Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Groter brandgevaar bij flexwoningen en verduurzaamde huizen: ‘Zeker kwetsbare mensen lopen echt risico’

Op 3 juni vorig jaar brandde een appartementencomplex op de Joan Muyskenweg in Amsterdam-Oost volledig uit. Het hele wooncomplex werd vanwege de brandschade onbewoonbaar verklaard.Beeld Michel van Bergen

Nieuwe fabrieks- en flexwoningen lopen een grotere kans op snelle en onvoorspelbare woningbranden. Ook de verduurzaming van bestaande huizen levert extra veiligheidsrisico’s op. De brandweer en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid vrezen voor slachtoffers.

Als er niet beter naar de risico’s van flexwoningen en verduurzaming wordt gekeken, juist nu er in korte tijd enorm veel bijgebouwd én verduurzaamd moet worden, vrezen de brandweer en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) voor meer slachtoffers van woningbranden. “Zeker kwetsbare mensen lopen in dit soort gebouwen een risico,” zegt lector brandveiligheidskunde Lieuwe de Witte van het NIPV. “Dat lossen we niet op met meer brandweer.”

De woningbouwopgave is gigantisch. Tot en met 2030 zijn er bijna een miljoen extra woningen nodig. Fabrieksmatig bouwen wordt als een van de mogelijkheden gezien om vaart te kunnen maken. Daarvoor wordt met lichtere constructies gewerkt, die vaak ook hergebruikt kunnen worden. Die constructie voldoen aan de bestaande regelgeving, maar die is niet langer toereikend. Dat stelt het NIPV op basis van een uitgebreide rapportage.

De brandweer merkt het in de praktijk. “Wij worden geconfronteerd met andere branden,” zegt Hans Zuidijk, portefeuillehouder brandveiligheid van de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio. “Normaal gesproken beperkt een woningbrand zich tot de woning waar die is begonnen, nu hebben we in relatief korte tijd verschillende branden gezien die veel meer woningen hebben getroffen.”

Isolatiematerialen

Er moet volgens brandweer en NIPV dringend over aanvullende regelgeving worden gesproken. “We staan aan het begin van een grote woningbouwuitbreiding en als we dit nu al signaleren, is het belangrijk om te kijken hoe we hier wat aan kunnen doen,” zegt Zuidijk.

Ook de verduurzaming baart de brandweer zorgen. Bestaande woningen worden de laatste jaren in hoog tempo geïsoleerd. Goed om de stookkosten te beheersen en goed voor het klimaat, maar lang niet altijd zonder risico’s. Het NIPV ziet een toename van het gebruik van (nieuwe) brandbare isolatiematerialen in zowel daken als buitengevels.

Brandbare isolatiematerialen kunnen ervoor zorgen dat een woning sneller volledig uitbrandt en er kan gevaarlijke druppelvorming ontstaan, met brandende of gloeiendhete druppels van smeltend isolatiemateriaal. Steeds betere isolatie helpt evenmin. Door het min of meer luchtdicht bouwen kan bij brand de druk in een woning toenemen waardoor een brand sneller kan overslaan op andere woningen. Warmtepompen en zonnepanelen vergroten het brandrisico ook nog eens.

Joan Muyskenweg

De brandweer heeft het de laatste anderhalf jaar drie keer goed mis zien gaan. Onder meer in Amsterdam, waar de vlammen uit het dak sloegen bij een fonkelnieuw wooncomplex op de Joan Muyskenweg waar brak op de avond van zaterdag 3 juni een brand uitbrak in appartementencomplex de Enter.

Voor het complex waren twee kantoorgebouwen enige jaar geleden samengevoegd en omgebouwd tot een woongebouw. Er werden drie spierwitte bouwlagen op het dak toegevoegd. Dat zogenoemde ‘optoppen’ wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken actief aangemoedigd om binnen stedelijk gebied extra ruimte voor woningen te creëren. Omdat die nieuwe woonlagen op een bestaand gebouw en dus een bestaande draagconstructie worden geplaatst, zijn ze vaak van lichter materiaal gemaakt.

In het geval van het complex in Amsterdam breidde een brand op de zevende verdieping zich razendsnel uit naar het dak. Via die lichte dakconstructie sloegen de vlammen gemakkelijk over naar de binnenzijde van omliggende woningen.

Mede als gevolg van problemen met de blusleidingen duurde het lang voor de brandweer het vuur onder controle kreeg. Het hele woongebouw raakte uiteindelijk onbewoonbaar door de brandschade. Ruim 150 mensen kwamen direct op straat te staan. Eén bewoner liep rookvergiftiging op, twee brandweermensen hadden lichte brandwonden.

Bouwen met steen

De brand in Amsterdam staat volgens de onderzoekers niet op zichzelf. “Vroeger bouwden we veel met steen, nu werken we met constructies waarin vuur zich veel makkelijker kan verplaatsen,” zegt De Witte van het NIPV. Kortom: de vlammen hebben veel sneller vrij spel.

Dat was ook merkbaar bij een brand in containerwoningen in Amsterdam-Slotervaart, eind 2022. De geschakelde en gestapelde containers hadden een constructie van houtskelet en moesten na een band gesloopt worden. In Arnhem ging het vorige zomer mis met jarenzestigwoningen die een verduurzamingsslag hadden gemaakt. De woningen waren ongeveer zeven jaar eerder verbouwd tot zogenoemde nul-op-de-meterwoningen, energieneutraal dus. Er was een nieuwe, goed isolerende buitenschil rond de huizen geplaatst, met nieuwe prefabelementen tegen de gevels en op het dak, waarop ook nog eens zonnepanelen werden geplaatst. Ook daar was goed te zien hoe een brand die in één woning was ontstaan verwoestend om zich heen kon grijpen.

Regels zijn verouderd

De vraag rijst hoe zoiets mogelijk is ondanks de strenge regelgeving in Nederland waaraan al die nieuwe woningen moeten voldoen. “Bijna 100 procent van de gebouwen voldoet gewoon aan de regels,” zegt De Witte. “Het probleem is dat de regelgeving is gebaseerd op traditie en die traditie gaat uit van een andere bouwwijze en andere bouwwerken. We zien nu dat die bouwregelgeving eigenlijk altijd achterloopt. Dat zie je op heel veel terreinen gebeuren.”

Ook bij verduurzaming dus. “Het belangrijkste waarnaar gekeken wordt, is het reduceren van de energievraag,” ziet De Witte. “Dan is het logisch en snel om een nieuwe, goed isolerende schil om een rij woningen aan te brengen. Maar daarin kan een brand zich heel makkelijk verplaatsen.”

Volgens het NIVP moet er bij nieuwe woningen én bij isolatiewerkzaamheden veel beter worden gekeken naar de risico’s van het gebruik van nieuwe materialen. Brandweercommandant Zuidijk sluit zich daarbij aan, ondanks bestaande klachten over een te laag bouwtempo en verstikkende regelgeving. Het is nodig, benadrukken ze, om grotere ongelukken te voorkomen.

Dit zal geen populaire boodschap zijn nu er juist vaart moet worden gemaakt?

Zuidijk: “Nee, je voelt het dilemma. We moeten verduurzamen. We moeten versneld onze woningvoorraad uitbreiden en we moeten dat brandveilig doen. Dus hoe vind je nou de balans tussen snelheid, duurzaamheid en veiligheid? Het is een zoektocht. Daar hebben we als brandweer alleen niet het antwoord op. We zitten niet alleen op de nee-knop te drukken, we snappen goed genoeg wat er allemaal moet gebeuren, maar de discussie moet wel worden uitgebreid met deze veiligheidsaspecten. Het moet niet alleen over snelheid en duurzaamheid gaan.”

De Witte: “Je moet een goede afweging van die risico’s maken. Als maatschappij moeten we bedenken wat we acceptabel vinden. Is het acceptabel dat een brand zo makkelijk naar een andere woning overslaat? Ik denk dat er iets moet gebeuren. Zeker omdat dit nog maar het begin is.”

Vreest u ook dat er door het gebruik van die nieuwe materialen slachtoffers zullen vallen?

Zuidijk: “Ja, dat is een goede vraag. Door de gebruikte materialen zien we veel rookontwikkeling, dat is altijd een vijand voor de veiligheid van mensen. Daarnaast slaat de brand veel sneller over. We hebben hier nu drie situaties gehad die overdag gebeurden en waarbij de mensen die aanwezig waren zelfredzaam waren. Maar je kunt je voorstellen dat als dat ’s nachts of in een omgeving gebeurt waar de mensen niet zelfredzaam zijn, je ook op dat punt een andere uitkomst hebt.”

Oftewel: dat het verkeerd afloopt.

Zuidijk: “Ja, zeker. Ook onze eigen mensen moesten op enig moment de brandende woningen verlaten omdat het er onveilig voor hen was. Als dat de omstandigheden zijn terwijl wij moeten inzetten op redding, is dat echt geen fijn perspectief.”

De Witte: “Daar komt bij dat de zorg op dit moment ook een enorm vraagstuk is. Er is een vergrijzing gaande en die duurt nog wel eventjes, dus het aantal mensen dat zorg nodig heeft neemt alleen maar toe. De verpleeghuiscapaciteit kunnen we om allerlei redenen niet opschalen, dus er wonen straks steeds meer kwetsbare mensen in gewone huizen. Als de kwetsbaarheid van mensen toeneemt, lopen die in dit soort gebouwen ook echt een risico. En dat lossen we niet op met sneller meer brandweer, dat moeten we echt op een andere manier oplossen.”