Direct naar artikelinhoud
Analyse

Onhaalbare wensen van bijna alle partijen houden het eind van de Gazaoorlog ver uit zicht

Amerikaanse buitenlandminister Antony Blinken (midden) spreekt in Tel Aviv met familieleden van gijzelaars.Beeld AFP / Tomer Appelbaum

Het einde van de oorlog in Gaza is nog lang niet nabij: de wensen van Israël liggen mijlenver van de realiteit op de grond, evenals de plannen van de VS voor wat er straks met Gaza moet gebeuren.

De onderhandelingen over een deal tussen Hamas en Israël deden deze week denken aan de film Groundhog Day, waarin de hoofdrolspeler keer op keer dezelfde dag moet meemaken. Weer hing er een deal voor een staakt-het-vuren in de lucht, en weer liet Hamas op het laatste moment weten toch niet akkoord te gaan.

Het is de zoveelste bittere pil voor de inwoners van Gaza die tussen de puinhopen en zonder voedsel moeten zien te overleven, en ook voor de Israëlische gijzelaars en hun families, die al zeven maanden wachten op een einde aan hun lijdensweg. Maar het maakt vooral duidelijk dat het einde van deze oorlog nog lang niet in zicht is: wens en realiteit liggen bij vrijwel alle betrokkenen mijlenver uit elkaar.

Over de auteur
Sacha Kester is buitenlandredacteur van de Volkskrant en schrijft over België, Israël en de Palestijnse gebieden, en het Midden-Oosten. 

Zo was de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, deze week voor de zevende keer in de regio sinds de gruwelijke aanval van Hamas op 7 oktober, en daar liep hij tegen dezelfde muur op als de vorige keren. Ja, zei Israëlische premier Netanyahu, hij is geïnteresseerd in een deal met Hamas, maar nee, dat betekent geen einde aan de oorlog in Gaza. Eerst moet Hamas verslagen worden, en daarom zal hij de zuidelijke stad Rafah hoe dan ook binnenvallen, wat de wereld er ook van vindt.

Maar: ‘Hamas vernietigen’, hoe denkt Netanyahu dat voor elkaar te krijgen? Na zeven maanden oorlog en meer dan 34 duizend doden, is Hamas inderdaad verzwakt. Duizenden strijders zijn gedood, zeker één militaire leider is omgekomen en de meeste bataljons zijn hun slagkracht kwijt. Verslagen is de organisatie echter nog lang niet, en haar belangrijkste leider, Yahya Sinwar, zou eind april zelfs even uit de tunnels zijn gekropen om zich op straat te laten zien.

Gijzelaars

Ook dat andere doel van Israël, de ontzetting van de gijzelaars, is nog niets dichterbij gekomen: het is het Israëlische leger tot nu toe gelukt om er drie te bevrijden. Alle anderen zitten of nog gevangen, zijn omgekomen, of zijn vrijgekomen bij de vorige deal met Hamas van vorig jaar november.

Zoals het er nu naar uitziet, lukt het Hamas om in haar tunnelnetwerk te overleven. De organisatie beschikt nog steeds over de capaciteit, de veerkracht en de financiering om voort te blijven bestaan. Na alle verwoesting en het verlies van mensenlevens staat er in Gaza bovendien naar verwachting een lange rij vrijwilligers klaar om in de toekomst tegen Israël te vechten.

Hoe snel Hamas zichzelf weer overeind kan trekken, is mede afhankelijk van wat er na de oorlog met Gaza gebeurt. De Verenigde Staten hebben hun plan allang klaar liggen. Wat hen betreft gaan Israël en Saoedi-Arabië alsnog diplomatieke betrekkingen met elkaar aan − een deal die vlak voor de aanval van Hamas bijna rond leek, maar nu in de ijskast staat. In de oude plannen waren de belangen van de Palestijnen onder het tapijt geschoven, maar door de oorlog in Gaza is dat onmogelijk geworden.

Palestijnse staat

Samenwerking tussen Israël, bevriende Arabische landen én de Palestijnse Autoriteit (het orgaan dat nu beperkt gezag heeft over de bezette Westelijke Jordaanoever) zou volgens de VS de weg vrijmaken voor de wederopbouw van Gaza en, in een verdere toekomst, de geboorte van een Palestijnse staat.

Zonder deze stip op de horizon zal geen enkel Arabisch land zijn vingers aan Gaza willen branden. ‘Dan zullen de inwoners ons zien als verraders’, zei de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ayman Al-Safadi, afgelopen zondag op een bijeenkomst van het World Economic Forum in de Saoedische hoofdstad Riyad.

Eenzelfde geluid klonk uit de mond van de Saoedische minister van Buitenlandse Zaken, prins Faisal bin Farhan al-Saud. ‘Als we het erover eens zijn dat een Palestijnse staat de oplossing is die iedereen nodig heeft, dan kunnen we samen bekijken of we al onze middelen willen investeren om dat mogelijk te maken.’

Internationale druk

Ook hier botst de wens keihard op de realiteit, want een van de belangrijkste spelers gaat het zeker niet eens zijn met deze oplossing: Israël. Wat er volgens Netanyahu na de oorlog in Gaza moet gebeuren is nog volstrekt onduidelijk, maar één ding is zeker: niemand in Israël is bereid om de kwestie van Palestijnse zelfbeschikking ook maar in overweging te nemen − niet binnen de uiterst rechtse regering van Netanyahu, maar ook niet in de gematigdere oppositie.

Zelfs als het wel tot een deal komt, is er dus helaas weinig reden tot optimisme. Zolang de gedroomde uitkomst van betrokkenen zo slecht overeenkomt met de feiten op de grond, zal de oorlog zich voort blijven slepen, hoe hard de slachtoffers en de wereld ook anders wensen.