Direct naar artikelinhoud
Taalkundige Leonie Cornips (links) bracht vele uren door in stallen om koeien te observeren.Beeld Maartje Geels
ReportageKoeientaal

Hoe je een goed gesprek voert met een koe? Tip 1: verwacht niet te snel reactie

Koeien gebruiken taal, met hun lichaam en hun gedrag, maar ze maken ook woorden en zelfs zinnen, is de overtuiging van taalkundige Leonie Cornips. De Vakbond voor Dieren legde de taal van koeien vast op video.

Als Leonie Cornips de stal van boerderij Boterhuys in Warmond binnenstapt, klinkt er geloei. Vooral van Jasmijn, een forse roodbonte koe die direct naar het voerhek beent. Cornips, taalkundig onderzoeker bij het Meertens Instituut, draait een kwartslag opzij. Ze kijkt Jasmijn nadrukkelijk níét in de ogen.

“Zo voer je een gesprek met koeien”, weet Cornips inmiddels uit ervaring. “Als mensen met elkaar praten, is het ook heel ongemakkelijk om elkaar steeds aan te blijven kijken. Daarom kijken we regelmatig even weg: een beurtwisseling, heet dat. Met koeien gaat dat precies hetzelfde.”

Maar wat wil Jasmijn nou precies zeggen? Haar loei is overduidelijk geen groet. Dan zou ze namelijk een laag, vlak en brommend geluid maken. Deze roep is luider, en gaat op het eind de hoogte in. “Dit heb ik ook nog niet eerder gehoord. Maar ze is duidelijk niet op haar gemak. Ze wil ook niet aangeraakt worden.”

De koe draait haar kop naar een berg gras die net buiten haar bereik ligt. Cornips schuift een gedeelte ervan naar het voerhek. Jasmijn begint te eten. “Zo heeft ze ons dus toch duidelijk kunnen maken wat ze wilde”, constateert Cornips. Al roept deze conversatie ook voor haar weer nieuwe vragen op. Dit was geen gewone ‘ik heb honger’, maar wat dan wel? “Ik leer ook nog steeds bij.”

De cynicus zou kunnen zeggen: een koe die duidelijk maakt dat ze honger heeft, is dat nou zo baanbrekend? En is dat nieuwe geluid niet gewoon toeval? Maar voor die conclusie heeft Cornips dan weer net iets te veel uren in de stal doorgebracht. “Dat begon in 2018, toen ik tijdens mijn vakantie een essay van filosoof Eva Meijer las. Daarin daagde ze juist taalkundigen uit om de taal van dieren te onderzoeken. Dat sloeg bij mij echt in als een bom, omdat het raakte aan mijn privézorgen over klimaat en dierethiek.”

Een opmerkelijke keuze, zeker omdat Cornips al een lange carrière in de menselijke taalwetenschap achter de rug had. Zo deed ze onderzoek naar het dialect in haar geboortestad Heerlen. Ze specialiseerde zich in jongerentaal, met zinsbouw als specialiteit. “Natuurlijk zijn er verschillen”, constateert Cornips. Een koe kan geen vragenlijst beantwoorden. “Maar de methode is óók grotendeels hetzelfde. Observeren is belangrijk om het perspectief van de ander te duiden. Bij jongerentaal begreep ik ook niet altijd precies wat er werd gezegd.”

Cornips bracht daarom vele uren door in stallen. “Veel boeren willen er graag bij zijn als er iemand in de stal is. En ik ben ook benieuwd wat zij zien; zij hebben al veel kennis.” Tegelijkertijd ligt de focus van de boer toch vooral bij de ‘achterkant van de koe’: de melk en de mest. “Terwijl er maar weinig minutieus onderzoek is gedaan naar de voorkant. Er zijn nog geen tien internationale studies naar de taal van de koe.”

Van scepsis naar interesse

Haar nieuwe werkterrein stuitte aanvankelijk op scepsis. Maar intussen begint de interesse toe te nemen. Van wetenschappelijke tijdschriften die haar onderzoeken verwelkomen. Maar ook van de Vakbond voor Dieren, die een breder project opzet rondom de taal van koeien. Daarbij worden onder meer Cornips’ bevindingen gebruikt voor een serie video’s die uitleg geven over de manier waarop de dieren communiceren. De agrarische opleidingen Aeres Barneveld en Hogeschool Inholland in Delft gaan die beelden gebruiken in hun lessen.

Jasmijn is een van de koeien die daarin figureren. Samen met haar kalf, dat ze met korte, lage grommetjes sommeert bij haar te blijven. Opvallend is ook de manier waarop koeien groeten: voor de boer hebben ze een ander geluid dan voor de buurkudde aan de overkant van de sloot. Wel zijn dit allemaal vrij ingetogen, lage geluiden die koeien met een gesloten mond maken.

Dat is anders als een koe nadrukkelijk iets wil. Dan gaat de mond open voor een luidere loei. Daarbij viel het Cornips op dat koeien op verschillende manieren naar hun kalf roepen. Als een kalf daadwerkelijk naar de moeder kan komen, bijvoorbeeld omdat ze samen in één kudde staan, dan hoort daar een heel ander geluid bij dan als moeder en kalf gescheiden zijn.

Vakbond voor Dieren

Bij een onbereikbaar kalf produceert de koe een loei die luider wordt én in toonhoogte omhoog gaat. “Ik ben inmiddels zo ver dat dat eigenlijk een zin is”, concludeert Cornips. Met die toonverhoging geeft een koe de urgentie aan: ‘ik wil iets, en wel nu!’ Bij minder prangende verzoeken dooft de klank van de loei aan het eind meer uit, en gaat het geluid juist omlaag. “Dat gebeurt bijvoorbeeld als ik rundveekoeken uitdeel. Die lusten ze graag, maar het is geen absolute noodzaak. Dan hoor je dus minder nadruk aan het eind van de loei.”

Nog een belangrijk leerpunt: wie een goed gesprek met een koe wil voeren, moet in elk geval niet te snel reactie verwachten. “Het tempo van een koe ligt lager, daar moeten we ons op aanpassen”, benadrukt Cornips. “Als je dat doet, zie je pas hoe subtiel ze soms communiceren.”

De Vakbond voor Dieren, die het videoproject opzette, werd drie jaar geleden opgericht door Marjolein de Rooij. “Wij willen dieren die voor mensen werken een stem geven”, licht ze toe. “Zoals vakbonden 150 jaar geleden gingen luisteren naar de behoeften van fabrieksarbeiders, willen wij dat nu voor productiedieren doen.”

‘Dieren hebben een individuele wil en persoonlijkheid’

Het is gek dat er best veel onderzoek is gedaan naar de taal en communicatie van wilde dieren, maar dat er over productiedieren maar weinig bekend is, vindt De Rooij. “Terwijl het vanuit onze vakbondsgedachte juist van belang is om goed te begrijpen wat deze dieren willen.” Zelfs taalkundig ziet Cornips daarbij parallellen met de negentiende eeuw. “Toen vond men de taal van arbeiders ook bestaan uit ‘ongearticuleerde kreten’.”

Voor dierenwelzijn kwam de afgelopen decennia gaandeweg meer aandacht. “Maar de nadruk lag nog vooral bij het tegengaan van pijn en stress”, zegt De Rooij. “Terwijl dieren ook een individuele wil en persoonlijkheid hebben, die je met empathie en compassie kunt benaderen.” En ze misschien wel heel goed in staat zijn om te vertellen hoe ze denken over hun eigen leef- en werkomstandigheden. “Een van de vakbondsrechten is het recht op inspraak. Op deze manier kunnen we steeds beter begrijpen wat ze ons proberen te vertellen.”

Voorzitter van de Vakbond voor Dieren Marjolein de Rooij (links) wil dieren die voor mensen werken een stem geven.Beeld Maartje Geels

Wat De Rooij betreft krijgt het koeienproject dan ook navolging. Door de video’s bij een breder publiek bekend te maken. Maar ook via nieuw onderzoek, bijvoorbeeld bij kippen. In de jaren tachtig legden Amerikaanse wetenschappers al 24 verschillende geluiden vast die kippen maken. Uit recent Australisch onderzoek bleek onlangs nog dat geluksgeluiden van kippen voor mensen goed te onderscheiden zijn.

Dat biedt genoeg stof voor nieuwe observaties, benadrukt De Rooij. “Je zou dat soort geluksgeluiden kunnen vastleggen in iemands tuin, of bij kippen die buiten lopen. Maar hoor je ze ook in dezelfde mate in een grote stal? Die geluksgeluiden gaan we nu opnieuw opnemen en in een database zetten, om vervolgens onderzoek te doen of deze geluiden ook bij kippen in de intensieve veehouderij te horen zijn.”

De koe een koe laten zijn

Van de wil van de koe is melkveehouder Gerard Mul zich in elk geval al wel bewust. Bij het Boterhuys probeert hij ‘de koe een koe te laten zijn’: zo houden de dieren hun hoorns en blijven de kalfjes bij de koe. Hij stelde zijn deuren dan ook graag open voor Cornips, die overigens óók bij een gangbaar en intensief melkveebedrijf kon meekijken.

“Met de taal van de koe was ik niet zo bezig”, erkent Mul. “Maar onbewust had ik wel veel door.” De groet herkende hij al uit de praktijk, net als het advies om een koe niet te direct te benaderen en even weg te kijken. “Maar van de kleine bromgeluidjes naar kalfjes was ik me bijvoorbeeld minder bewust.”

Een goede communicatie met de koe is ook voor hem als boer belangrijk. “We proberen hier om de koe te zien als meer dan een productie-eenheid. Maar dat gebeurt wel binnen een houderijsysteem, een economisch bedrijf. Als een koe op haar gemak is, is ook de melkproductie optimaal.”

Taal is meer dan alleen loeien

Overigens beperkt koeientaal zich zeker niet tot alleen geluid, benadrukt Cornips. Een groot deel van de communicatie gebeurt via lichaamstaal. “Je ziet binnen een kudde veel gebeuren. De ene koe likt de andere koe. Of kijk naar wat er net bij Jasmijn gebeurde toen we het voer voor haar hek legden: toen er een andere koe bij haar voer in de buurt kwam, was ze daar duidelijk niet van gediend. Die koe werd weggestuurd.”

En die communicatie beperkt zich zeker niet tot koeien onderling, benadrukt de onderzoeker. Daar betrekken ze óók de mens in. “Een van de bijzonderste dingen die ik heb gezien was bij een bevalling. Dat was op een bedrijf met een boerderijcamping: daar keek ook een aantal kinderen mee.”

Toen de koe die net geworpen had haar kalf schoon ging likken, zocht een andere koe contact met de toeschouwers. “Die ging de meekijkende kleuters likken, alsof het om haar kalfje ging. Een heel indrukwekkend moment.”

Lees ook:

We herkennen een blije kip aan haar gekakel

Kunnen mensen aan gekakel horen of een kip een beloning of een teleurstelling meemaakt? Welzeker, of ze nou ervaring met kippen hebben of niet.