Direct naar artikelinhoud
Nina, begin twintig, is blij met een kaart.
NaschriftNina Oosterhuis (1995-2024)

Omstanders hebben het donker in Nina (1995-2024) vaak niet begrepen

Nina was mooi, slim en talentvol. Juist daarom begrepen mensen vaak niet dat het zo donker in haar was. Kijk voorbij elkaars buitenkant, liet ze achter als boodschap.

Toen Nina vier jaar was riep ze dat ze liever een opblaaskrokodil wilde dan een broertje, maar nadat de kleine Stan eenmaal was geboren veranderde ze in een moedertje dat hielp bij het in bad doen, een fles geven. Ook later bleef ze letten op zijn welzijn.

Nina had oog voor wat anderen nodig hadden. Wanneer ze, jaren later, als jongvolwassene met haar vriendengroep uit eten ging, vroeg ze of het overgebleven eten in een bakje kon zodat ze dit aan de daklozen kon geven op het station in haar woonplaats Almere.

Hoe kan het dat sommige mensen buiten de boot vallen en anderen niet? Of: waarom hebben wij in Nederland winkels met spullen en zijn andere landen arm? Nina dacht altijd diep na over mensen en de wereld waarin we leven.

Nina als kleuter.

Een jong meisje met een oude ziel, dachten haar ouders weleens

Op de lagere school in groep 7 werkte ze met hart en ziel aan een werkstuk over de Masai-stam in Kenia. De beoordeling was maar matig. Nina ging verhaal halen bij de juf. Vriendelijk vroeg ze naar de onderbouwing van haar cijfer. Toen de juf het uitlegde was het meisje niet overtuigd. Haar werkstuk had beter verdiend vond ze en misschien had de juf zich meer moeten verdiepen in waarom Nina het op deze manier had aangepakt. Haar ouders waren onder de indruk van hun dochter die zo jong al opkwam voor zichzelf en dat deed op bedaarde toon. Een jong meisje met een oude ziel, dachten ze weleens.

Nina was ook een gewoon, vrolijk kind dat hield van buitenspelen met vriendinnen, skeeleren en dansen. Ze zat op scouting en speelde badminton in de competitie. Ze was goed van vertrouwen, trouw aan vriendschappen, dol op vlinders, op zwemmen met haar vader Roel en spelletjes doen met haar moeder Olga. Van het dobbelspelletje Keer op Keer konden de twee geen genoeg krijgen, het ging er fanatiek aan toe aan de eettafel.

Was het de puberteit? Rond haar twaalfde werd Nina somberder, het lange haar hing half voor haar gezicht en vaak droeg ze wel drie lagen donkere kleding, ook als de zon scheen. De gordijnen op haar kamer had ze het liefst dicht. Op de havo ging het aanvankelijk best goed, ze had leuke vrienden en haalde goede cijfers door hard te werken, maar steeds vaker moest ze thuisblijven omdat ze lichamelijke klachten ontwikkelde. Ze kreeg pijn in haar benen en had moeite met lopen, daarnaast raakte haar rechterhand verkrampt tot een vuist.

Nina als 11-jarige tijdens gezinsvakantie in Aix-en-Provence.

Artsen kregen geen vat op Nina’s lichamelijke klachten

Met haar ouders bezocht ze verschillende specialisten. Was de oorzaak neurologisch of was het reuma, artsen kregen er geen vat op. Een van hen suggereerde dat er misschien iets van psychische aard aan de klachten ten grondslag lag. Dat wees Nina resoluut van de hand.

Gelukkig ging het ook bij vlagen goed en op zulke momenten leek Nina het leven leuk te vinden. Rond haar veertiende werd haar vader ernstig ziek. In het ziekenhuis had hij de diagnose botkanker gekregen en het gezin moest er rekening mee houden dat het niet goed zou aflopen. Nina maakte zich hierover grote zorgen. Tijdens nieuwe diagnoses bleek het geen kanker te zijn maar acute reuma. Ook ernstig, maar te behandelen en niet levensbedreigend. De angst en zorgen hadden een grote invloed op Nina die toch al fragiel was.

Het laatste jaar van de havo deed Nina bijna volledig vanuit huis. Ze ging nog wel een keer mee met een schooluitje naar Euro Disney in Parijs. In een rolstoel, want lopen lukte op dat moment niet. Veel eer legde de perfectionistische Nina in het schrijven van haar profielwerkstuk. Ze had haar tante, een neerlandicus, gevraagd haar te helpen met grammatica en stijl. De geschiedenis van het werkstuk in groep 7 herhaalde zich. Ook nu kreeg ze een matige beoordeling en weer vroeg Nina vriendelijk om een onderbouwing. Dit keer ging haar cijfer omhoog.

Nina, 18 jaar, als vrijwilliger in een weeshuis in het Zuid-Afrikaanse Port Elizabeth.

Daar ging ze in haar eentje met een grote rugzak, naar Zuid-Afrika

Vanuit haar passie en talent voor het helpen van anderen koos ze voor de hbo-opleiding sociaal werk in Haarlem. Met de lichamelijke klachten leek het beter te gaan, een rolstoel was niet meer nodig en vol goede moed begon ze aan het forensen van Almere naar Haarlem. Doorzetter als ze was hield ze het vol tot het urenlange reizen haar opbrak. Ze was inmiddels achttien jaar. Wat nu?

Ze besloot om zeven weken vrijwilligerswerk te gaan doen in een weeshuis in het Zuid-Afrikaanse Port Elizabeth. Daar ging ze in haar eentje met een grote rugzak. Het zou de mooiste ervaring in haar leven worden. In dit land met de prachtige natuur en warme mensen kon ze doen waar ze goed in was; helpen. Ze was nodig, voelde zich vrij en geaard, het was alsof de onbezorgde Nina terug was.

Weer in Nederland begon ze met dezelfde opleiding sociaal werk maar nu in Almere. Gedreven doorliep ze haar studie. Ze nam haar broer Stan die gefascineerd was door Rusland en Oost-Europa mee op reis naar het Poolse Krakau. Het laatste jaar van haar studie liep ze stage bij crisisopvang De Vluchtheuvel in Hilversum. Vaders en moeders die met hun kind op straat kwamen te staan. Haar hulpverlenershart bloeide open. Ze werd gevraagd om er vast te komen werken.

Op haar 22ste vertelde ze over het misbruik, door iemand dichtbij

Een intelligente mooie jonge vrouw met lang haar en blozende wangen, een afgeronde studie en nu ook een baan, vrienden, een enkele keer een vriend en inmiddels ook een woning in Almere. En de toekomstdroom om een boek te schrijven. Een zondagskind, zeiden anderen vaak. Dat het binnen in haar al vanaf haar achtste zo vaak donker was en ze therapie nodig had voor haar nachtmerries zag haast niemand.

Ze was 22 jaar toen ze met een therapeut aan haar ouders vertelde dat ze als kind jarenlang was misbruikt door iemand van dichtbij. Ze had het nooit durven zeggen uit angst voor de dreigementen van de dader dat haar moeder iets naars zou overkomen. Haar ouders die haar meteen geloofden, begrepen met terugwerkende kracht een heleboel. De somberheid van hun dochter, de dikke lagen kleding als tiener, de fysieke klachten op de havo, waarom Nina nooit alleen met een onbekende man in een ruimte wilde zijn en haar sterke behoefte aan controle en veiligheid.

Ze begrepen ook haar grote moeite met kiezen. In de supermarkt kon Nina lang voor een schap staan tobben. Welke kaas zal ik nemen, jonge of belegen? Eenmaal bij de kassa besloot ze toch maar de andere te nemen. Altijd was ze bang dat ze de verkeerde keuze zou maken, ervan overtuigd dat iets positiefs in iets negatiefs zou veranderen. Ze had het al meegemaakt.

Nina was opgelucht dat ze dit grote geheim had kunnen delen, ze krabbelde wat op en begon voorzichtig hoop te krijgen voor de toekomst. Een paar maanden later werd ze, toen ze na het uitgaan naar huis liep, door een groep jongens ingesloten en aangerand. Deze nachtelijke gebeurtenis was als een genadeklap.

Met het gezin in de Soesterduinen in 2023.

Soms hielp een behandeling, maar de nachtmerries en herbelevingen bleven

Ze kwam in de ziektewet terecht en de GGZ werd haar wereld. Nina probeerde met haar behandelaren alles om haar depressie en trauma aan te pakken, van regulier tot alternatief van medicijn tot medicijn. Met het gebruik daarvan was ze overigens kritisch. Ze las alles over de medicijnen en combinaties ervan, soms wist ze meer dan de experts. Als ze er geen vertrouwen in had, nam ze het niet. Soms hielp een psychische behandeling wat, maar Nina was er goed in geworden om tijdens therapieën de diepste pijn te vermijden. De depressie bleef en ook haar nachtmerries en herbelevingen.

Lichtpuntjes waren er wel, die zocht Nina ook op. Muziek luisteren, romans lezen en boeken over psychologie, schrijven in het knusse zithoekje in haar slaapkamer, lachen om zwarte humor met haar vriendin Liesbeth, een legpuzzel maken met haar vader, spelletjes doen met haar moeder, eten of televisie kijken met haar ouders en broer en dromen over een toekomst waarin ze zou schrijven over de drijfveren van mensen.

En dan was er haar hulphond. Die was altijd bij haar. Wanneer ze thuis op de bank een herbeleving of een nachtmerrie had, tikte hij met zijn snuit tegen haar aan tot ze er weer uit kwam, in de winkel ging hij als een schild tegen haar aan lopen als hij voelde dat haar spanning te groot werd.

Nina voelde zich steeds minder Nina, en steeds meer een diagnose

Maar Nina begon zich steeds minder Nina te voelen, zo omschreef ze dat zelf, en steeds meer een diagnose. Naarmate het ziek-zijn meer ruimte in nam werd haar wereld kleiner. Ze durfde niet meer naar buiten en zegde afspraken met vrienden af.

Het werd een krachttoer om haar bed uit te komen, de minuten en uren van een dag door te komen en te weten dat ’s nachts de nachtmerries wachtten. En dan was er altijd de eenzaamheid, zoals ze zelf verwoordde, alleen gezelschap van die vreselijke ziekte.

Ze was 24 jaar en kon niet meer. Nina besloot het lange en intensieve euthanasie-traject in te gaan. Dat verliep zo moeizaam en was zo eenzaam dat ze het afbrak. Wel kon ze in die tijd een flinke bucketlist afstrepen met onder meer de tatoeage van een vlinder op haar ringvinger, met haar vader naar pretpark Walibi en parachutespringen met vriendinnen op Texel.

Vorig jaar begon ze opnieuw met het euthanasie-traject. Nina die altijd zo moeilijk had kunnen kiezen wist nu iets helemaal zeker. “Ik was zo ongelooflijk blij met je geboorte en nu doen we dit”, zei haar moeder tegen Nina die begreep hoe tegennatuurlijk dit voor haar moeder moest zijn. Evengoed hadden haar ouders haar altijd gesteund in haar wens. Ook haar GGZ-behandelaren gingen nu naast haar staan en werden van behandelaren hulpverleners, zo ervoer Nina.

Een fotoshoot van Nina op 10 februari dit jaar.Beeld Wendy Jonker

Oordeel mensen niet op de buitenkant, was haar boodschap

Iedereen zag het, de rust die er bij Nina was toen ze wist dat de vraag om haar levenseinde was toegekend. Minutieus begon ze aan de voorbereidingen van haar afscheid. Zorgvuldig schaafde ze aan een afscheidsspeech die ze insprak en die te horen zou zijn op haar afscheid. Beoordeel mensen niet op de buitenkant, was haar verlangen en haar boodschap.

‘Als kind was het al een gevecht tussen mij en mijn hoofd. Een onzichtbare strijd, die ik kon verbloemen. Toen leerde ik mijzelf al twee gezichten aan. De Nina met het masker. Die de buitenwereld mocht zien. Een ‘gewoon kind’. En de Nina in haar eigen wereld met alle pijn en zorgen. De wereld begreep ik niet. Maar mijzelf begreep ik ook niet. Ik voelde me altijd anders. Iets wat nooit meer is veranderd. En toch werd ik vaak een zondagskind genoemd. Alles leek mij voor de wind te gaan. Maar hoe hard ik daarvoor moest vechten, naast het gevecht met mijn hoofd, dat wist ik alleen.’

Ze schreef brieven naar haar dierbaren met wensen en mooie herinneringen met kleine fotoboekjes erbij voor na haar overlijden.

En op haar laatste ochtend stond Nina erop om haar vader het dobbelspel Keer op Keer te leren. “Want dan kun je het straks met mama spelen”, zei ze.

Nina Oosterhuis werd geboren op 9 maart 1995 in Amsterdam en overleed op 29 februari 2024 in Almere.

Praten over zelfmoordgedachten kan anoniem bij 113 Zelfmoordpreventie: chat via www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113.

Onze redactie is altijd op zoek naar inspirerende levensverhalen. Kent u iemand die onlangs is overleden, stuur uw tip naar naschrift@trouw.nl.