Direct naar artikelinhoud
Die ene meldingMariëtte Hilhorst – Milieurechercheur

‘Ik had echt doodsangst, dacht: hij schiet me dood óf we rijden te pletter’

Politiemensen over die ene melding, wat er daarna gebeurde en hoe dat hun kijk op het vak heeft veranderd. Mariëtte Hilhorst (54) werd als agent gegijzeld en bedreigd met haar eigen wapen. ‘Ik dacht: nu is het afgelopen met me.’

‘Ik had echt doodsangst, dacht: hij schiet me dood óf we rijden te pletter’
Beeld Anne Stooker

‘Het was afschuwelijk. Samen met Peter Paul, die we altijd PP noemen, controleerde ik een gestolen auto. Zodra we ernaartoe liepen, renden de twee inzittenden weg. Wij gingen ieder achter een van hen aan.

‘‘Politie! Blijf staan! Je bent aangehouden’, riep ik, maar de man negeerde dat. Toen hij bij een hek niet verder kon, draaide hij zich om en kwam op me af, met zo’n blik van: ik heb schijt aan jou. Later bleek dat hij coke had gesnoven.

Over de auteur
Wil Thijssen is politie- en justitieverslaggever van de Volkskrant

‘Ik trok mijn wapen, richtte en riep: ‘Blijf staan of ik schiet’, maar hij blééf komen. Hij keek verachtend, alsof hij zeggen wilde: dat doe je toch niet, en daarin had hij dus gelijk. Ineens greep hij naar mijn wapen, dat ik hoog en zo ver mogelijk achter mijn hoofd hield. We raakten in gevecht. Ik schoot twee keer in de lucht en dacht: dit ga ik verliezen, ik moet zo min mogelijk kogels hebben en klikte de patroonhouder eruit, zodat er nog maar één kogel in de kamer zat. Vechtend belandden we in de sloot.

‘Hij duwde me onder water en ging op me zitten, waardoor ik bijna verzoop. Hij pakte mijn pistool af, zette het op mijn hoofd en dwong me naar de auto’s terug te lopen.

‘Daar stond PP met getrokken wapen. Mijn gijzelnemer riep: ‘Leg je wapen neer of ik schiet haar dood. Geef je autosleutels.’ PP legde zijn pistool op het asfalt en schoof het van hem af. Wij liepen naar zijn pistool, ik moest mee bukken om het te pakken, en toen had hij twéé wapens. ‘Houd je sterk’, was het laatste wat PP zei.

Gegijzelde collega

‘De man dwong me aan de bestuurderskant van onze auto in te stappen. Ik moest over het middenconsole naar de bijrijderskant kruipen. Doordat onze dienstwagen een automaat was, kon hij voortdurend met mijn wapen mijn hoofd tegen de zijruit drukken. Over de mobilofoon hoorden we alle communicatie over een gegijzelde collega. Nadat PP had gezegd: ‘Ze kunnen alles horen’, gingen ze naar een ander kanaal.

‘Vol gas reden we langs een file over de vluchtstrook van de A1, als in een gangsterfilm. Ik had echt doodsangst, dacht: hij schiet me dood óf we rijden te pletter. Dat laatste gebeurde ook – we crashten op de vangrail. Ik zag de motorkap omhoog krullen en knalde met mijn kop tegen de deurstijl. Ik bloedde en wist even niet of dat kwam van de klap of doordat hij had geschoten.

‘Hij sleurde me uit de auto, klemvast, richtte het wapen op een vrouw die stilstond in de file, dwong haar uit te stappen en duwde mij in haar auto. Toen bleek dat ze de sleutel had meegenomen, bedreigde hij een andere bestuurder. Uit overlevingsangst zei ik: ‘Stap rustig uit en laat de sleutel in het contact zitten, dan gebeurt er niks.’

Hannie Schaft

‘We reden verder richting Amsterdam. Ik moest op zijn commando schakelen, omdat hij mij onder schot hield. Doordat we veel te hard reden werden we in Amsterdam klemgereden door twee agenten. Die wisten van niks. Ze schrokken toen ze het wapen, mijn kletsnatte uniform en bebloede hoofd zagen. Ik zei: ‘Bel de meldkamer en laat ons gaan.’ Dat deden ze.

‘We wisselden weer van auto door een man te bedreigen die zich doodschrok, en reden door, langs de koepelgevangenis in Haarlem naar de kust. Ik zag de duinen, dacht aan het boek over verzetsstrijder Hannie Schaft die in de duinen werd gefusilleerd, en dacht: nu is het afgelopen met me. Op een verlaten parkeerplaats zei hij: ‘Je mag gaan.’ Ik geloofde hem niet, ik dacht: zodra ik wegloop schiet hij me neer. Ik dacht aan mijn ouders – wat erg voor ze.

‘Ik stapte uit. Hij reed over de parkeerplaats, draaide en kwam weer terug. Ik dook ineen, maar hij reed door. Bij de weg hield ik een passerende auto aan en vroeg de twee inzittenden: ‘Willen jullie me naar het dichtstbijzijnde politiebureau brengen?’

Negatieve ervaringen

‘Op het bureau in Zandvoort kon ik douchen, kreeg ik droge kleren van een collega en werd ik onderzocht door een politiearts. Op een gegeven moment ging de deur open en kwam PP binnen met mijn teamchef. Ik viel hem in de armen en kreeg een verschrikkelijke huilbui.

‘Die dader is tijdens een vuurgevecht met de politie aangehouden en veroordeeld tot tien jaar cel. Ik wilde de negatieve ervaring omzetten in iets goeds en heb me aangemeld bij het Team Collegiale Opvang, om andere collega’s met nare ervaringen te ondersteunen. Door mijn eigen ervaring kan ik me goed in hen inleven.

‘Ik dacht dat ik die gijzeling goed had verwerkt, maar nu zit ik hier dertig jaar later weer te janken. Noem mij geen slachtoffer, dat wil ik niet zijn. Het gaat goed met me. Maar het psychische litteken na zo’n ervaring draag je altijd mee. Dat gaat nooit meer weg.’