Direct naar artikelinhoud
ReportageOnderdompelen in kunst

Het succes van immersieve kunst: een eerste date onder de sterrenhemel van Van Gogh

Hollandse Meesters, de immersieve expositie in Fabrique des Lumières in Amsterdam.Beeld Fabrique des Lumières

De Amsterdamse Fabrique des Lumières ontving in twee jaar tijd 1,3 miljoen bezoekers die beroemde schilderijen tot leven zagen komen. Musea kijken de kunst van deze ‘immersieve ervaring’ graag af.

Bloemen uit een zeventiende-eeuws stilleven komen los van het doek en dwarrelen neer op de vloer, waar kleuters enthousiast proberen ze allemaal te grijpen. Even later rollen de sterren uit Van Goghs Franse Sterrennacht door de oude fabriekshal. Overal staan of zitten mensen te kijken naar de bewegende meesterwerken. Sommigen gaan erbij liggen.

Dit is hoe een immersieve kunstervaring eruitziet. In Fabrique des Lumières, gevestigd in de monumentale negentiende-eeuwse Westergasfabriek in Amsterdam, komen schilderijen tot leven. Met haarscherpe projecties op de wanden, vloeren en daken vliegen we door de hoogtepunten van de Nederlandse schilderkunst. Bekende schilderijen komen tot leven. De Nachtwacht marcheert voorbij, de beroemde meisjes van Vermeer verschijnen achter de ramen van zijn al even bekende huis in Het straatje, sneeuwvlokken dwarrelen neer op de bevroren plassen vol ijspret van Hendrick Avercamp, de vloer kleurt langzaam wit.

Dan maken we een sprong in tijd en ruimte, naar de Franse werken van Van Gogh. De beelden worden begeleid door een soundscape, een mix van klassiek en een overdonderende filmscore.

Mensen vinden het heerlijk om zich zo in kunst onder te dompelen. Sinds de Fabrique des Lumières in april 2022 de deuren opende, kwamen er al 1,3 miljoen bezoekers kijken. Dat zijn er dus meer dan een half miljoen per jaar. Net zoveel als het Stedelijk Museum en Nemo. Als we de Fabrique in het rijtje van Amsterdamse musea zouden plaatsen, zou het een vijfde plaats innemen.

Gegrepen door de kunstbeleving

Maar vooralsnog geldt de immersieve ervaring niet als museum. Het kan directeur Patrick Alders niet zoveel schelen. Zijn missie is al geslaagd, met zulke bezoekersaantallen. Hij werd zelf gegrepen door deze manier van kunstbeleving toen hij in Parijs Atelier des Lumières bezocht, dat sinds 2018 bestaat. “Dat vond ik een dusdanig gave ervaring dat ik het bedrijf letterlijk in de trein naar huis een berichtje heb gestuurd met de vraag of ik zoiets in Nederland kon gaan doen.”

Amsterdam werd zo de eerste buitenlandse vestiging van de immersie-keten, inmiddels zijn er ook vestigingen in New York, Hamburg en zes andere steden, altijd gevestigd in een aansprekend historisch pand. In 2012 begon het allemaal in een steengroeve in Les Baux-de-Provence, Zuid-Frankrijk, de Carrières des Lumières.

Anders dan je misschien zou verwachten, trekt de Fabrique niet voornamelijk buitenlandse toeristen. Maar liefst 80 procent van de bezoekers woont in Nederland. De gemiddelde leeftijd is zo’n 45 jaar. “Dat is significant lager dan op het Museumplein. Er komen hier veel kinderen en veel tieners. We zijn erachter gekomen dat het een fantastische locatie is voor een eerste date. Op vrijdag- en zaterdagavond zijn hier veel verliefde stelletjes. Het is romantisch om samen iets moois te bekijken, je hoeft niet te praten en het is een beetje donker.”

Alders heeft een achtergrond in de populaire cultuur. “Ik heb lang bij MTV gewerkt. Veel muziekvideo’s zijn pure kunst. Ik hou erg van die crossover tussen kunstvormen en doelgroepen. Dit soort hybride vormen van kunstbeleving voegen echt iets toe.” Zeker in een land als Nederland, waar de cultuuropvoeding wat minder grondig is dan bijvoorbeeld in Frankrijk, kan zo’n laagdrempelige kennismaking veel goed doen, denkt hij.

Kruisbestuiving

“We proberen een brug te slaan tussen het Westergasterrein en het Museumplein, zeg ik altijd. Ook omdat het lekker rijmt.” Alders heeft al gezien dat het werkt. “Onze eerste expositie over het werk van Gustav Klimt heeft bezoekers aangespoord ook naar het Van Gogh Museum te gaan, waar tegelijkertijd een tentoonstelling met echte schilderijen van Klimt gaande was. We communiceerden de boodschap: ‘Vond je dit tof? Ga dan ook naar het Van Gogh Museum, druk op deze link voor kaartjes. Daar is veel op geklikt. Andersom deed het museum hetzelfde.” Alders wil nu, met onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam, uitzoeken hoe groot deze kruisbestuiving precies is.

Ondertussen is het succes van de immersie de traditionele musea niet ontgaan. Het Van Gogh Museum laat een Meet Vincent Van Gogh Experience met succes over de wereld reizen. In het Drents Museum was vorig jaar een grote ruimte ingericht waarin de bezoekers in beeld en geluid werden meegenomen op de reis die Vincent van Gogh in 1883 naar Drenthe maakte. Als prelude op de traditionele tentoonstelling met schilderijen in de volgende zalen.

Directeur Harry Tupan geeft toe dat hij het vooraf spannend vond om een derde van de beschikbare ruimte te besteden aan een immersive projection. “Maar ik vond het een verademing”, zegt hij. “Het was zo fijn om te zien dat jonge mensen er zo goed op reageren. Ik sprak een paar weken geleden een paar mensen, dertigers met kleine kinderen, die er hoog over opgaven omdat ze het echt als een onderdompeling hadden ervaren. We hebben veel van die positieve reacties gehad.”

Goed educatief middel

Tupan heeft ervan geleerd dat het museumbezoekers kan helpen de echte kunstwerken beter te begrijpen. Details van de vrij kleine schilderijen werden enorm opgeblazen, waardoor je ze later op de doeken snel herkent. ”Mensen zijn in het dagelijks leven erg gewend om op deze manier te kijken. De kunst werd zo beter begrepen en in de context geplaatst, het is een goed educatief middel.”

Hij weet zeker dat het museum er in de toekomst vaker gebruik van gaat maken. “Het moet wel in relatie zijn met de inhoud, anders zing je weg van het museale perspectief, dat zou ik vervelend vinden. We moeten oppassen dat er geen verpretparking komt. Maar ik wil wel graag meegaan in het ritme van de tijd, hoe mensen zich tot kunst en cultuur verhouden.”

In de Fabrique des Lumières ontbreekt de combinatie met de echte schilderijen, en de context van de getoonde kunstwerken wordt slechts beknopt toegelicht in een introductievideo bij de ingang en in een apart zaaltje naast de grote hal. In de show zelf krijg je geen uitleg. Heeft directeur Alders er geen behoefte aan om zijn bezoekers iets meer te vertellen over de kunstenaar of de historie van de werken die tot leven worden gewekt in de Fabrique?

Nee, zegt hij heel eerlijk. “Wij zien context en kennis eigenlijk alleen als ballast voor de ervaring. We proberen de connectie met de kunst niet in het hoofd te maken, we laten ervaren. Als je kennis overdraagt met teksten of voice-overs, dan schiet je automatisch naar het cognitieve. Dat doen we bewust niet.”

Recht doen aan het gedachtegoed van de kunstenaar

Sommige bezoekers willen inderdaad meer weten. “Daarom organiseren we met de vrije academie een paar keer per kwartaal lezingen die we vooraf geven in een speciale viewing.” Hij benadrukt dat er wel degelijk cultuurhistorici te pas komen aan de exposities in de Fabrique des Lumières. Zij kiezen de werken die vervolgens tot leven worden gewekt door een technisch team – in totaal wordt wel een jaar aan zo’n projectie gewerkt. “We doen enorm ons best om recht te doen aan het gedachtegoed van de kunstenaar. We hebben ook contact met de musea waar de schilderijen hangen.”

Vertegenwoordigers van de musea worden uitgenodigd voor previews en daar signaleert Alders twee soorten reacties. “Je hebt natuurlijk mensen die het hoe dan ook minder geslaagd vinden, om het netjes te zeggen. Maar er zijn ook mensen die begrijpen wat we doen en zien dat dit een kans is om de kunstwerken levend te houden.”

Wat dat betreft is het tweede deel van de huidige show Hollandse Meesters misschien meer naar de smaak van de traditionele kunstliefhebber. Daarin staat het werk van Piet Mondriaan centraal. En dan blijkt dat zo’n immersieve aanpak best goed werkt als je zichtbaar wilt maken hoe hij zich ontwikkelde van figuratief naar abstract. Begeleid door aanstekelijke en historisch accurate jazzmuziek veranderen de molens, torens en bomen in streepjes, vlakjes en blokjes. Als op het laatst de lijnen en vlakjes van de Victory Boogie Woogie bewegen over de muren van de Westergasfabriek, zie je er de drukke straten van New York in. Een interpretatie waar de kenner prima mee kan leven.

Hollandse Meesters, Fabrique des Lumières, Westerpark Amsterdam.

Lees ook:

In Drenthe vond Van Gogh - heel even - zijn paradijs

Het is niet zo bekend dat Vincent van Gogh dol was op de onbedorven puurheid van Drenthe. Hij ontwikkelde zich daar als kunstenaar, maar vluchtte er doodongelukkig weer weg.