Direct naar artikelinhoud
Reportage

Twintigers trekken van de Randstad naar Gelderland voor eigen voedselbos: ‘Zelf zien hoe het landschap herstelt’

Wytze Walstra, Katja Zweerus en Simon Verboom (van links naar rechts) op de plek in Elst waar hun voedselbos moet komen.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Binnenkort worden vier jonge vrienden beheerders van 13 hectare grond om een voedselbos te planten. Steeds meer mensen kiezen voor deze duurzame vorm van landbouw. ‘Onkruid vinden wij een stom woord − alle planten hebben een functie.’

Drie twintigers turen onder een paraplu naar het enorme grasland in het Gelderse Elst dat binnenkort van hen zal zijn. De gietende regen heeft grote plassen in de kavel van achttien voetbalvelden (100 bij 64 meter) groot geslagen. ‘Op die plekken hebben vroeger landbouwmachines de grond gekeerd, waardoor die meer verdicht is en het water niet wegloopt’, verklaart initiatiefnemer Wytze Walstra (23). ‘We moeten deze stukken bodem extra goed voorbereiden voordat we er bomen op planten.’

Van het nu zompige kale veld wil Walstra samen met vrienden Katja Zweerus (26), Simon Verboom (29) en (de afwezige) Sacha Brons (23) een voedselbos maken. Een door mensen ontworpen ecosysteem van permanente planten – zoals fruit- en notenbomen, bessenstruiken en eetbare kruiden – die voedsel opleveren zonder gebruik van kunstmest of bestrijdingsmiddelen. Het is een duurzame vorm van landbouw die steeds populairder wordt in Nederland.

Onkruid mag

Wekelijks reizen deze vier idealisten van de Randstad naar Gelderland om de grond te onderzoeken van hun toekomstige ‘Voedselbos de Laar’. Trots wijzen ze de weg over het land langs volgelopen beekjes en stukken waar nu nog ‘onkruid’ groeit. ‘Dat vinden wij een stom woord’, zegt Walstra. ‘De natuur maakt geen onderscheid – alle planten hebben een functie. Ruigtekruiden kunnen de verdichte bodem openbreken, dus we laten ze lekker hun gang gaan.’

De stichting Voedselbosbouw Nederland ziet steeds meer mensen die een voedselbos willen beginnen. Precieze getallen zijn volgens ‘voedselboswachter’ Kaat Biesemans-Hoogewijs lastig te noemen, omdat veel particuliere voedselbosboeren zich niet registreren. ‘Maar er is in ieder geval 250 hectare professionele voedselbossen in Nederland.’

Ook de overheid is voorstander: in 2030 moet er in Nederland 1.000 hectare voedselbosbouw en 25 duizend hectare agrobosbouw zijn, bepaalden de ministers Piet Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) vorig jaar.

Ontmoetingsbos

De vier van Voedselbos de Laar zien het als een verbintenis die ze aangaan voor de rest van hun leven. De plattegrond is al af en ze kunnen niet wachten om met planten te beginnen. ‘Hier komt het gastronomisch voedselbos,’ zegt Verboom terwijl hij met grote armgebaren de omvang probeert aan te geven. ‘Voor de meer bijzondere producten als szechuanpeper en japanse gember.’

Ook willen ze een ‘ontmoetingsbos’ aanleggen waar buurtbewoners zelf kunnen oogsten. En een ‘Romeinse lusthof’ langs het voetpad waar onder meer zoete kers, vijgen en Roomse kervel groeien. De grootschalige oogst zullen ze halen uit het ‘rationele voedselbos’: daar staan bijvoorbeeld appel- en perenbomen strategisch in rijen opgesteld.

De vier initiatiefnemers kwamen via studie, familie en de media in aanraking met voedselbossen. Brons en Walstra werken voor de stichting Voedselbosbouw Nederland en geven er een vak over aan de Universiteit van Amsterdam. Zweerus studeerde af op voedselbossen en is nu biodiversiteitsadviseur. Verboom komt uit een familie van ecologen en deed ervaring op bij Italiaanse ‘voedselbosachtige’ boerderijen.

Op een voedselbos-jongerenweekend vorig jaar juni leerde het viertal elkaar kennen en begonnen ze te dromen over een eigen voedselbos. Een paar maanden later stuitten ze op een advertentie van de provincie Gelderland waarin grond werd aangeboden voor een voedselbos. Ze wonnen de gunning met hun plan. Samen met stichting Aardpeer, die zich inzet voor natuurlijke landbouwgrond, zijn ze met behulp van obligaties en leningen bezig om de aankoop te voltooien. Het viertal heeft al plannen om naar de omgeving te verhuizen.

.Beeld .

Weinig natuur in Nederland

Volgens voedselbosboer Mark Venner (28) is het vinden van grond een groot obstakel voor ambiërende voedselbosboeren. Hij nam in 2019 het 250 jaar oude familiebedrijf van zijn vader in het Limburgse Baexem over en gooide radicaal het roer om: hij verkocht alle vijftig koeien om er bomen te planten. ‘Met 25 hectare grond tot mijn beschikking had ik een enorm bevoorrechte positie’, zegt Venner. ‘Die wilde ik verzilveren.’

Met een opleiding in bos- en natuurbeheer wilde Venner op een duurzame manier boeren. ‘Ik zag de logica van ecosystemen niet terugkomen in de landbouw. En in verhouding met de landbouw is er heel weinig natuur in Nederland.’

Op een deel van het veld waar jarenlang koeien graasden, staan in Baexem inmiddels rijen bomen. Voordat daarvan geoogst kan worden, duurt nog wel even. ‘Soms wordt het beginnen van een voedselbos een beetje geromantiseerd: het is compleet anders dan landbouw en het duurt lang voordat je eraan verdient.’ De eerste tien jaar rekent Venner niet op serieuze inkomsten.

De vrienden achter Voedselbos de Laar streven er ook niet naar om er alle vier een fulltime inkomen uit te halen. ‘Zo groot is het terrein ook weer niet’, zegt Zweerus. Juist de combinatie van consultancy en voedselbosboeren lijkt haar leuk.

De ambitie van de jonge voedselbosboeren gaat nog verder. ‘Door onze academische achtergrond zijn we ons bewust van de ecologische crisis die ons te wachten staat’, zegt Walstra. ‘We willen er allemaal concreet wat aan doen. Met dit voedselbos blijft het niet bij praten en wordt verandering tastbaar: in november gaan hier duizenden planten de grond in. We gaan met eigen ogen zien hoe het landschap herstelt.’

De storm is inmiddels gaan liggen en de zon breekt door. Enthousiast wijst het drietal naar de fazanten en hazen die boven het gras uitkomen. ‘Ik vind het nog steeds ongelofelijk dat overal waar je kijkt, de grond straks in ons beheer is’, zegt Zweerus.