Direct naar artikelinhoud
De Spaanse premier Pedro Sanchez laat weten dat hij toch in functie blijft.Beeld Reuters
Theologisch ElftalPolitiek

Hoe persoonlijk mag politiek zijn? ‘Een samenleving waarin alles openbaar is, is verschrikkelijk’

De Spaanse premier Pedro Sánchez legde zijn werk vijf dagen neer vanwege een ‘treitercampagne’ tegen hem en zijn vrouw. Wordt politiek te persoonlijk gemaakt?

Na een ‘bezinningsperiode’ van vijf dagen besloot de Spaanse premier Pedro Sanchez maandag toch niet op te stappen. Vorige week woensdag kondigde hij aan per direct zijn werk neer te leggen vanwege een maandenlange ‘treitercampagne’ tegen zijn vrouw en hem. Aanleiding was de aanklacht van een volgens Trouw ‘zeer rechtse’ organisatie tegen zijn vrouw wegens corruptie. Die aanklacht bleek al snel nergens op gebaseerd.

Sanchez wilde met zijn actie een ‘politiek van persoonlijke aanvallen’ bespreekbaar maken. ‘We vergeten vaak dat politici ook mensen zijn’, schreef hij in een brief die hij op X publiceerde. ‘Ik schaam me er niet voor het te zeggen: ik ben een man die hevig verliefd is op zijn vrouw, en kijk vol onmacht toe hoe ze dag na dag modder op haar gooien.’

Deed Sánchez er goed aan om hier aandacht voor te vragen? Staat de persoonlijke sfeer van politici meer in de schijnwerpers dan vroeger? Hoe ver mag het persoonlijke in de politiek gaan?

“Politici persoonlijk aanvallen is inderdaad een trend”, reageert Janneke Stegeman, bijbelwetenschapper en publiek theoloog. “Goed dat Sánchez dit aan de kaak stelt. Al is het een trend die je vooral bij vrouwelijke politici ziet. Zij werden altijd al sneller aangevallen op hun ‘toon’ bijvoorbeeld. En ze krijgen online meer haat en bedreigingen over zich heen. Sigrid Kaag en onlangs ook de Slowaakse presidente Zuzana Caputová stapten om die reden uit de politiek. Ook bij voormalig GroenLinks-Kamerlid Kauthar Bouchallikht was er een campagne gaande om haar in een kwaad daglicht te stellen.”

Een paradoxale reactie

“Het persoonlijke was voor vrouwelijke leiders altijd al een issue”, vervolgt Stegeman. “Zij werden altijd al te pas en te onpas gevraagd naar hun privéleven, en hoe ze het nu doen met de kinderen. Mannen werden lange tijd als neutraal gezien, en vanzelfsprekend in een machtspositie, dus die kregen zulke vragen niet. Nu zie je dat ook bij mannen de persoonlijke achtergrond iets vaker in de schijnwerpers staat. Al ging het bij Sánchez nog steeds vooral om zijn vrouw.”

Erik Borgman, hoogleraar publieke theologie aan Tilburg University: “De manier waarop Sánchez met deze kwestie omging, vond ik wel lastig. Hij had gewoon moeten zeggen dat het een beschuldiging zonder enig bewijs was en er dan verder over moeten ophouden. Nu wekt hij minstens de verdenking de situatie ook uit te buiten. Tegenstanders verwijten hem nu ook dat hij de situatie gebruikt om te laten zien hoe menselijk hij wel niet is. Zo maakt hij dus zelf ook weer politiek van het persoonlijke – dat is het paradoxale aan zijn reactie.”

Stegeman: “Het interessante aan deze kwestie is inderdaad dat politici zélf de politiek persoonlijker hebben gemaakt. Ze zetten steeds bewuster een beeld neer van wie ze als mens zijn. De industrie van de beeldvorming is enorm gegroeid, het frame wordt steeds meer beheerd door spindoctors en pr-mensen. Dat leidt tot een soort oppervlakkigheid. Ik vind dat journalisten zich af en toe wat meer kunnen richten op de inhoud. Wat zegt iemand precies? Wat doet iemand precies?

“Je kunt die focus op het persoonlijke niet alleen politici in de schoenen schuiven. Er is een wisselwerking tussen kiezers en politici. Door sociale media is er meer interesse gekomen in het persoonlijke leven van politici. Die interesse vind ik niet per se verkeerd. Het is gezond dat je je afvraagt: wie is die persoon aan wie wij de macht geven?

“Het persoonlijke ís politiek, zeiden de feministen vroeger. Dat klopt, lijkt me. Daarmee bedoel ik niet te zeggen dat we dús alles mogen weten over politici. Maar wel dat persoonlijke eigenschappen relevant zijn voor hoe je politiek bedrijft. Iemands persoonlijke achtergrond beïnvloedt wat die ziet. Het maakt verschil of de politiek gedomineerd wordt door een bepaalde groep, of dat er diversiteit is.”

De persoon of de functie?

Borgman: “Het persoonlijke is inderdaad steeds belangrijker geworden voor kiezers. De afstand die ze tot politici voelen is ook minder groot geworden. Ook de politieke leiders hebben hun socialemedia-account, gebruiken populaire taal, zetten persoonlijk getinte kiekjes online. Dat leidt tot een vervaging van de grenzen. We zijn minder goed geworden in het scheiden van persoon en ambt. Neem de discussie over de aanwezigheid van PVV’er Martin Bosma bij de nationale dodenherdenking. Sommigen keren zich daartegen. Die zien blijkbaar niet meer dat daar niet de persoon Bosma aanwezig is, maar de voorzitter van de Tweede Kamer.

“Ik snap de behoefte aan persoonlijke informatie over politici wel. Je stemt op een mens, je wilt weten hoe die in elkaar steekt, dat is op zich legitiem. De neiging om vooral naar een partijprogramma te verwijzen, vind ik ook niet goed. Daar valt meestal maar weinig van te verwezenlijken. Politici komen voor onverwachte situaties te staan en dan doen hun persoonlijkheid en ervaringen ertoe.

De persoon of de functie?

“Wat deze trend vooral problematisch maakt, is de toegenomen hang naar zuiverheid. Er mag niets meer fout zijn aan een politicus. Als theoloog geloof ik in de erfzonde. Iederéén heeft dingen waarvan hij hoopt dat die niet in de krant komen. Deze nieuwe moralisering maakt een politicus buitengewoon kwetsbaar: als je maar lang genoeg graaft, stuit je altijd wel op iets.

“Op internet en in sommige media leidt die hang naar zuiverheid tot een ontmaskeringscultuur: ‘zie je wel, ze deugen niet’. Ik denk dat dit niet bevorderlijk is voor de democratie. Democratie betekent juist dat we gewóne mensen kiezen, met al hun fouten, en tegelijkertijd erop vertrouwen dat wij zo een goede samenleving opbouwen.

“Daarbij mag van een politicus overigens wel persoonlijke integriteit verwacht worden. Iemand die voor versobering pleit terwijl hij zelf alleen maar voor luxe gaat, is niet geloofwaardig. Het is niet gek dat mensen kijken of er een zekere mate van consistentie is tussen je politieke opvattingen en je persoonlijke leven. Maar de vraag is: welke persoonlijke informatie is relevant om te kunnen beoordelen of iemand als politicus te vertrouwen is?

Stegeman: “Dat is niet altijd eenvoudig aan te geven. Je hebt als kiezer geen recht op privé-informatie van degene die je gaat kiezen. Maar je hoeft ook lang niet altijd in iemands persoonlijke leven te wroeten om te zien hoe iemand in het leven staat. Je kunt ook kijken naar wat voor werk iemand in het verleden heeft gedaan, en hoe iemand zich daarbij gedroeg. Of hoe iemand opereert in de politiek. Dat zijn publieke zaken.”

“We hebben nu bijvoorbeeld gezien hoe minister Yesilgöz over het aantal nareizigers heeft gelogen. Dat zegt iets over haar integriteit. Maar goed, idealiter wil je natuurlijk vóór je op iemand stemt weten uit wat voor hout die persoon gesneden is. Hier hebben politieke partijen een grote rol: het is aan hen om goede personen te kiezen.”

De taak van de journalistiek

Borgman: “Ook de journalistiek heeft hier volgens mij een belangrijke taak: die moet telkens een zorgvuldige inschatting maken. We hebben journalisten nodig die hun vak verstaan. Die weten wat van publiek belang is en wat schadelijk is voor iemand als persoon. Die ook een zekere huiver kennen voor wat publiciteit kan losmaken.”

“Daarbij is een probleem dat het prestige van de journalistiek is afgenomen en op sociale media iedereen zich journalist waant. Met name daar lijken de remmen om over het privéleven van politici te publiceren helemaal weg. Om te concurreren gaan kranten en tv-programma’s daar dan in mee. Wat mij betreft heb je dan als lezer en kiezer óók de plicht je integer en fatsoenlijk te gedragen. We hebben op álle niveaus mensen nodig die zelf integer willen zijn in plaats van anderen de maat te nemen.

“En we moeten beseffen: een samenleving waarin alles openbaar is, is de meest verschrikkelijke die je je kunt voorstellen. Iedereen heeft plaatsen nodig waar je buiten de openbaarheid valt. Ook politici.”

In het Theologisch Elftal reflecteren twee godgeleerden uit een poule van elf op de actualiteit. Lees hier eerdere afleveringen terug