Direct naar artikelinhoud
Een maand zonder socials kan je ook verder isoleren
Column

Een maand zonder socials kan je ook verder isoleren

Na Dry January, Stoptober, Movember, en No Mow May (een maand je gazon zijn gang laten gaan, zodat de bijen kunnen genieten van de bloemetjes tussen het gras die je anders wegmaait), las ik vorige week in de column van Ilyaz Nasrullah dat je nu ook aan ‘Mei Social Vrij’ kan doen: een maand lang niet inloggen op je sociale media.

Hoe kan het zijn dat ik hier nog nooit van had gehoord? vroeg ik me af. Waarna ik tot de conclusie moest komen dat ik vrijwel niemand ken die dit een leuke uitdaging zou vinden. En dat heeft niets te maken met de waarde van dit initiatief, en alles met hoezeer sociale media de levens van veel vijfendertig-minners bepalen.

Doelloos scrollen

In zijn column schrijft Nasrullah dat hij, ondanks dat hij de socials helemaal geen leuk tijdverdrijf vindt, toch merkte dat kanalen als Facebook en LinkedIn heel handig zijn om contact te onderhouden met vrienden in het buitenland of collega’s die je anders niet zo snel tegen het lijf loopt. Zijn reden om mee te doen met de actie is daarom ook niet dat hij definitief wil kappen met sociale media, maar dat hij vindt dat hij te vaak zijn tijd verdoet met doelloos scrollen – begrijpelijk.

Dit is denk ik hoe veel oudere millennials, die een grotendeels analoge jeugd hebben gehad, de socials zien: als een middel om communicatie te versimpelen en het soort contacten die in een offline leven misschien zouden sneuvelen in stand te houden.

Maar wat vijfendertigplussers denk ik onderschatten is hoe deze kanalen voor de jongere generaties niet gewoon communicatiemiddelen zijn, maar eerder het overgrote deel van hun sociale leven uitmaken.

Oppervlakkig en op afstand

Veel jongeren vinden het namelijk moeilijk om zich kwetsbaar op te stellen. Vorige maand nog noemde voormalig Tinder-topvrouw Renate Nyborg in een interview met NRC gen Z ‘de eenzaamste generatie’, omdat hun sociale ontwikkeling door de pandemie onderbroken is en jongeren daardoor niet goed hebben geleerd om live, of zelfs via een ouderwetse telefoon, een gesprek te voeren. Jongeren hebben wel contact, zegt zij, maar meestal oppervlakkig en op afstand.

Daar twijfel ik niet aan, maar ook hier moeten we niet onderschatten hoe zeer die ontwikkeling al gaande was vóór de pandemie. Ook voor mijn eigen generatie was het als puber of student soms makkelijker om even op iemands Hyves-profiel of Facebook te gluren om te weten te komen wat hem bezighield dan om iemand op te bellen of naar hem toe te fietsen om het eens te vragen. Überhaupt: op de bonnefooi ergens langsgaan omdat je wel zin hebt in een praatje? Ik kan je toch sms’en?

De grote sociale-mediaparadox is dat de communicatie innovatie van de afgelopen vijfentwintig jaar ons dus helpt om contact te onderhouden, maar ook steeds verder van elkaar verwijdert. Want, zo is gebleken, chatten en elkaar online bespieden is makkelijker en laagdrempeliger, maar geen volwaardig substituut voor echt menselijk contact.

Zo’n initiatief als Mei Social Vrij is helemaal niet zo’n gek idee, want in het beste geval dwingt het deelnemers tot meer directe en wezenlijke interactie met vrienden en bekenden. Maar in het slechtste geval is zo’n maand offline wel ultra-isolerend. En zelf weet ik niet hoeveel van de jongeren die het meest gebaat zouden zijn bij een socials-pauze bereid zijn om die gok te wagen.

Jong en je wilt wat - Jessica Kuitenbrouwer schrijft over het leven van millennials en gen Z. Eerdere columns vind je hier.