Inflatie koelt af tot 2,7 procent in april

De afkoelende inflatie hangt vooral samen met de energieprijzen en de prijzen van motorbrandstoffen aan de pomp. In maart werden energie en motorbrandstoffen nog 3,7 procent duurder. In april was sprake van een kleinere stijging met 3,3 procent. De prijsstijging van voedingsmiddelen, dranken en tabak viel in april hoger uit dan in de voorgaande maand.

Economen van ABN AMRO en RaboResearch gaven eerder aan dat de prijsstijgingen lager uitvallen door een daling van de goederenprijzen, maar ook van grondstoffenprijzen. Consumenten merken daarom dat de prijzen voor boodschappen minder hard stijgen dan voorheen.

A-merken

Tijdens de oplopende inflatie gingen consumenten in de supermarkt op zoek naar alternatieven voor de relatief dure A-merken. Inmiddels weten grote concerns achter producten als Gillette-scheermesjes, Ariel-wasmiddel en Dove-douchegel weer meer te verkopen, maakten die bedrijven de afgelopen weken bekend. Toch blijven zij ook hun prijzen opschroeven.

De afgelopen maanden stegen de prijzen aan de pomp bovendien behoorlijk, in navolging van de hogere olieprijzen. Dat kwam onder meer door spanningen in het Midden-Oosten, die de toevoer uit olierijke landen kunnen belemmeren.

Inflatiecijfer EU

De Nederlandse inflatie op basis van de Europese geharmoniseerde rekenmethode was in april 2,6 procent, tegen 3,1 procent in maart. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.

Het Europese statistiekbureau Eurostat komt later in de ochtend ook met een voorlopige raming over de inflatie in de eurozone in april. De inflatie in het eurogebied bedroeg in maart 2,4 procent, tegen 2,6 procent in februari.