Direct naar artikelinhoud
InterviewKlimaatvriendelijk

Rijkere mensen brengen nauwelijks klimaatoffers. ‘Welvaart werkt best verslavend’

Bezoekers shoppen in Outlet Center Roermond. Meer dan 200 merkwinkels hebben hier hun outletstore gevestigd.Beeld ANP

De hebberigheid regeert, zegt auteur van het boek Gevangen in nooit genoeg Arjan van Dam. Maar hij ziet ook reden tot hoop.

Het laatste klimaatrapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stimuleert het omdenken. Nederlanders die zich niet zo druk maken over het klimaat, vaak praktisch opgeleiden met een smalle beurs, leiden volgens het SCP een klimaatvriendelijk leven. Mensen met meer bestedingsruimte en ‘hogere’ opleidingen hebben grote zorgen, maar zijn niet bereid om hun leefstijl met luxe en (vlieg)vakanties aan te passen. Die uitkomst roept vragen op: is het klimaat nog te redden, wat drijft mensen?

“Mij verbaast het niet zo”, reageert Arjan van Dam, arbeidspsycholoog en auteur van het nieuwe boek Gevangen in nooit genoeg, een brede en diepe analyse van het streven naar rijkdom en welvaart in onze maatschappij. “De meeste Nederlanders willen steeds meer. Spullen, geld en welvaart. Dat geven we niet graag op. Welvaart werkt best verslavend. Letterlijk. Als we iets moeten inleveren – ik denk even aan mijn eigen nieuwe comfortabele auto – krijg je ontwenningsverschijnselen.”

Mensen hunkeren naar meer geld, schrijft u. Het SCP stelt: financieel voordeel is de grootste drijfveer voor duurzame keuzes. Is het probleem dus tegelijk de oplossing?

“Dat zou goed kunnen. Als mensen er duurzaam gedrag aan overhouden ontzien ze het milieu. Bijvoorbeeld als vegetarisch eten of verantwoorde kleding kopen loont. Dan is het wel van belang dat ze het uitgespaarde geld, bijvoorbeeld dankzij zonnepanelen, niet gaan spenderen aan andere verspillende keuzes. Het zou mooi zijn als we er soms in slagen om geld uit te geven aan waardevolle persoonlijke ervaringen, zoals een fijn uitje met je kinderen of familie.

“Geld uitgeven op een betekenisvolle manier geeft voldoening, blijkt uit onderzoek. Neem een sociaal experiment waarbij twee groepen mensen dagelijks 5 euro moesten uitgeven. De ene groep aan zichzelf, de andere groep aan een naaste. De mensen die elke dag spullen of een dure koffie voor zichzelf kochten verloren de geluksbeleving, terwijl mensen die een dakloze hielpen daar vervulling uit bleven halen. Toch is het moeilijk voor mensen om duurzame keuzes te maken, net zoals het zwaar is voor een roker om af te kicken.”

U schrijft over ‘Mensje Nooitgenoeg’.

“Ja, een vondst van mijn vrouw trouwens. Het beeld is treffend, want net als het rupsje in het boek gaan we ons niet beter maar slechter voelen van alle consumptie. Het effect is buikpijn. We voelen ons er niet gelukkig door. Eerder gaat het vaak gepaard met leegte en schuldgevoel.”

Waarom dan toch die koopdrift?

“We willen wat de ander heeft. Als jouw buurman op vakantie gaat, dan is het niet fijn om als gezin zelf te zeggen: vakantie hoeft niet zo nodig. Zoals de net overleden econoom Bob Goudzwaard het stelde: behoefte is aangeboren, begeerte is aangeleerd. Reclames wakkeren de begeerte verder aan. Ze vertellen wat we niet mogen missen. Vroeger waren reclames best informatief. Nu spelen advertenties in op emotie. Een reclame die een staafmixer aanprijst puur omdat je hem op vijf standen kunt zetten zul je niet zo snel meer zien.”

We zitten vast in economisch denken, schrijft u. Is er een uitweg?

“Ja we zitten vast, ik zelf ook, hoor. Vanmorgen had ik een afspraak, ik moest van Hilversum naar Vlissingen. Ik ging met de auto, want voor de trein zou ik voor dag en dauw mijn bed uit moeten. We maken praktische keuzes. In het nu. De toekomst is vaak van ondergeschikt belang. Daar komen we mee weg, want anders dan Rupsje Nooitgenoeg zijn we het primair niet zelf die ziek worden, maar de planeet.

“Aan de andere kant vind ik het hoopvol dat veel mensen wel inzien dat het klimaatprobleem groot is en oplossingen nodig heeft. Dat is een startpunt voor verandering. We doen misschien nog niet wat we willen, maar dat is wel de eerste fase naar het zetten van stappen. Vergelijk het maar met de wens om naar de sportschool te gaan. Veel mensen willen het, stellen het lang uit, maar de dag komt vaak dat ze het gaan proberen.”

U klinkt mild, begripvol. Bent u bang om anders als ‘heilig boontje’ over te komen?

“Dat probeer ik te vermijden, ook in het boek. Te veel moraliseren werkt averechts, dat is bekend.”

Lees ook:

De drang om spullen te kopen is een gecreëerd verschijnsel, blijkt uit onderzoek

Mooie en leuke spullen kopen, die behoefte is heel menselijk. Toch? Nee, concludeert promovenda Ana Sofia Poças Ribeiro. ‘De huidige overconsumptie en shopdrang is een gecreëerd, genormaliseerd, jong verschijnsel.’