Direct naar artikelinhoud
Reportage

Onderwijs in patriottisme springlevend in China, al wordt de boodschap nu anders verpakt

Kinderen krijgen les over de Chinese grondwet.Beeld Getty

Kinderen in China leren als vanouds over de grootsheid van het land. Maar het opdreunen van slogans is vervangen door minder dwingende, doch niet minder indringende methodes. ‘Ons wiskundeboek bevat vragen over het opmeten van de mast voor de nationale vlag.’

Toen de Chinese stad Hangzhou eind vorig jaar de Aziatische Spelen organiseerde, een prestigieus sportevenement met 12 duizend deelnemers, begon wiskundelerares Hou haar les met de vraag wie op televisie naar de openingsceremonie had gekeken. En hoe haar leerlingen die plechtigheid hadden ervaren. ‘Had iedereen de groeiende kracht van onze natie gevoeld?’, zei ze.

De Spelen waren een leermoment, zegt Hou. ‘Zo’n groots sportevenement in ons land geeft onze leerlingen een gevoel van trots. Leerkrachten kunnen dat gebruiken om een beetje patriottisch onderwijs toe te dienen, en de leerlingen te laten voelen dat China een opkomend land is, en geen imperialistisch land. Om de kinderen te vertellen: je moet van je land houden.’

Over de auteur
Leen Vervaeke is correspondent China voor de Volkskrant. Zij woont in Beijing. Eerder was ze correspondent België.

Hou is al meer dan twintig jaar leerkracht in de onderbouw van een middelbare school in Chongqing, en weet: wie leerlingen patriottisme wil bijbrengen, moet dat subtiel doen. ‘Als kind moest ik slogans opzeggen, zoals: ik studeer voor de opkomst van China’, zegt ze. ‘Ik had een boekje waarin expliciet stond hoe we van ons land moesten houden. Maar zo’n dwingende methode werkt niet meer.’

En dus probeert Hou’s school leerlingen op andere manieren liefde voor hun land bij te brengen. In de muziekles (met patriottische liederen), in de Chinese les (met patriottische gedichten), maar ook in de wiskundeles. ‘Ons wiskundeboek bevat vragen over het opmeten van de mast voor de nationale vlag’, zegt Hou. ‘Als je kinderen wilt vertellen van hun land te houden, kun je daar dieper op ingaan.’

Nieuwe lesboeken

Wat Hou beschrijft, is een nieuwe vorm van ‘patriottisch onderwijs’, de term die in China wordt gebruikt voor ideologisch onderwijs in dienst van de Chinese Communistische Partij (CCP). Sinds het aantreden van Xi Jinping in 2012 is dat patriottisch onderwijs veel sterker geworden. Xi liet nieuwe lesboeken invoeren, met meer politieke inhoud, en eist dat leerkrachten ‘politiek correct’ zijn.

Begin dit jaar trad een nieuwe wet in werking, die de rol van patriottisch onderwijs nog moet versterken. Die stelt dat Chinese scholen het marxisme-leninisme en Xi Jinping Denken moeten doceren, en de ‘grootse verwezenlijkingen’ van de CCP. Ze moeten leerlingen ‘liefde voor de natie, de Partij en het socialisme’ bijbrengen, en ‘de grootse wederopstanding van het Chinese volk’ promoten.

Het patriottisme moet niet alleen méér, maar ook ánders worden onderwezen. Tot recent kwam de CCP-ideologie vooral aan bod in de vakken ‘moraal en recht’ en ‘politiek en ideologie’. Maar het politieke onderwijs wordt steeds meer met het hele lesprogramma verweven. Volgens de nieuwe wet moeten ‘scholen van alle niveaus het patriottisch onderwijs in al hun vakken integreren’.

Het idee van ‘patriottisme in alle vakken’ werd tien jaar geleden gelanceerd, maar begint pas de laatste jaren ingang te vinden. In 2020 liet het ministerie van Onderwijs richtlijnen uitgaan voor het universitair onderwijs. Zo werden de lesboeken voor het vak Engels vernieuwd, met minder Amerikaanse en Britse teksten, en meer toespraken van Xi Jinping en teksten over China’s opkomst.

Een jongetje met een Chinese vlag bij de openingsceremonie van de Aziatische Spelen, eind vorig jaar.Beeld Hector Ratamal AFP

Ook studenten computerwetenschappen krijgen hun technische lessen vermengd met politieke boodschappen, over de ‘oneerlijke sancties’ van de Verenigde Staten, en het belang van binnenlandse innovaties. Volgens een artikel uit 2023 hebben computerstudenten veel toegang tot buitenlandse websites, waardoor ze ‘geïnfiltreerd kunnen worden door de ideologie van westerse landen’. Daarom worden ‘ideologische en politieke elementen in de professionele computerlessen verwerkt’.

Sinds 2022 moeten ook lagere en middelbare scholen patriottisch onderwijs in hun hele curriculum integreren. Volgens een document van het ministerie van Onderwijs zijn vooral de lessen Chinees, geschiedenis, muziek en sport daarvoor geschikt. Uit gesprekken met leerkrachten en een ouder in Chongqing, een stad in Zuidwest-China, blijkt dat dit in de praktijk al volop gebeurt.

Reflectie op de actualiteit

Wiskundeleerkracht Hou begint haar lessen vaak met een paar minuten reflectie op de actualiteit, en op de opkomst van China. ‘We integreren patriottisch onderwijs op een zachte manier, gecombineerd met andere vakken’, zegt ze. ‘We kunnen het niet in zijn geheel aan de leerlingen geven, we moeten het opsplitsen en mixen met andere dingen. Dat vinden ze makkelijker te accepteren.’

Liao, een leerkracht Chinees met zeven jaar ervaring, laat zijn leerlingen veel patriottische dichters lezen en met elkaar vergelijken. ‘De oude manier van informatie opleggen is niet langer wenselijk’, zegt hij. ‘De huidige aanpak is flexibeler. Het patriottisch onderwijs wordt op een manier gepresenteerd die de studenten makkelijk kunnen aanvaarden, en die hen subtiel kan beïnvloeden.’

De gesprekken met Hou en Liao zijn interessant, maar ook lastig, door het taalgebruik. De leerkrachten zijn allebei sterke voorstanders van patriottisch onderwijs, en hebben het jargon van de CCP overgenomen, dat vaak een andere betekenis aan woorden geeft. Ze hebben het over ‘infiltratie’ als een zachte methode om leerlingen ‘vanzelf’ het patriottisme te laten accepteren. ‘Vanzelf’ betekent hier: zonder harde indoctrinatie.

Liao vertelt dat hij zijn leerlingen aanmoedigt om zelf na te denken, te debatteren en tot conclusies te komen. Dat klinkt heel open, tot blijkt dat die conclusie altijd pro-CCP moet zijn. Andere ideeën zijn in Liao’s wereld simpelweg ondenkbaar. ‘Patriottisme (in China: steun voor de CCP, red.) is op zichzelf iets heel corrects. Je moet van je land houden. Studenten zijn van nature bereid om dat te accepteren.’

De jonge leerkracht organiseert in zijn klas debatten over actuele thema’s, zegt hij, maar ‘incorrecte concepten’ komen niet aan bod. Hij wil niet specificeren wat dat is, maar zegt later: ‘De oorlog tussen Rusland en Oekraïne of het conflict tussen Israël en Palestina: wat valt daarover te debatteren? Deze zaken zijn niet geschikt voor debatten. Dat zou alleen maar leiden tot ideologische verdeeldheid.’

iPhones onveilig, Huawei beter

Ook op lagere scholen wordt de actualiteit (alleen de geschikte) gebruikt voor patriottisch onderwijs. Zo kreeg de 8-jarige zoon van Zhang, een moeder in Chongqing, recentelijk van zijn leerkracht te horen dat iPhones onveilig zijn, omdat het Amerikaanse Apple de informatie op de telefoons kan stelen. De leerkracht vertelde dat het Chinese telefoonmerk Huawei daarom hard werkte aan zijn eigen 5G-chips.

‘Ik vroeg hem: wat als Huawei onze informatie krijgt?’, zegt Zhang, die geen fan is van patriottisch onderwijs. ‘Daar kon hij niet op antwoorden, want de leerkracht had hem niet in die richting gewezen. Ik vertelde hem dat hij onderscheid moet maken tussen feiten en opinies. We hebben veel buitenlandse vrienden, dus ik zei ook: kijk maar naar je goede vrienden, die zijn toch niet vijandig?’

Haar 10-jarige dochter had dan weer een ‘debat’ in haar klas over de Japanse kerncentrale Fukushima, die nucleair afvalwater in zee had geloosd. Dat werd in China, dat een slechte relatie heeft met Japan, een groot schandaal. Haar medeleerlingen veroordeelden Japan unaniem, en begonnen in de pauze na de les grove verwensingen te uiten. Ze riepen zelfs ‘dood aan de Japanners’.

‘Mijn dochter zei dat ze ervoor gekozen had om stil te blijven, omdat ze niet dacht dat ze de anderen kon overtuigen’, zegt Zhang. ‘Maar ze vond het niet oké om zulke beledigende dingen over een ander land te zeggen. Daar was ze heel helder over. Wij zijn een christelijk gezin, en we proberen de kinderen een vollediger en waardiger perspectief te geven.’

Zhang maakt zich geen grote zorgen, maar dat komt door een bijzondere reden. Haar kinderen zitten op een school die niet hoog aangeschreven staat, en waar het ideologisch onderwijs wat achterblijft, en ze geeft thuis de nodige duiding. ‘We zijn van plan de kinderen in het buitenland te laten studeren’, zegt ze. ‘Dan kan onze familie een andere omgeving ervaren, die onze kinderen een breder perspectief geeft.’