Direct naar artikelinhoud
Makkelijk te raden dat ik Joost Klein op de hoogste Eurovisie-trede wens
Column

Makkelijk te raden dat ik Joost Klein op de hoogste Eurovisie-trede wens

Hoe meer ik het bombardement van beelden en superlatieven moet ondergaan, hoe meer de contouren van mijn weerzin voor haar vorm krijgen. Ach, hoor ik al jongere lezers zuchten: alweer een boomer die de houdbaarheidsdatum van zijn verwondering voor het nieuwe en frisse heeft overschreden. Ja, ik weet het, Taylor Swift is in al haar vezels een verzameling superlatieven en records, zoveel zelfs dat je hoofd ervan gaat draaien. Ze is de eerste zangeres in de geschiedenis van de popmuziek die alleen door haar muziek miljardair is geworden, dit terwijl haar huidige wereldtournee 2 miljard zal opbrengen. Ook de eerste zangeres die door Time Magazine tot persoonlijkheid van het jaar is gekozen. Verder, 200 miljoen albums verkocht, 34 miljoen views op YouTube, enz.

En toch kunnen haar shows en liedjes geen snaar bij me raken. Alsof de geslepen Swift te veel naar Madonna heeft gekeken. En wat haar ordinaire glitter badpak betreft, zal ik maar zwijgen. Het enige dat mij in haar boeit, is het electorale gewicht dat de zangeres in de aankomende Amerikaanse presidentsverkiezingen kan werpen: als daadwerkelijk Taylor Swift ons een nieuwe termijn van Donald Trump kan besparen, beloof ik haar laatste album The Tortured Poets Department te kopen.

Vanaf dinsdag gelukkig geen Swiftmania bij de week van het Eurovisiesongfestival. Maar waarom krijgt Joost Klein (26) dan van deze boomer de mildheid en goedkeuring die Taylor Swift niet mag oogsten? Zijn nummer Europapa is toch deels in een soort rap verankerd en de al decennia alomtegenwoordige rap vind ik in al zijn poverheid de dolksteek in de rug van het traditionele chanson. Zal wel, maar kan ik er iets aan doen dat ik ’s ochtends met het deuntje van Joost in het hoofd wakker word? Koffiezetten, boterham smeren, tv aanzetten, kranten lezen en nog steeds Europapa-papa-papa galmend door mijn neuronen!

Maar er is meer en het begint met de vorm. Met de verfrissende zelfspot waarmee de zanger zichzelf relativeert. Dat belachelijke Europablauwe colbert met puntige schouders, daar kan geen kitscherig glitter badpak tegenop. Tel daarbij het ridicule kapsel en dito snor en het huppelende dansje, dan heb je de vrolijke verschijning van een artiest die zich niet al te serieus wil voordoen. Toch een deugd in het ooit calvinistische Nederland. Maar boven alles: Joost zingt in het Nederlands. Geen nexit dus maar een ode aan ons continentale onderkomen en dat ook nog in je moerstaal!

Wat als laatst erbij kwam was het mooie stuk van Nienke Schipper, zaterdag in Trouw, waarin we lazen hoe de zanger een leven van tegenslagen op eigen kracht wist te redden. Het verhaal van een jongetje dat binnen een jaar zijn vader en moeder kwijtraakte, op school werd gepest en een covid-depressie overwon om zijn droom, Nederland vertegenwoordigen bij het Eurovisiesongfestival, tegemoet te treden. Men hoeft geen glazen bol te bezitten om te raden wie ik op de hoogste trede van het songfestival in Malmö wens. Op de tweede plek zit dan Italië met Angelina Mango (La Noia) en als derde Frankrijk met het gedurfde traditionele chanson van Slimane, de ballade Mon amour.

Twee keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.