Direct naar artikelinhoud
Reportage

In het klaslokaal van Anne Steenhoff is het stil, op ritselende bladzijdes na: haar groep 8 is leesverslaafd

Anne Steenhoff omringd door boeken, vastgehouden door haar leerlingen.Beeld Renée de Groot

Anne Steenhoff (27) schrok van het leesniveau dat ze aantrof toen ze voor de klas kwam te staan. Ze besloot het tij van ontlezing te keren, en met succes: ‘Stop met begrijpend lezen en laat kinderen goede boeken lezen.’

Anne Steenhoff (27) laat groep 8 van basisschool Happy Kids in Utrecht eerst even razen. Leerlingen gaan de klas in en weer uit, hangen aan elkaar, schuiven met stoelen en vuren een salvo van vragen en geklets op hun juf af. (‘Is de musical al binnen?’, ‘Wie mag bij de kleuters lezen?’, ‘Ik weet zeker dat je een error krijgt, kijk juf!’ ‘Juf? Ju-huf!’)

En dan, om 8.37 op deze dinsdagochtend in april, na een laatste signaal van Steenhoff, is het stil. Ook het meisje met adhd dat net nog in het oor van haar buurvrouw joelde (‘Bro, stil, anders krijg ík straks straf’), zwijgt. Door het raam klinkt voorbijrijdend verkeer, een verre sirene. In het lokaal: alleen van tijd tot tijd het geluid van pagina’s die worden omgeslagen. Groep 8 leest.

Over de auteur
Ianthe Sahadat is journalist bij de Volkskrant met bijzondere aandacht voor cultuur, literatuur en de Surinaamse en Caribische koloniale geschiedenis. 

Midden voor zit Steenhoff, op een tafel, boek op schoot. Mam, ik ben geen crisis van Ismaîl Mamo. Omdat spiegelen werkt, zegt ze later in de fruitpauze. ‘Zien ze mij verdiept in mijn boek, dan helpt dat om zelf ook geconcentreerder te lezen.’ Dus doet ze tijdens het dagelijkse leesblok van een half uur nooit iets anders dan zelf ook lezen.

En natuurlijk fluistert Steenhoff soms iets, laat ze kletsende monden zwijgen, begeleidt ze afgedwaalde ogen met haar blik terug naar een pagina. Maar het werkt. Het plukje onderuit gegleden jongens in de leeshoek met kussens, het meisje met haar boek omhoog voor haar gezicht en alle voorovergebogen lichamen – bijna een heel half uur lang verdwijnen ze in hun verhalen.

Liefhebber van jeugdliteratuur

Toen Steenhoff vijf jaar geleden voor haar eerste groep 8 kwam te staan, schrok ze van het niveau dat ze aantrof. Ze kende de alarmerende berichten over dalende leesniveaus en zorgwekkende ontlezing, maar het zelf ervaren was toch een ander verhaal. Als lezer en liefhebber van jeugdliteratuur had ze wel wat ideeën om iets aan het niveau te doen, zei ze tegen de schooldirectie. Die gaf haar de ruimte om te experimenteren.

Het resultaat was indrukwekkend: binnen een half jaar haalden al haar leerlingen – of ze nu doorstroomden naar vmbo-kader of het vwo, kampten met dyslexie of andere problematiek – niet alleen het streefniveau, dat nodig is om aan de maatschappij te kunnen meedoen, maar zelfs een niveau daarboven. Ze leverde kortom een clubje goed geletterden af in een land waar 33 procent van alle jongeren de middelbare school laaggeletterd verlaat.

En misschien nog wel belangrijker: de kinderen, ook degenen die eerder niet lazen, lazen in haar lokaal met plezier.

Over deze microrevolutie en haar bevindingen schreef Steenhoff een optimistisch en bovenal praktisch boek dat deze week verschijnt: Een lui letterland – Maar zo krijgen we kinderen weer aan het lezen. Haar boek is – inclusief disclaimer dat het absoluut moeite kost en van heel veel mensen allerlei beetjes inzet vraagt – een hoopvolle poging het tij van ontlettering en ontlezing in Nederland te keren. Met op het oog verrassend haalbare ingrepen.

Hogere letterkundige kwaliteit

De drie voornaamste dingen die Steenhoff deed: ze nam het boekenaanbod onder de loep en verving wat niet voldeed door boeken van hogere letterkundige kwaliteit. Ze verlengde de leestijd van vijftien naar minimaal dertig minuten per dag, en ze reduceerde het vak ‘begrijpend lezen’ tot een minimum.

Zo eenvoudig is het vast niet, maar wie Steenhoff voor haar klas ziet zitten, met dat boek op haar schoot vraagt zich toch af: kreeg deze juf haar leerlingen aan het lezen omdat ze zelf een lezer is? ‘Ik heb hem straks uit’, zegt ze. Ze houdt haar boek omhoog. ‘Gaat over vluchten uit Syrisch-Koerdistan. Ik vond het erg indrukwekkend. Als iemand het straks wil?’ Selma (11), een meisje met een bril dat Een weeffout in onze sterren van John Green leest, steekt direct haar vinger op.

Voor de les liep Steenhoff – jeans, sneakers, type stoere juf, niet mee spotten – al naar Lina (12). ‘Ik heb deze voor jou’, zei ze tegen het ernstig kijkende meisje met sproeten dat graag in het Engels leest. ‘Het gaat over een meisje dat opgroeit in communistisch China, het is echt gebeurd.’ Lina straalde.

Anne Steenhoff.Beeld Renée de Groot

Zelf denkt Steenhoff ook dat haar leesliefde cruciaal is. Want hoe anders kan ze zoeken naar en nadenken over geschikte boeken?

Goede boeken bieden spiegels en vensters, zoals het heet. ‘Leerlingen moeten zichzelf en iets van hun eigen leven kunnen herkennen in een boek’, zegt Steenhoff, ‘dat is goed voor hun ontwikkeling, zelfvertrouwen en leesplezier.’ En boeken zijn ook dé manier om in contact te komen met mensen die niet op je lijken, ‘parasociaal contact’ heet dat in de vakliteratuur: kennismaken met personages in werelden die (ver) buiten je belevingswereld liggen, via fictie. Dat is gezond voor de ontwikkeling van empathie, leidt tot kritisch en genuanceerd denken, en maakt minder gevoelig voor radicalisering en extreme denkbeelden.

Steenhoff speurt op sociale media naar verse youngadultboeken, leest jeugdhorror van Danielle Bakhuis (niet haar genre, maar puberbreinen ‘gaan er lekker op’), en laat zich in boekhandels door ‘schatten van mannen en vrouwen’ wijzen op boeken met personages van divers pluimage als het gaat om kleur, sociale achtergrond, ziekte of beperkingen, vriendschappen en ervaringen, verliefdheden en gezinssituaties.

Er is geen budget, dus koopt ze de boeken zelf – alle boeken dragen een stickertje met ‘Anne’ erop. Oudere boeken vindt ze in kringloopwinkels, waar ze met ‘tassen vol’ vandaan komt. Het meest gelezen boek in haar klas? De brieven van Mia van Astrid Sy over de uit Syrië gevluchte 11-jarige Laila en een 92-jarige Joodse meneer. Een andere favoriet (voor de vrije momenten, want een strip): de tot populaire serie bewerkte graphic-novelreeks Heartstopper, over de ontluikende verliefdheid tussen twee jongens.

Boekenliefde onder pabo-studenten

Onderzoek van Probiblio, de stichting die bibliotheekbezoek wil bevorderen, uit 2021 laat een ander beeld zien als het om boekenliefde gaat. Van alle pabo-studenten leest 40 procent nooit vrijwillig een boek. Geen romans, geen verhalen, geen kinderboeken. 23 procent leest zelfs wanneer het verplicht is geen kinderboeken. Een kwart van de leerkrachten in opleiding noemt lezen ‘vervelend’. Tijdens hun stage besteedt bijna de helft geen aandacht aan vrij lezen; 48 procent denkt onvoldoende kennis te hebben om kinderen te enthousiasmeren voor lezen.

Dan de andere cijfers: ruim 2,5 miljoen Nederlanders haalt het basisniveau van lezen niet en eenderde van de jongeren verlaat de middelbare school laaggeletterd. Nederland keldert in internationale ranglijsten ook nog eens sneller dan gevreesd en rapper dan andere Europese landen. Stonden we eind jaren negentig nog internationaal aan kop, nu bungelen we onderaan als het aankomt op leesplezier en -vaardigheid.

‘We zijn het kwijt, onze liefde voor lezen’, schrijft Steenhoff in haar boek. ‘We zijn een land van leeshaters geworden. (…) Als we niet van koers veranderen, zitten we over tien, twintig jaar met een veel groter aantal laaggeletterde Nederlanders. Laaggeletterdheid maakt mensen kwetsbaar, het sluit ze uit van deelname aan de maatschappij en het leidt tot meer polarisatie en radicalisering en minder empathie.’

Ook zij schrok van de uitkomsten van het Probiblio-onderzoek. ‘Het is toch een beetje alsof Johan Cruijff toegeeft dat hij voetballen niks vindt en dat hij ook geen idee heeft hoe je het kinderen leert.’

Anne Steenhoff en haar klas.Beeld Renée de Groot

Leerkrachten die leesvaardigheid overdragen moeten ‘een diepe liefde voor lezen’ hebben, vindt Steenhoff. ‘Ze moeten zelf kinderboeken lezen. Zodat ze boeken kunnen aanraden aan hun leerlingen, weten welk boek bij welk kind zou passen. Hoe kun je iets overbrengen waar je niets mee hebt? Nooit vrijwillig lezen klinkt mij in de oren als: ik vind het vreselijk. Waarom zou je dan leerkracht willen worden? Dat snap ik gewoon niet. Leerkracht is net zo’n verantwoordelijke baan als hersenchirurg, je kunt niet wat aanmodderen.’

Ze kent de vaak genoemde oorzaken voor het gedaalde leesniveau: een cognitief zwakke leerlingenpopulatie, onjuiste toetsing of een gebrek aan budget voor extra ondersteuning. Of de schermen, maar die zijn volgens haar ‘maar een heel klein deel van het probleem’. ‘Dat wij als docenten misschien te weinig kennis en kunde in huis hebben, hoor ik nooit. En daar zit volgens mij wel de crux.’

Om leerkracht te worden moet je je volgens Steenhoff ‘op niveau in elk vak willen verdiepen’, om het kinderen goed aan te leren. Stellig: ‘Dus als je helemaal niet van rekenen houdt, als je daar weerstand tegen voelt, dan moet je naar mijn idee iets anders gaan doen. Ik heb van nature misschien meer affiniteit met taal, maar ik geef met dezelfde toewijding rekenles. En als collega’s originele ideeën hebben, zoals het uitzetten van een rekenparcours, ik noem maar iets, dan neem ik die over.

‘Zo is mijn boek ook bedoeld. Niet om te laten zien: kijk mij eens goed bezig zijn, maar om leerkrachten die ook zien dat het niet goed gaat met het leesniveau en -plezier van hun kinderen een basis te bieden om zelf aan de slag te gaan.’

‘Kwalitatief gezien een drama’

De huidige kinderboeken-toptien noemt Steenhoff in haar boek ‘kwalitatief gezien een drama’. Het meetmoment in haar boek is 2022. Dat jaar ging de Kinderjuryprijs voor de categorie 6 tot 9 jaar naar Paco en de magische halsband van Thomas van Grinsven en Rutger Vink. Hun tweede boek, De tijdmachine, was dat jaar het bestverkochte Nederlandstalige kinderboek.

Steenhoff: ‘Niks ten nadele van deze jongens, maar het zijn YouTubers, geen schrijvers. Je kunt hun werk niet vergelijken met Astrid Lindgren, Tonke Dragt, Pieter Koolwijk, Jacques Vriens of Janneke Schotveld.’

Ook andere razend populaire boeken komen haar klas niet in: Het leven van een loser/muts, Dogman of Kapitein Onderbroek. Steenhoff: ‘Uit het Engels vertaalde stripverhalen: veel plaatjes, weinig tekst, veel onderbroekenlol.’

‘Het is logisch dat kinderen een voorkeur hebben voor schreeuwerige boeken met weinig tekst’, zegt ze. ‘Het is makkelijk en ze kunnen erom lachen. Dat je er niet van leert lezen interesseert de gemiddelde 10-jarige natuurlijk geen fluit. En ik snap dat je als leraar soms al ontzettend blij bent dat je hele klas rustig zit te lezen. Dan ga je geen ruzie maken met een kind omdat het niveau van een boek te laag is. Tegelijkertijd zou dat eigenlijk wel moeten.

‘Je laat je 10-jarige ook niet elke avond bepalen wat er wordt gegeten. Dan kiezen ze pizza of patat. Thuis en in de pauze mogen leerlingen lezen wat ze willen, maar in de klas moeten ze iets leren. Dus bied ik ze intelligentere boeken die uitdagen, de woordenschat vergroten en aansluiten bij hun cognitieve en emotionele belevingswereld. Er worden zo veel kwalitatief goede kinderboeken geschreven.’

Een belangrijk onderdeel van het Nederlandse taalonderwijs is het vak ‘begrijpend lezen’. Zo’n 70 procent van de basisscholen gebruikt hiervoor de methode Nieuwsbegrip, waarbij kinderen korte teksten uit het nieuws krijgen voorgelegd, waarna ze vragen over die tekst moeten beantwoorden, zoals: in regel 15 staat een tegenstelling, welke is dat? Of: waar verwijst het woordje ‘dat’ naar in regel 22? Het vak, zoals dat in deze vorm wordt gegeven, ligt steeds meer onder vuur door wetenschappers.

Lezende kinderen in de klas van Anne Stenhoff.Beeld Renée de Groot

Schrap begrijpend lezen, schrijft ook Steenhoff. ‘Het is ingevoerd vanuit de gedachte dat het leesniveau van kinderen omhoog zou gaan als ze de structuur van een tekst leren doorzien. De focus ligt op zaken als het herkennen van ‘signaalwoorden’ en het efficiënt kunnen scannen van een tekst. Terwijl de leerling van nu vooral problemen ervaart met deep reading, het echt begrijpen van de boodschap van de tekst. We leren ze precies het tegenovergestelde. Dus nee, ik doe er niet aan.’

De leerlingpopulatie op de school van Steenhoff scoort cognitief bovengemiddeld. Ze snapt het als mensen denken: jij hebt makkelijk praten. ‘Maar het zijn evengoed kinderen waarvan een deel voordat ze bij mij kwamen nooit een boek las. Ik heb ook lesgegeven aan vroegtijdige schoolverlaters en kinderen met leerproblemen, en ik ben ervan overtuigd dat mijn aanpak bij elk kind werkt. Want het is eigenlijk een manier van zeggen: ik vind je belangrijk, ik neem je serieus.

‘Ik zou elke leerkracht willen adviseren: stop eens een tijdje met begrijpend lezen en laat kinderen in de overgebleven tijd goede boeken lezen. Ik durf te wedden dat ze naderhand een beter tekstbegrip hebben.’

De boekenkast in het klaslokaal van Anne Steenhoff.Beeld Renée de Groot

Vandaag zijn er drie spreekbeurten in groep 8. De jongen die iets vertelt over De grijze jager van John Flanagan, is na een minuut al klaar. Hij kijkt onzeker naar Steenhoff. ‘Volgens mij weet je zelf ook wel dat dit niet de beste boekpresentatie ooit was’, zegt zij. De jongen, handen in de zakken van z’n blauwe capuchontrui, knikt. Steenhoff glimlacht: ‘Volgende week een nieuwe poging, we praten zo nog even.’

Dex (11) leest – zijn vrienden op de voorste rij en hun slappe lach negerend – voor uit De GVR van Roald Dahl en Milou (12) krijgt een 10 van Steenhoff voor haar presentatie over Gozert van Pieter Koolwijk. Het meisje glimt. ‘Ik hou eigenlijk niet echt van lezen’, vertelt ze naderhand, ‘maar omdat Anne meedenkt over wat we kunnen lezen, is het leuker geworden.’

‘Een lui letterland’ van Anne Steenhoff.

Anne Steenhoff: Een lui letterland – Maar zo krijgen we kinderen weer aan het lezen.  Das Mag; 179 pagina's; € 22,50. Verschijnt 3 mei.

Leestips voor kinderen

1. Bied kinderen intelligente boeken, denk mee over wat er bij een kind past;

2. Verleng de leestijd: elke dag 30 minuten;

3. Verban begrijpend lezen;

4. Lees voor, vooral aan oudere leerlingen;

5. Span je extra in voor kinderen die lezen niet van huis uit meekrijgen (Leestip: No One Round Here Reads Tolstoy – Memoirs of a Working Class Reader van Mark Hodkinson);

6. Het mag lastig zijn: kinderen staan niet meteen te juichen als je ze een mooi boek geeft;

7. Voor de ouders: Zeg nooit: leg je scherm weg en ga lezen. Dat is als: eet je spruitjes op. Lezen is een cadeau.

Boekentips voor jonge lezers (in Steenhoffs boek nog veel meer)

Miriam Bruijstens: De kleuren van de zee 
Tineke Honingh: Struikmeisje 
Yorick Goldewijk: Films die nergens draaien 
Tom Avery: Wat we niet wisten 
Davide Morosinotto: De allergrootste 
Alex Gino: George
Angie Thomas:The Hate U Give 
Cornelia Funke: Hart van inkt
Marlies Slegers: We moeten je iets vertellen
Zoulfa Katouh: Zolang de citroenbomen bloeien 
Korneel de Rynck: Hoge beren vangen veel wind 
Milouska Meulens: Mondi 
Sanne Rooseboom: Mot en de metaalvissers 
Anna Ruhe: De magische apotheek
Marjolijn Hof: De kaarten van madame Petrova 
Edward van de Vendel en Anoush Elman: Misjka