Direct naar artikelinhoud
A view of a newsstand in Italy circa 1955 (Photo by John Garetti/Getty Images)Beeld Getty Images
Reportage Italië

Hoe een stukje typisch Italië verloren dreigt te gaan: minder kranten, minder kiosken

Moderniteit dreigt in Italië een nieuw slachtoffer te eisen: de edicole verdwijnt uit het straatbeeld. De Italiaanse krantenkiosk moet gered, vindt eigenlijk iedereen – maar hoe?

Begin vorig jaar opende de ondernemende Daniela Bordin een krantenkiosk in de binnenstad van Padua. Het kleine winkeltje had een paar maanden leeg gestaan. Bordin, een kleine Italiaanse van 63 met geblondeerde lokken en roze gelakte nagels, zag kansen. “De kiosk stond in een drukke buurt. Ik verwachtte veel klandizie. Maar aan het einde van de dag keek ik in de kassa en zag dat ik niet voldoende verdiende.” Afgelopen december, na een jaar ploeteren, sloot ze de tent. “De kiosk kostte me geld. Het was zinloos. Ik was erg teleurgesteld.”

Gelukkig voor haar runt Bordin met haar echtgenoot een tweede kiosk in Abano Terme, een charmant kuuroord ten zuiden van Padua. En dat winkeltje loopt wél redelijk, vooral dankzij de buitenlandse toeristen van een zekere leeftijd die bij haar Le Monde, The Economist en Die Welt kopen. “Mijn man en ik leven hier nu van”, vertelt Bordin, aan alle kanten omgeven door kranten, Bouquetreeksen, roddelbladen, puzzelboekjes en tijdschriften over koken, zeilen, auto’s, tuinieren, psychologie en mode.

Bordin is bij lange na niet de enige die een onrendabele krantenkiosk heeft moeten sluiten. In Italië gaan de iconische kiosken, waar het geld voor het grootste deel wordt verdiend met de verkoop van papieren kranten, bij bosjes tegelijk dicht. Vijftien jaar geleden waren er circa 40.000 edicole. Nu zijn het er minder dan 12.000, volgens de vakbond van kioskhouders SNAG. In de steden Triëst en Ancona is het diepterecord geregistreerd: daar is het aantal krantenwinkeltjes in de afgelopen vijf jaar met 30 procent afgenomen. Rome zag sinds 2019 een krimp van 21 procent; daar gingen 303 kiosken voorgoed dicht.

De kiosken hebben ook een niet te onderschatten sociale functie

De landsbestuurders maken zich zorgen over deze teloorgang van de krantenkiosken. Want het gevolg is dat het in steeds meer gemeentes onmogelijk is om een krant of tijdschrift te kopen, waardoor de informatievoorziening is beperkt. Maar belangrijker is misschien wel dat de kiosken een niet te onderschatten sociale functie hebben: oudere Italianen maken er dagelijks een praatje, horen de laatste nieuwtjes uit de buurt en bespreken er voetbalwedstrijden en politieke ontwikkelingen. Een beetje kioskhouder kent zijn vaste klanten bij naam, helpt ze wanneer hun smartphone hapert en heeft tijd om naar gezondheidsklachten, privéperikelen en verhalen over de kinderen te luisteren.

Íedereen vindt de kiosken sympathiek: het is zonde als ze uit het straatbeeld verdwijnen. Maar de snel dalende verkoop van papieren kranten, wat de oorzaak van de diepe crisis in de sector is, lijkt onontkoombaar. In 2004 werden er in Italië – waar niet aan huis wordt bezorgd – dagelijks 9,5 miljoen kranten in de kiosken verkocht. In 2014 was dat aantal gedaald naar 2,6 miljoen en nu gaan er elke dag nog geen miljoen exemplaren van dagbladen als La Repubblica, Il Corriere della Sera, La Stampa en La Gazzetta dello Sport over de kiosk-toonbanken. “Alleen mensen van boven de vijftig kopen nog papieren kranten. Jongere generaties lezen die niet. Die lezen eigenlijk niks meer”, zegt Diego Zaramella, de voorzitter van kioskhoudervakbond Sinagi in de provincie Padua.

Daniela Bordin te midden van haar waar.Beeld Pauline Valkenet

Nekslag door corona

Er spelen meer problemen, weet Zaramella, die deze kille, druilerige dag een dikke bodywarmer boven zijn glimmende zwarte schoenen draagt. “Sinds de coronapandemie werken veel meer mensen thuis. Kiosken die het vooral moeten hebben van klanten die onderweg naar kantoor zijn, hebben klappen gekregen. Dat geldt ook voor kiosken in toeristensteden als Florence, Venetië en Rimini. Daar heeft Covid de minder rendabele kiosken de nekslag gegeven toen het toerisme stil lag. Sowieso zijn de mensen door de lockdowns meer online gaan doen, ook het lezen van kranten.”

En dan zijn er ook nog de kioskhouders die met pensioen gaan en niemand vinden die hun toko wil overnemen. Zaramella: “Als kioskhouder begin je rond half zeven ’s ochtends en werk je tot één uur ’s middags. En dan weer van drie uur tot zeven uur ’s avonds. Vaak zes dagen in de week, soms ook zeven. Daar verdien je krap tweeduizend euro netto mee.” Nog maar weinig Italianen willen zoveel uur werken, zegt hij. ”Bovendien heeft een kiosk geen verwarming, dus in de winter kan je sterven van de kou. Dat willen jongeren niet.”

Sinds 2021 proberen opeenvolgende regeringen de nog resterende kiosken overeind te houden met subsidies van maximaal vierduizend euro per jaar. Maar dat lijkt niet afdoende. Zaramella vertelt dat de vakbonden de regering daarom nu om zesduizend euro vragen.

Niet álle kiosken staan overigens op omvallen. Zaramella: “De edicole die wél goed lopen, gaan met hun tijd mee en diversifiëren. Je kunt er bijvoorbeeld ook geld pinnen en wijn, schoolboeken, leesbrillen en krasloten kopen. Ze fungeren als afhaalpunt voor pakketten. In de grote steden verkopen ze vaak souvenirs en flesjes water.”

De blonde Daniele Bordin heeft dat in de gaten. Zij heeft haar aanbod uitgebreid met ansichtkaarten, kinderspeelgoed, snoepjes en badmutsen. “En ik heb onlangs een vrieskistje aangeschaft. Zodra het mooi weer is, ga ik ook ijsjes verkopen.”

Lees ook:

‘Spaghetti alla carbonara een traditioneel Italiaans gerecht? Kletskoek’

De pizza komt niet uit Napels, spaghetti alla carbonara is een Amerikaans bedenksel en marsala-wijn is door Engelsen bedacht. In zijn podcast maakt voedingshistoricus Alberto Grandi korte metten met alle fabeltjes over de Italiaanse keuken.