Direct naar artikelinhoud
onderzoek

Senatoren worstelen met het opgeven van hun nevenfuncties: ‘Moet ik zoiets ook melden?’

BBB-senator Gert-Jan Oplaat (midden). De landbouwwoordvoerder werd onderwerp van een discussie over belangenverstrengeling.Beeld David van Dam / de Volkskrant

Bijna vier op de tien Eerste Kamerleden geven niet al hun nevenfuncties op, blijkt uit onderzoek van de Volkskrant en Open State. Volgens de senatoren gaat het niet om belangenverstrengeling, maar zijn de regels onduidelijk. ‘Het is goed daar nog eens een gesprek over te hebben.’

en

Tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Landbouw, op 12 maart in de Eerste Kamer, gebeurde iets ongebruikelijks. Gert-Jan Oplaat mocht als landbouwwoordvoerder van de BBB, de grootste fractie, als eerste het woord voeren. Hij was net begonnen aan zijn tekst van vijftien pagina’s, had tussen neus en lippen door gesuggereerd ‘het ministerie van Natuur en Stikstof’ op te heffen of daar werd hij al onderbroken.

Het was Ingrid Visseren-Hamakers van de Partij voor de Dieren. Ze informeerde of de heer Oplaat nog steeds voorzitter was van de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie, Nepluvi, en van de Europese koepel, de Association of Poultry Processors and Poultry Trade, Avec. Ze wilde vervolgens weten waarom de BBB ervoor gekozen had een lobbyist in de Eerste Kamer op zijn eigen onderwerp het woord te laten voeren.

Dat is een interne keuze van de BBB, vond Oplaat.

Waarop Visseren-Hamakers zei dat dit in strijd was met de Gedragscode integriteit van de Eerste Kamer, waarin staat dat Eerste Kamerleden alle schijn van belangenverstrengeling moeten voorkomen.

Over de auteurs
Wilco Dekker is economieredacteur voor de Volkskrant. Hij schrijft onder meer over grote bedrijven, ongelijkheid en lobby. Ariejan Korteweg is journalist. Hij was van 2013 tot 2022 parlementair verslaggever voor de Volkskrant. 

Oplaat deed de opmerking af als ‘een oprisping van de kant van de Partij voor de Dieren’ en wilde zijn betoog vervolgen. Maar Saskia Kluit van GroenLinks-PvdA nam het stokje over. Ze wilde weten of Oplaat ‘helemaal niet betrokken is geweest, bij geen enkel project of proces dat vandaag gefinancierd wordt via deze begrotingen’. Dat werd door Oplaat ten stelligste ontkend: ‘Er zit geen geld in de begroting dat raakvlakken heeft met mijn werk.’

Visseren-Hamakers liet het er niet bij zitten: ‘We kunnen het ons niet veroorloven om in het hart van onze democratie lobbyisten het woord te geven over een van de belangrijkste dossiers.’ Haar suggestie om een ander fractielid van de BBB het woord te laten voeren werd verworpen.

Het komt zelden voor dat in de Eerste Kamer zo openlijk over belangenverstrengeling wordt gesproken. Het onderwerp leeft, dat beamen diverse senatoren. Maar gesprekken erover worden bij voorkeur binnenskamers gevoerd.

Sociëteit

De Eerste Kamer en belangenverstrengeling zijn in zekere zin een pleonasme. Anders dan de Tweede Kamer functioneert de senaat deels als een sociëteit, waar prominente leden van verschillende partijen elkaar treffen. De sfeer is er gemoedelijker en minder politiek geladen. Het Eerste Kamerlidmaatschap is een bijbaan voor een dag in de week, de senator heeft zijn hoofdbezigheden elders. De kennis en ervaring die hij daar opdoet, wordt hij geacht in de senaat in te brengen; anders dan de Tweede Kamer kent de senaat geen sancties – zoals een berisping of schorsing – voor Kamerleden die de integriteitsregels overtreden.

In 2014 werden de Tweede en de Eerste Kamer stevig op de vingers getikt door Greco (Group of States Against Corruption), de integriteitswaakhond van de Raad van Europa. Als reactie daarop kwam de Eerste Kamer in 2019 met een nieuw Reglement van Orde en vooral: een Gedragscode integriteit. Daarin staat dat een lid dat mondelinge of schriftelijke inbreng in een debat heeft, zijn belangen moet melden. Ook moet hij zijn hoofdbezigheden, die overigens als ‘nevenfuncties’ worden aangeduid, melden op de site van de Eerste Kamer, zodat zijn belangen zichtbaar worden.

Omdat de Eerste Kamer uitgaat van zelfregulering, gebeurt dit alles op basis van eigen verantwoordelijkheid. Het Kamerlid vult zelf zijn functies in op de website, er is geen instantie die daarop toeziet. Wel is er, nadat Greco daar in 2021 op had aangedrongen, een jaarlijkse trainingsbijeenkomst over integriteit voor Eerste Kamerleden. Ook is er een externe vertrouwenspersoon – sinds december vorig jaar is dat Milène Junius – die als klankbord voor senatoren kan functioneren.

Senator Gert-Jan Oplaat (BBB): 'Integriteit moet je in jezelf hebben zitten. Dat kun je niet in regels vangen.'Beeld Veerle Haan

In het verleden gaf die schijn van belangenverstrengeling soms gedoe. Dat was het geval bij Paul Rosenmöller, die fractievoorzitter van GroenLinks was maar ook voorzitter van de VO-raad, en dus onderwijslobbyist. Senator Anne-Wil Duthler moest wegens belangenverstrengeling in 2019 de VVD-fractie verlaten. Ze had met haar adviesbedrijf meegewerkt aan een wet waar ze later als Eerste Kamerlid voor stemde. Ook dat CDA’er Niek Jan van Kesteren het senatorschap een tijdje combineerde met de directeursfunctie bij werkgeversorganisatie VNO-NCW, wekte verbazing.

Aanzienlijke verschillen

‘Griffie en voorzitter herinneren leden er steeds aan dat ze nevenfuncties moeten melden’, zegt een woordvoerder van de Eerste Kamer. ‘Wel zie je verschillen. Er zijn leden die werkelijk alles melden, anderen zijn soberder.’

Samen met de Open State Foundation, een ngo die zich inzet voor een transparante en controleerbare democratie, deed de Volkskrant onderzoek naar de nevenfuncties van de Eerste Kamerleden. Daartoe werden de nevenfuncties zoals die op de site van de Eerste Kamer worden vermeld, vergeleken met de gegevens uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Uit dat onderzoek kwamen aanzienlijke verschillen naar boven. Sommige senatoren noteerden hun complete cv, anderen beperkten zich tot het minimaal noodzakelijke. Financiële gegevens, zoals bezittingen, vermogen en aandelen, zijn daarbij niet in beschouwing genomen. Die hoeft een Eerste Kamerlid niet openbaar te maken.

Open State dringt aan op uniformiteit en concludeert dat burgers weinig tot geen zicht hebben op de nevenfuncties van hun volksvertegenwoordigers, omdat de Kamer van Koophandel alleen via een commerciële partij (CompanyInfo) en dus tegen betaling kan worden doorzocht. Bij 29 van de 75 Eerste Kamerleden bleken er verschillen te zijn tussen het nevenfunctieregister en het Handelsregister van de KvK. In sommige gevallen gaat het om niet gedane meldingen van functies bij organisaties die bijvoorbeeld gelieerd zijn aan de partij, of die voortvloeien uit een wel gemelde hoofdbezigheid. Er zijn ook niet opgegeven functies die meer vragen oproepen. Daarover heeft de Volkskrant bij de betreffende Kamerleden inlichtingen ingewonnen.

Aanzienlijke verschillen

‘Ben ik tekortgeschoten?’

In veel gevallen gaat het bij de niet opgegeven functies om rechtspersonen die geen directe activiteiten ontplooien. Zo heeft Oplaat – die toch een indrukwekkende lijst nevenfuncties opgeeft – de nevenfuncties niet opgegeven die voortkomen uit zijn voorzitterschap van Nepluvi. Zo is hij bestuurder bij VNO-NCW, bestuurder van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Pluimveeverwerkende Industrie, van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie en van Avined. Wat hem betreft hoeft dat alles niet apart gemeld, omdat het rechtstreeks uit Nepluvi voortvloeit: ‘Dat valt allemaal onder die paraplu. Integriteit moet je in jezelf hebben zitten’, zegt hij. ‘Dat kun je niet in regels vangen.’

Bij Niko Koffeman van de Partij voor de Dieren ontbreken ‘Bestuurder Stichting Administratiekantoor Shared Vegan Interest’ en drie holdings op de lijst. ‘Dat is niets anders dan het administratiekantoor voor aandelen’, zegt hij. ‘Daar zit helemaal geen activiteit in.’ Of dergelijke gegevens ook vermeld moeten worden, zegt hij niet te weten. ‘Ik ga dat de vertrouwenspersoon vragen.’

‘We hebben jaarlijks een integriteitsvergadering in de Eerste Kamer’, zegt Koffeman nog. ‘Ik heb het idee dat met de resultaten daarvan weinig wordt gedaan. Het leidt niet tot verbeteringen.’ Koffeman hoopt dat de vertrouwenspersoon ook ongevraagd advies zal geven als ze twijfels heeft over belangenverstrengeling.

Artie Ramsodit (GroenLinks-PvdA) is lid van de raad van commissarissen van Zorg en Zekerheid. Twee andere commissariaten die daaruit voortvloeien, heeft ze niet gemeld. ‘Zou dat moeten? Ben ik tekortgeschoten?’, vraagt ze. ‘Ik krijg als commissaris een vergoeding voor die drie entiteiten samen, omdat het om één organisatie gaat. Als ik die apart vermeld, vergroot dat wellicht de verwarring.’

Die twijfel over welke nevenfuncties moeten worden gemeld, blijkt bij meer senatoren te leven. Bij Greet Prins (CDA) ontbreken vijf commissariaten, die volgens haar allemaal voortvloeien uit haar commissariaat bij CZ Zorgverzekeringen. ‘Het voelt logisch om dat niet apart te melden. Maar misschien is het goed daar nog eens een gesprek over te hebben.’

‘Duidelijke richtlijnen nodig’

Bart Kroon (BBB) is interim-directeur van beroep. Van hem staan interim-posities bij de steenfabrieken Rossum en De Zandberg niet vermeld. ‘Zo’n contract is eindig. Moet je een tijdelijke functie opgeven? Ik weet dat niet, ik heb het nagevraagd en kreeg te horen dat zoiets niet vermeld hoefde te worden.’ Kroon zegt ook: ‘Transparantie is goed. Maar wil je meer controle, dan moet je ook duidelijke richtlijnen hebben.’

Theo Rietkerk (CDA) heeft een handvol voorzittersfuncties bij onderwijsinstellingen in de regio Zwolle en Kampen niet in het nevenfunctieregister vermeld. Al die functies vloeien voort uit zijn positie als voorzitter van het college van bestuur van de Landstede Groep, een scholenkoepel. ‘Wordt mijn rol duidelijker als dat allemaal op de site komt? Deze vraag zet me aan het denken. De Eerste Kamer is een minder politiek orgaan dan de Tweede Kamer. Je wordt gevraagd vanwege je expertise. Dan is het een voordeel als je uit het veld komt.’

Senator Theo Rietkerk (CDA): 'Wordt mijn rol duidelijker als dat allemaal op de site komt?'Beeld Veerle Haan

‘Ook aandelenbezit’

Terwijl het Volkskrant/Open State-onderzoek liep, heeft de griffie van de Eerste Kamer de leden nog eens opgeroepen zorgvuldig en volledig te zijn bij het opgeven van nevenfuncties en eventuele veranderingen meteen op de site te zetten.

Serv Wiemers, directeur van Open State, roept de senatoren op al hun functies te melden en de integriteitsregels zodanig uit te breiden dat ook aandelenbezit moet worden gemeld: ‘Bij twijfel, wel opgeven!’ Worden de regels niet nageleefd, dan moeten sancties volgen, zoals bij de Tweede Kamer al het geval is, is zijn pleidooi.

Recentelijk bleek uit onderzoek van Follow The Money en Nieuwsuur dat ook de transparantie in de Tweede Kamer over nevenactiviteiten onvolledig en onduidelijk is. Open State vindt ook dat het handelsregister van de KvK vrij doorzoekbaar moet zijn, zoals dat in andere Europese landen het geval is. Alleen zo kunnen burgers de eventuele belangenverstrengeling van volksvertegenwoordigers controleren.

Senator Ingrid Visseren-Hamakers (PvdD): 'We kunnen niet in het hart van onze democratie lobbyisten het woord geven.'Beeld Veerle Haan

De senatoren Visseren-Hamakers en Oplaat blijven intussen ieder overtuigd van het eigen gelijk. Visseren-Hamakers: ‘Oplaat is landbouwlobbyist, hij wordt betaald om belangen te behartigen. Al na tien minuten pleitte hij in zijn betoog voor meer vleesproductie, dat noem ik lobby. Op bijna alle dossiers kan hij het woord voeren. Maar niet bij de landbouwbegroting.’

Oplaat ziet dat heel anders: ‘Ik ben niet van de boeren maar van de slachterijen. Die krijgen nul euro uit de landbouwbegroting. Hier is geen sprake van belangenverstrengeling maar van inhoudelijke kennis. De Partij voor de Dieren speelt op de persoon. Ik leg dit naast me neer.’

Het onderzoek naar de nevenfuncties van Eerste Kamerleden van Open State Foundation is uitgevoerd door Charlotte Kroese.