Direct naar artikelinhoud

Amsterdamse Slagerij Marcus, de laatste koosjere slager in Nederland, sluit definitief

Het doek valt definitief voor de laatste koosjere slager in Nederland, Slagerij Marcus. Het is moeder­bedrijf Gelkos niet gelukt om een doorstart te maken. Dat ging in maart failliet na jarenlange verliezen, steeds strengere regels en een tanende Joodse gemeenschap.

Slagerij Marcus in 2017. Het vlees is inmiddels voor 32.000 euro verkocht aan het Amsterdamse Bull Meat, dat ook de huur van het bedrijfspand van Gelkos in Westpoort overneemt.Beeld Jasper Juinen/ANP

Dat blijkt uit een recent verschenen verslag van curator Nienke Bobbert.

Het was tekenend voor de teloorgang: het betalingsuitstel van vleesverwerker Gelkos was 12 maart nauwelijks uitgesproken of het rabbinaat van de Joodse Gemeente Amsterdam (NIHS) verzegelde de koelcellen van het bedrijf, die nog vol lagen met ritueel geslacht vlees en volgens de religieuze regels bereide vleeswaren.

Die stap, volgens de voorschriften nodig om te voorkomen dat de religieuze regels werden geschonden, is tekenend voor de teloorgang van de laatste Joodse slagerij in Nederland. Volgens curator Nienke Bobbert was het NIHS niet bereid daarover te overleggen.

Streng toezicht op de Joodse riten, maar vooral steeds strengere overheidsregels maakten het rituele slachten voor Slagerij Marcus almaar duurder. Zeker nadat het kabinet in 2017, bang voor dierenleed, de regels voor ritueel slachten (zowel koosjer als halal) flink had aangescherpt.

De slacht werd daarmee zo omslachtig dat die al niet meer in Nederland plaatsvond. Slagerij Marcus week uit naar het buitenland, Italië vooral, waardoor de kosten steeds verder stegen.

Vergrijzing

Dat maakte het vlees en beleg dat Slagerij Marcus in Buitenveldert aan klanten verkocht en Gelkos aan restaurants, cateraars en luchtvaartmaatschappijen als KLM leverde duurder. En daardoor daalden de verkopen, wat ook werd aangewakkerd doordat de Joodse gemeenschap door vergrijzing verder uitdunt.

De coronacrisis hielp, net als bij zoveel andere bedrijven, de slagerij verder in de penarie. De winkel kon weliswaar openblijven maar de leveranties aan koosjere restaurants, cateraars en luchtvaartmaatschappijen zegen ineen.

Ook na covid kwam er geen verlichting. Door de oorlog in Oekraïne stegen de prijzen voor vleesproducten enorm, omdat grondstoffen als graan veel duurder werden. Ook de energie (voor de koelcellen) werd flink duurder.

Daarnaast trof de verdwenen reislust voor Europa van met name ­Amerikaanse Joden – eerst vanwege Oekraïne, sinds vorig jaar oktober door de terreuraanslag van Hamas in Israël en de daaropvolgende oorlog in Gaza – het bedrijf hard

Reddingsplan

Terwijl de omzet na corona iets herstelde, liepen de verliezen steeds verder op. In totaal kwam het bedrijf tussen 2020 en 2023 voor 375.000 euro in het rood.

Vanuit de Joodse gemeenschap werd gewerkt aan een reddingsplan, maar het benodigde geld daarvoor kwam nimmer bij elkaar. Nadat een finale reddingspoging begin dit jaar spaak liep, vroeg het bedrijf 12 maart surseance aan, dat twee dagen later werd omgezet in een faillissement. De koelcellen waren in de tussentijd verzegeld.

Volgens curator Bobbert was er vervolgens best interesse voor een doorstart van Slagerij Marcus. Meerdere partijen meldden zich, maar geen enkele kwam met een bod op het bedrijf. Wat overbleef was animo voor de voorraad, merknaam en recepten.

Het vlees is inmiddels voor 32.000 euro verkocht. Daarvoor zijn de zegels van de koelruimtes verbroken en kon het vlees volgens kenners van de Joodse riten niet als koosjer worden verkocht.

Recepten

Wat rest is de definitieve ontmanteling van de laatste Joodse slager in Nederland. De huur van de winkel in Buitenveldert is opgezegd. Merknaam en recepten zijn inmiddels voor 3000 euro verkocht, de inventaris van winkel en slagerij volgen.

Die opbrengsten en wat banktegoeden zijn bij lange na niet genoeg om de schulden van Gelkos te compenseren. Er zijn 21 schuldeisers die bijna 200.000 euro tegoed claimen te hebben.

Ze moeten daarbij de Belastingdienst, met een schuld van 177.000 euro, het UWV (nog niet bekend) en huisbank ABN Amro (20.000 euro) laten voorgaan. De curator doet nog geen uitspraken over de verwachting van terugbetaling.

In een eerdere versie van dit artikel was sprake van verkoop van de voorraad aan vleesverwerker Bull Meat. Dat is volgens de curator onjuist.