Direct naar artikelinhoud
Wie de stilte op de Dam komt wegbrullen, moet beseffen wat zijn plaats in de geschiedenis wordt
Column

Wie de stilte op de Dam komt wegbrullen, moet beseffen wat zijn plaats in de geschiedenis wordt

Je kunt het als een fataliteit beschouwen van tijden die, zoals heel veel dingen in het leven, aan veranderingen onderhevig zijn. Maar ook als een vorm van ontaarding die gevoelens van onbehagen en onveiligheid vergroot. Zo worden evenementen en plechtigheden die vroeger aan eensgezindheid, sereniteit, geluk of bezinning appelleerden, nu als risicovolle ondernemingen gezien, hiermee een sentiment van desoriëntatie versterkend.

Ooit waren de Olympische Spelen een factor van vrede waar volkeren uit alle windstreken vrolijk aan meededen. Met uitzondering van Berlijn 1936 en München 1972 evenals enkele edities die door een boycot werden getroffen. Maar niet eerder waren de Spelen het epicentrum van benauwende en gigantische veiligheidsmaatregelen geworden, zoals de aankomende in Parijs (van 26 juli tot 11 augustus). Dit geldt in het bijzonder voor de openingsceremonie die bij de Franse organisatie hartkloppingen veroorzaakt.

Frankrijk als doelwit

Nu kun je de Fransen verwijten zelf de moeilijkheden te hebben opgezocht: door de traditionele openingsceremonie in een stadion te vervangen door een optocht van negentig boten op de Seine. Geen 80.000 toeschouwers maar 326.000 mensen op de kades die langs een parcours van 6 kilometer in de gaten moeten worden gehouden. Daarvoor zullen 45.000 veiligheidstroepen moeten worden gemobiliseerd en wordt het vliegverkeer tot 150 kilometer rond Parijs verboden.

Waarom? Omdat in Europa het land van de laïcité (strikte scheiding van kerk en staat) het belangrijkste doelwit van terroristen is geweest in de afgelopen veertig jaar. In totaal maakten diverse islamistische groepen en individuen tussen 1984 en nu niet minder dan 305 dodelijke slachtoffers bij 73 aanslagen.

In Nederland is er geen sprake van aanslagen en terrorisme als het om de dodenherdenking gaat die zaterdag in Amsterdam plaatsvindt. Wel zullen in totaal zevenhonderd agenten (tweehonderd extra) aan het werk zijn om de Dam en omgeving veilig te houden. Het gebruikelijke aantal van 20.000 mensen die de ceremonie normaal bijwonen is gehalveerd en ze zullen allemaal worden gefouilleerd. Vlaggen en borden zijn niet toegestaan, demonstraties evenmin.

Een mokerslag voor Joodse Nederlanders

Hiermee zijn de sereniteit, de bezinning en het respect voor de slachtoffers uit het verleden zwaar aangetast, ook al loopt de herdenking straks zoals vanouds (bijna) foutloos. Geen terrorismedreiging hier maar een mogelijke verstoring van de plechtigheden door radicale activisten. Mensen die de oorlog tussen Hamas en Israël aangrijpen om eventueel de stilte op de Dam weg te brullen. Is dit een reële dreiging terwijl geen actie is aangekondigd?

Mogelijke verstoorders met anti-Israëlsentimenten zouden moeten begrijpen dat een verstoring van de plechtigheden als een mokerslag zou overkomen voor heel Nederland en Joodse Nederlanders in het bijzonder. Amsterdam is de stad waar in 1940 bijna 80.000 Joden woonden. Van hen overleefden maar 5000 de nazikampen, volgens historicus en schrijver Geert Mak en stadshistoricus Richter Roegholt. Wie de waardigheid van deze dodenherdenking desondanks van plan is aan te tasten moet weten wat voor plaats hij of zij in de geschiedenis gaat claimen. Die van de schender die op een graf spuwt en in een denkbeeldig sanctuarium urineert. Ik wil nog stellig geloven dat dit vandaag niet zal gebeuren.

Twee keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.