Direct naar artikelinhoud
De ondernemingTuinderij Vahl

Dankzij aardwarmte zijn de komkommers van de gebroeders Vahl extra groen

De komkommers en paprika’s van Tuinderij gebroeders Vahl worden verwarmd met ‘gratis’ energie uit een diepe aardlaag. Heel rendabel is dat nog niet, maar het tij lijkt nu te keren.

André Vahl in de komkommerkas van het tuindersbedrijf dat hij met zijn familie runt.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Er bestaat nog een zwart-witfoto waarop Dries Vahl de vruchtbare aarde van Koekoekspolder schoffelt om zijn pas gepote groenteplantjes maximaal de ruimte te geven. Bijna driekwart eeuw later gaan Vahls nakomelingen heel wat dieper diezelfde grond in om hun komkommers te behagen – 1.800 meter diep, om precies te zijn.

Sinds 2012 pompt Tuinderij Vahl, nabij het Overijsselse Kampen, namelijk water van zo’n 70 graden uit een ondergronds warmwaterreservoir. Daarmee worden de 10 hectare komkommerkassen en 2,5 hectare bestemd voor biologische paprika’s op ideale temperatuur gehouden. Ook enkele naburige kassen en woonhuizen zijn aangesloten op de warmtebron.

De glastuinbouw wordt de laatste tijd regelmatig aangewezen als sector waar Nederland wel zonder zou kunnen. In een economie die op vele fronten kampt met schaarste zou de tienduizend hectare aan kassenbouw te weinig toegevoegde waarde leveren, zei onder anderen president van de Nederlandsche Bank Klaas Knot.

Dat terwijl de groenteteelt de maatschappij wel veel ‘kost’. Door de tienduizenden arbeidsmigranten die weinig belasting betalen, maar wel een beroep doen op huisvesting en sociale voorzieningen, maar ook doordat de energie-intensieve sector, die ooit floreerde dankzij goedkoop Nederlands gas, veel broeikasgas uitstoot.

Knot doet veel tuinders tekort, vindt André Vahl, de jongste zoon van de inmiddels overleden Dries. ‘Zoals ons. Wij proberen al decennialang steeds duurzamer te telen. De aardwarmte is daar een voorbeeld van. We willen goed zijn voor onze werknemers. En er komt uit onze kassen toch ook iets dat de meeste Nederlanders bijna dagelijks eten?’

De onderneming

In deze wekelijkse rubriek vertellen ondernemers over hun bedrijf.
Vandaag: Tuinderij gebroeders Vahl

Waar: IJsselmuiden, Overijssel

Sinds: 1950

Aantal werknemers: 24 fulltime, 40 studenten, 50 arbeidsmigranten

Omzet: 9,5 miljoen euro

André begon in 1980 bij zijn vader in de kas, oudere broer Tonnie zat toen al tien jaar in de maatschap. In 2000 stapten Tonnies zonen Kees en Dries junior in. Sinds het pensioen van zijn broer, in 2010, runt André het bedrijf samen met zijn neven. André is verantwoordelijk voor de afzet, Dries voor de teelt en Kees voor bedrijfsvoering.

Geworteld in het veen

De tuinbouw in de Koekoekspolder vindt zijn wortels in de veengrond, die zeer geschikt is voor het telen van wortelen, prei en bloemkool. In de jaren vijftig kwamen de eerste kassen. Begin deze eeuw, toen het Westland vol raakte, werd de polder in Overijssel aangewezen als een van de gebieden waar de glastuinbouw zich nog verder zou kunnen uitbreiden. ‘En dat hebben we gedaan’, zegt Kees. Het bedrijf kreeg er destijds 2 hectare kassen bij en groeide in de jaren daarna verder.

Het idee om de kassen met aardwarmte op temperatuur te houden, kwam rond 2008. ‘De energie was toen redelijk duur en het was al duidelijk dat gas op den duur ook op zou raken’, zegt Kees. ‘Dankzij een garantieregeling was het risico ook redelijk te overzien.’ De Vahls waren de eerste tuinders in Noord-west Nederland die met geothermie begonnen. In het hele land zijn er nu enkele tientallen van dit soort putten geslagen.

Kees en Dries Vahl (rechts).Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

In het ketelhuis naast de kassen wijst Kees de dikke zwarte buizen aan waar het warme water binnenkomt. ‘Het is zo’n 70 graden en vijf keer zo zout als zeewater. Al dat zout wil je niet niet in de leidingen hebben die door de kassen gaan, dus staan hier warmtewisselaars waarin het opgepompte warmte z’n warmte afgeeft aan het zoete water in het netwerk.’ Het afgekoelde zoute water gaat terug de grond in.

Het warme zoete water gaat eerst naar een gigantisch bassin van zo’n 2 miljoen liter – bijna het volume van een olympisch zwembad. Dat is de buffer die het mogelijk maakt snel op de warmtevraag van de kassen in te spelen.

Het klimaatvoordeel van geothermie is groot: Voor elke kilowattuur elektriciteit die de pomp vraagt, komt er 17 kilowattuur warmte omhoog.

Concurrentievoordeel

Je zou zeggen dat dit ook een gigantisch concurrentievoordeel oplevert. Maar dat ligt toch ingewikkelder. Bijna alle andere tuinders hebben namelijk zogenoemde warmtekrachtkoppelingsinstallaties (wkk’s). Die verbranden gas en leveren zowel warmte als elektriciteit voor de belichting.

Kees: ‘Wij hebben wel ‘gratis’ warmte, maar we moeten elektriciteit kopen om het water op te pompen en onze kassen te belichten. Andere tuinders kunnen bovendien geld verdienen door bij hoge stroomprijzen elektriciteit te verkopen aan anderen. Dat is zeker de laatste jaren zeer lucratief.’

Een derde product dat nodig is om kasgroenten flink te laten groeien, is CO₂. Tuinders die met gas stoken, kunnen CO₂ bij de uitlaat van hun wkk afvangen en in de kas gebruiken. Bij de Vahls wordt vloeibaar CO₂ in grote tankwagens aangevoerd. In de kassen ontsnapt het gas door kleine gaatjes uit een buis onder de metershoge komkommerplanten.

Maar de tijd werkt uiteindelijk in het voordeel van de warmtebron, stelt Kees Vahl. ‘Als de investeringen zijn afgeschreven, kan hij nog jaren mee. En gas wordt steeds zwaarder belast.’

Energiebesparing

Intussen zitten de Vahls niet stil. Na uitgebreide studie zijn 2021 de energiebesparende ledlampen in de kassen opgehangen. Er zijn plannen om slimmer in te spelen op de sterk fluctuerende stroomprijs en er is land aangekocht om de kassen uit te breiden.

Dan is er nog dat heikele punt in de glastuinbouw: de arbeidsmigranten. Op de parkeerplaats van het bedrijf staat een rijtje auto’s met Bulgaarse nummerborden. ‘We hebben ook wel Nederlandse studenten bij ons werken’, zegt André Vahl. ‘Maar dat is niet genoeg om die duizenden komkommers te plukken en in te pakken.’

Brancheorganisatie Glastuinbouw Nederland denkt dat de sector in de toekomst door innovatie met minder mensen toe kan. Bij tuinderij Vahl is na maanden van testen en kopzorgen de spiksplinternieuwe inpakrobot eindelijk op stoom. Kees: ‘Daardoor hoeven we nu zeven uitzendkrachten minder in te huren. Tussen 2020 en nu zijn de uitzendtarieven met 6,6 euro per uur zijn gestegen, dus die machine is een goede investering.’

Het bedrijf dat de inpakmachine heeft ontworpen, heeft ook al prototype ontworpen van een robot die komkommers plukt. ‘Ik wil die heel graag op ons bedrijf testen’, zegt Kees. ‘Want het is ons doel om hier nog heel wat jaren te blijven telen en dan moet je voorop blijven lopen.’