Als je een auto hebt, is het belangrijk om deze regelmatig schoon te maken. Zo zorg je ervoor dat de autolak beschermd blijft, de sensoren blijven werken en de schone koplampen zorgen ervoor dat je beter zichtbaar bent voor de andere bestuurders. Het is een klus die aandacht vereist en waarbij onbewust nog wel eens fouten worden gemaakt. Zonde van al die tijd, moeite én je auto. Daarom zetten we in dit artikel de meest gemaakte fouten op een rij zodat jij ze niet meer hoeft te maken!
Fout 1: Je auto in de zon wassen
Wachten tot de zon doorbreekt om je auto vervolgens schoon te maken terwijl je van het fijne weer geniet; het kan de klus wellicht leuker maken, máár praktisch is het niet. Door de warmte verdampen de schoonmaakproducten te snel, met strepen en vlekken als gevolg. Deze sporen zijn lastig te verwijderen en bovendien is het niet zo goed voor de autolak.
Fout 2: Het grootste vuil niet (op de juiste manier) verwijderen
Begin de wasbeurt altijd met een hogedrukreiniger of tuinslang om het grootste vuil van de auto af te spoelen. Je auto zit namelijk vol met zand en ander vuil zoals stof en stuifmeel. Door je auto eerst schoon te spuiten en af te spoelen ben je dus al van een groot deel van het vuil af. Als je met een hogedrukreiniger te werk gaat, is het belangrijk dat je de lak niet beschadigt. Hou daarom altijd minimaal 20 centimeter afstand.
Fout 3: Niet in de juiste richting te werk gaan
Omdat de onderkant van je auto het dichts bij de grond zit, is deze ook het snelst de dupe van de modder, sneeuw, strooizout of een ander vuil oppervlak waar je overheen rijdt. Werk dus altijd van boven naar beneden en bewaar de vuilste delen voor het laatst. Poets je auto ook altijd in de lengterichting. Als je draaiende bewegingen maakt, kunnen er cirkelvormige krassen ontstaan en dié vallen juist extra op als jouw auto blinkend schoon is!
Fout 4: Geen twee emmers gebruiken
Als je met één emmer te werk gaat om je auto schoon te maken, is dat onbegonnen werk. Je poetst je auto dan namelijk al snel met het vuile water dat van de auto afkomt. Vul daarom altijd twee emmers met water. Bij één emmer voeg je autoshampoo toe en de andere emmer gebruik je om je washandschoen – handschoen?! Jazeker, zie punt 5 – schoon te spoelen. Zo hou je het vuil gescheiden van de shampoo waarmee je je auto schoonmaakt.
Fout 5: Een spons gebruiken
Hoe handig en logisch een spons ook lijkt, eigenlijk heeft het een ongewenst effect. Een spons houdt veel vuil en zand vast en dat kan voor krasjes zorgen. Je kunt beter te werk gaan met een microfiber washandschoen. Met een washandschoen blijft het vuil niet aan het oppervlak zitten. Door de handschoen tijdens het wassen regelmatig in de schone emmer met water af te spoelen, voorkom je krasjes.
Fout 6: Allesreiniger of afwasmiddel gebruiken
Groene zeep, afwasmiddel of allesreiniger zijn handige schoonmaakmiddelen die voor veel dingen gebruikt kunnen worden. Helaas geldt dit niet voor het wassen van je auto. Deze producten hebben vaak hardnekkige reinigingsmiddelen en dat is funest voor je autolak. Gebruik daarom een autoshampoo die speciaal voor dit klusje is gemaakt.
Fout 7: De velgen niet apart wassen
De meest vieze onderdelen van je auto bewaar je voor het laatst: dat zijn de velgen. Deze kun je het best apart schoonmaken met een speciale velgenreiniger. Verdeel het middel met een reinigingskwast en maak ook de achterzijde van je wielen goed schoon. Als je geen speciale reiniger voor dit klusje hebt, kun je ook afwasmiddel gebruiken. Zit er smeer op je velgen? Dan doet afwasmiddel de truc niet. Je kunt in dat geval eventueel terpentine gebruiken. Spoel de velgen erna af met warm water.
Fotocredits
- Header: baranozdemir
- Foto 2: sutteerug
