Met een vanafprijs van 36.795 euro duikt Volvo in een wereld die het als premium merk voorheen nauwelijks kende

Het is geen Tesla, maar toch zal menig Volvobezitter die zijn oude Zweed heeft ingeruild en in de nieuwe EX30 stapt, even moeten slikken. Volvorijders, u kent ze wel, staan niet bekend als early adopters en de EX30 is toch wel de aftrap van een volgend Volvotijdperk.

De nieuwe elektrische EX30 ziet er van buiten en vooral van binnen echt anders uit. Weg zijn de vertrouwde meters achter het stuur, weg de raambediening in de portieren en weg de knoppen om de airco te bedienen. Waarom? Geld.

Het bijna honderd jaar oude merk, sinds 2010 in Chinese handen (Geely), heeft met de EX30 een voor zijn doen goedkope auto gemaakt. Met een vanafprijs van 36.795 euro duikt Volvo ineens in een wereld die het als premium merk voorheen nauwelijks kende, zo maar midden tussen de Renault Mégane E-Tech en Volkswagen ID3.

Dat lijkt een goedgekozen moment. De verkoop van elektrische auto’s loopt niet meer zo voortvarend. Nu de subsidieregelingen eind 2024 stoppen, kijken kopers meer dan voorheen naar de aanschafprijs. Die is in vergelijking met ouderwetse auto’s nog altijd hoog en bovendien is het aantal kilometers dat hybride modellen – die qua prijs tussen de elektrische en ‘fossiele’ in zitten – elektrisch kunnen rijden stiekem toegenomen de laatste tijd.

Haalde je voorheen met een stekkerhybride elektrisch net het einde van de straat (en was die voorziening er vooral om belastingvoordeel te kunnen genieten), nu kun je er niet zelden 60 of meer kilometer volledig elektrisch mee rijden; dat is ruim voldoende voor het merendeel van de ritten, zeker in de stedelijke omgeving waar dat elektrisch rijden zo belangrijk is voor schone(re) lucht.

Elektrische auto’s zullen dus goedkoper moeten worden. Ze doen dat ook, al dan niet om de concurrentie met Chinese merken vol te kunnen houden, waarvan – netjes gezegd – niet altijd helemaal vaststaat hoe de prijs precies tot stand is gekomen. Het Europese concern Stellantis komt binnenkort met de elektrische Citroën C3, die slechts een kleine 25 duizend euro gaat kosten, wat je met recht een prijsdoorbraak kunt noemen.

Dat is voor Volvo nog een brug te ver. Want die vanafprijs van 36.795 euro kan zomaar oplopen richting de 50.000 euro. Simpele zaken die Blik verrukten in de nieuwe EX30 – panoramadak! warmtepomp! 360-gradencamera! – zitten alleen in de duurste van drie uitvoeringen, en dan begin je ineens bij 47.995 euro, of 52.995, als je twee motoren wilt in plaats van een.

Dan heb je wel een heel erg fijne en mooie auto, uitgerust met een accupakket (69 kWh) waarmee je volgens de fabrikant 475 kilometer ver komt. In de testweek – een barre winterweek, dat moet gezegd – gebruikte Blik ruim 21 kWh per 100 kilometer, waarmee wij dus niet verder kwamen dan 330 kilometer. Dat zal zuiniger kunnen in zonnige tijden, maar rond de 400 kilometer lijkt toch wel de max voor deze compacte SUV, die nu eenmaal niet overdreven aerodynamisch is.

Met de komst van elektromotoren worden auto’s weer steeds vaker achterwielaangedreven. In een door het batterijpakket zware auto rijdt dat lekker, omdat hij dan ondanks het gewicht prettig licht stuurt.

En verder: nauwelijks knoppen dus nog, maar alles op een scherm. Zelfs de essentiële informatie: hoe hard je rijdt. Dat zal voor menigeen wennen zijn, maar het drukt de fabricagekosten, want software in plaats van knoppen is nu eenmaal goedkoper. Die software deed het in Bliks proefexemplaar nog niet helemaal goed, maar inderdaad betreft dat dan allemaal (een weigerende keycard, een radio die niet van zender wil veranderen) gebreken die terwijl u slaapt en de auto voor de deur staat met een update kunnen worden verholpen.

Hoe ver zo’n Zweeds-Chinees zuinigheidsbeleid voert: in de vier portieren zit helemaal niets meer (dus ook geen speakers). De knopjes om de ramen te bedienen zitten in het middenconsole en het zijn er maar drie in plaats van zeven. Eentje voor links, eentje voor rechts en eentje om van voor naar achter te switchen. Scheelt toch vier knopjes ten opzichte van uw en onze auto.

En ook opmerkelijk: verlichting en ruitenwissers worden met één hendel, de linker, bediend. Rechts zit de knop om te rijden, te parkeren en de automatische piloot te activeren. Dat laatste is in het begin wel even eng, want je moet dus tijdens het rijden die knop bedienen.

Boet de auto aan rijplezier al niet in, aan veiligheid doet hij dat ook niet uiteraard; het blijft wel een Volvo. Achter het stuur zit nu alleen nog een razend streng zwart kastje. Wie bij het gapen vergeet zijn hand voor zijn mond te houden, krijgt subiet het advies de auto aan de kant te zetten en een kop koffie te gaan drinken. Andere veiligheids- en de meeste rijhulpsystemen zijn standaard aanwezig en dat maakt hem voor die prijs toch wel een begeerlijke auto.

Van buiten heeft de EX30 een nieuw aanzicht gekregen, net als de EX90. Mooi, maar het lijkt van achter te veel op dat andere Geelymerk, Polestar. Dus het meest genoot Blik toch van het frisse interieur, de soundbar (een speaker onder de voorruit over de volle breedte van de auto), het panoramadak (dat de auto ruimer doet lijken dan hij is) en het mini-Zweedse vlaggetje op de stoelen, waarmee het Chinese Geely ons nog eens om de tuin wil leiden door te zeggen: dit is geen Chinese auto.