grootste prijs in Nederland, de titel met PSV. Dat gebeurde met meeslepend voetbal.

Jaja, hij herinnert zich die uitspraak nog. ‘Maar ik zet geen wedstrijd van Mourinho op’, vertelt Bosz op de Herdgang, het trainingscomplex van PSV. ‘Deze dichter gaat niet het boek van Mourinho kopen, om zijn gedichten te lezen. Dat vind ik niet interessant. En dat zeg ik niet omdat hij dat over mij heeft gezegd. Zo is het. Ik kijk elke avond welke wedstrijden er op tv zijn. Als er een wedstrijd van Guardiola (trainer Manchester City) is, ga ik kijken. Dan geniet ik. Daarvan zie ik de schoonheid.’

Over de auteur
Willem Vissers is ruim 25 jaar voetbalverslaggever voor de Volkskrant. Hij versloeg acht WK’s. In 2022 is hij uitgeroepen tot sportjournalist van het jaar.

In een paar zinnen legt Bosz uit waarom PSV mooi voetbalt. ‘Als je naar PSV kijkt, zie je veel doelkansen. Dat doen we op een manier die ik aantrekkelijk vind, met veel intensiteit en variatie. We hebben geweldige, mooie doelpunten gemaakt. Heel veel doelpunten ook. We hebben veel situaties voor het doel van de tegenstander gecreëerd. Ik noem dat met gekkigheid de oehs en de aahs. Mensen moeten met oehs en aahs naar huis gaan. Dat je in het stadion hoort: woooaaaa. Cruijff zei altijd: bij 3-0 is een bal op de lat een groter spektakel dan de 4-0.’

Bovendien kreeg de ‘kamikazetrainer’ Bosz, zoals hij is genoemd, de minste doelpunten tegen, ondanks zijn liefde voor de aanval. ‘Ik ben altijd bezig geweest met de restverdediging. Maar als je, met alle respect, bij Heracles werkt, maken de jongens meer fouten dan hier. We hebben goede spelers, ook goede verdedigers. Door die jongens raak ik dat stempel misschien kwijt, maar dat probeerde ik ook bij andere clubs zo te organiseren. Maar als we eens met grote cijfers verloren, was het bij mij niet van: nu moet ik misschien eens voorzichtiger spelen. Daarin ben ik duidelijk geweest. We gaan hier een manier van voetballen introduceren, en er is geen tussenweg.’

Amusement

Hij was eens trainer bij Borussia Dortmund en stond vijf punten voor op Bayern München, toen een duel met Real Madrid verloren ging. De doelman, centrale verdediger en verdedigende middenvelder gingen klagen. Het spel was te aanvallend. Ze keken naar zichzelf. ‘Die ruimte geef ik nooit meer aan spelers. Overal waar ik aan de slag ga, wil ik zeker weten dat ze mijn filosofie omarmen. Die filosofie is: aanvallend voetbal. Ik wil niet dat dat voor problemen zorgt als we eenmaal aan de slag zijn gegaan. Het is duidelijk: dit is onze manier van spelen. Zorg maar dat je die onder de knie krijgt, want dit gaat het het hele jaar worden, ook als we de eerste wedstrijd met 5-0 verliezen. En weet je wat het is? Over het algemeen vindt bijna iedereen het leuk om de bal te hebben, om bij balverlies even te jagen en de bal weer terug te hebben. Om kansen te creëren. Om veel te scoren en samen te juichen. Iedere speler die goed kan voetballen, houdt van dit type spel.’

Amusement is de crux van betaald voetbal. ‘Ik vind dat heel belangrijk. Daarmee begint het, met goed voetbal. Mensen die naar het stadion komen en veel geld betalen, moeten wat te genieten hebben. Ik snap dat die mensen blij zijn als je een wedstrijd wint, maar er komt ook een moment dat ze goed voetbal verlangen. De voldoening voor mij zit bij mezelf, niet bij anderen. Ik ben trots dat deze jongens dit voetbal op de mat leggen.’

Hij is gelukkig. Binnen één seconde geeft Bosz antwoord op de vraag of het leven in tijden van sportieve voorspoed makkelijker is voor een trainer. ‘Ja. Hoe je slaapt, hoe je leeft, hoe je in het leven staat. Het is nooit een ontspannen seizoen. Ook kampioen worden brengt druk met zich mee. Maar de druk van kampioen worden is veel fijner dan de druk van degraderen. Die laatste vorm verscheurt je.’ Als het goed gaat, is hij ook een prettiger mens voor mevrouw Bosz.

Stil genieten

En nu is het feest, dat hij vooral als stille genieter ondergaat. ‘Het is nooit een frustratie geweest’, zegt hij over het lang uitblijven van een titel in de hoogste klasse. Hij legt uit hoe het team in elkaar steekt. Hijzelf is de kapitein, aanvoerder Luuk de Jong zou je de stuurman kunnen noemen, in metaforische zin. Maar er zijn meer sleutelspelers. ‘Daar hebben we er veel van, iedereen op zijn eigen gebied. Het gebied van Veerman is voetbal. Als de ander loopt, legt hij de bal weg. Dan is het mijn taak, als kapitein, dat anderen moeten lopen voor hem. André Ramalho is het toonbeeld van hoe je je vak beleeft. Hij heeft elke dag een trommel met warm eten bij zich, samengesteld op zijn behoefte. Als ik een jongere speler was, zou ik me daaraan optrekken.’

Jerdy Schouten is weer het verlengstuk van de trainer. De 6, de spelbepaler, maar niet eentje zoals hij zelf was. ‘Het voetbal begint via hem.’ Soms is hij achterin nodig, omdat PSV dan meer onder druk kwam en toch een verzorgde opbouw wilde. Bosz geniet intens, ook van de scherpte en de kwaliteit op de training. ‘Het niveau is niet normaal, bij een positiespel. Vaak zie je de jongens gemakzuchtig worden als het zo goed gaat. En dat is het knappe van dit seizoen; ze blijven de concentratie opbrengen. Ik denk dat het heeft meegespeeld dat ze al zes jaar geen kampioen waren geworden. We hadden één doel: kampioen worden, en spelen in het hoofdtoernooi van de Champions League.’

Een stempel op de titel? ‘Moet dat?’ Hij geniet van de focus en wil het record van 93 punten evenaren, uit 1971-1972, van Ajax met Cruijff. ‘Die grote ploeg, die de huidige Champions League drie keer wist te winnen. Een record aller tijden, van al die grote ploegen door de jaren heen. Als dat makkelijk was geweest, was het ergens tussendoor wel een ander elftal gelukt.’ Het ging na de winterstop overigens iets moeilijker dan daarvoor met PSV. Er is ook meer gebeurd dan Bosz soms dacht. ‘Ik zat in mijn eigen schriftje te kijken en zag opstellingen staan. Tegen FC Utrecht speelde Sangaré nog, toen was Schouten er niet. Dest speelde rechtsback tegen Heerenveen, terwijl hij in mijn hoofd het hele seizoen linksback was. Ik heb al eerder gezegd dat dit de beste selectie is waarmee ik heb gewerkt.’

Cleaner

Dat is veelzeggend, voor een trainer met jarenlange ervaring. Hij gaf de spelers in het begin van het seizoen een boek over Michael Jordan, over mindset. ‘Iedere speler vindt zichzelf een winnaar, want iedereen wil graag winnen. Dat boek was intrigerend, om erachter te komen wat er werkelijk nodig is om een winnaar te zijn. In dat boek staan drie gradaties; bij de hoogste ben je een cleaner.’ Met assistent Rob Maas hield hij gesprekken met spelers. ‘Vind jij jezelf een cleaner?’ Dat is iemand die zich niet laat tegenhouden, door wie of wat ook, die alles van zijn medespelers eist.

‘Deze jongens hebben dat antwoord elke week gegeven, door te winnen, vaak twee keer in de week. Ik denk dat iedere speler beter is geworden, zelfs De Jong, in een aantal facetjes.’ Bosz denkt al aan de volgende stap, volgend seizoen. Iets meer rouleren met spelers, voor evenredige belasting in een druk seizoen. ‘De grootste uitdaging is of ze die mindset weer kunnen opbrengen, want we hebben hard getraind en we zijn heel kritisch. Nu prijs ik ze, maar intern ben ik bikkelhard, op de kleinste, lulligste dingetjes. En nieuwe ogen dwingen, dat is weg volgend seizoen.’

Het evenaren van de zegereeks van zeventien duels, of het aantal punten, dat hoeft niet per se. ‘Dan kun je nog steeds kampioen worden. Als we het record nu evenaren, is dat twee keer voorgekomen in de hele geschiedenis van de eredivisie. Dan zou het raar zijn als we dat volgend seizoen weer doen. Dat hoeft ook niet. Los van de resultaten hebben we gewoon goed voetbal gespeeld. Ik heb echt genoten op de bank.’