Direct naar artikelinhoud
postuumHumphrey Campbell (1958-2024)

Humphrey Campbell (1958-2024) vergat soms te genieten van zijn eigen muzikale talent

Zanger Humphrey Campbell (links) en zijn broers Ben en Carlo bij een repetitie voor het Songfestival in Zweedse Malmö (1992).Beeld Herman Pieterse / ANP

Echt bekend werd hij nooit, maar aan een gebrek van talent zal het voor Humphrey Campbell, ‘de beste zanger van Nederland’, niet gelegen hebben. Zijn bescheidenheid daarentegen des te meer.

Als pianist Cor Bakker Humphrey Campbell met één woord in herinnering moet roepen, dan is dat ‘open’. De op 25 maart overleden zanger stond open voor alle soorten mensen. Bakker: ‘Met Humphrey ging de charisma-kachel aan.’ Ook stond Campbell open voor alle soorten muziek, van Heintje tot Haydn. Bakker: ‘Er bestonden voor hem maar twee soorten muziek: goede en slechte.’

De Volkskrant profileert regelmatig bekende en onbekende, kleurrijke Nederlanders die onlangs zijn overleden. Wilt u iemand aanmelden? postuum@volkskrant.nl

Samen zouden ze in 2025 langs de theaters trekken met het programma Van Moengo tot hier. Daarin zou Campbell zijn levensverhaal schetsen aan de hand van liedjes die hem daarin hebben begeleid. Muziek was zijn lust en zijn leven. Niet alleen als zanger, maar ook als producent, arrangeur en leermeester.

Constante stroom muziek

De wieg van Humphrey Campbell stond dus in Moengo in het noordwesten van Suriname. Als zijn jongste broer Charles goed telt, was Humphrey de zevende in een gezin van dertien kinderen. Moeder zong in een koor, vader was bandleider en uit de radio kwam een constante stroom van muziek in alle variëteiten.

Op YouTube is een try-out te zien, waarin Bakker en Campbell switchen van Nature Boy (van Nat King Cole) naar Dikkertje Dap (Annie M.G. Schmidt). Zo soepel ging het destijds ook in huize Campbell. Nederlands repertoire was vanzelfsprekend in de kolonie die Suriname toen nog was. Maar Moengo werd ook overspoeld door muziek uit de Verenigde Staten. Dat kwam door de bauxietwinning, waarbij de VS betrokken waren. De kleine Humphrey was zo gegrepen door die rijkdom aan muziek dat hij zelfs spijbelde om in de nabijheid van zijn radio te zijn.

In 1973 won hij een muzikaal scholierenfestival met als beloning een trip naar Nederland. Campbell belandde bij de Twinkle Stars, de begeleidingsband van Oscar Harris. Soulzanger Harris nam de pas 15-jarige Campbell onder zijn hoede. Broer Charles: ‘Oscar zorgde ervoor dat hij zijn mavo afmaakte en een baantje kreeg in een kledingwinkel.’

Op het conservatorium in Hilversum vervolgde Campbell de weg die hij het liefst bewandelde. Hij trad op, zowel solo als in musicals, en nam verscheidende Engelstalige platen op. Bekend werd hij echter met het nummer Wijs me de weg. Dat zong Campbell, bijgestaan door twee broers, op het Eurovisie Songfestival van 1992 in Malmö. Het aanstekelijke nummer leverde Nederland de negende plaats op.

Een werkelijke doorbraak naar het grote publiek bleef uit. Daardoor bleef het nummer hem achtervolgen. Charles Campbell: ‘Altijd draaide het om dat ene liedje, terwijl hij zo onwaarschijnlijk veel meer heeft gedaan.’

Gewaardeerde docent

Volgens Cor Bakker zat bescheidenheid ‘de beste zanger van Nederland’ (zijn woorden) in de weg. Campbell drong zichzelf niet op de voorgrond en haalde ook voldoening uit de begeleiding van andere artiesten, onder wie zijn ex Ruth Jacott. Ook was hij een gewaardeerd docent op de jazzafdeling van het conservatorium in Amsterdam.

Onder aansporing van collega’s keerde Campbell terug naar de podia. Met opnieuw twee broers, nu ook met Charles aan zijn zijde, vormde hij het soultrio CC Campbell. Gemakkelijk was dat niet altijd. ‘Humphrey was zo kritisch op zichzelf. Hij vergat soms te genieten van zijn eigen talent.’

Van Moengo tot hier had een hommage aan dat talent moeten worden. Maar er ging een streep door de vijftien geplande shows. Kanker sloopte Campbell sneller dan gedacht. Bakker: ‘Gelukkig hebben we een mooie opname gemaakt van een try-out.’

Omdat hij zijn lichaam beschikbaar had gesteld aan de wetenschap, organiseerde Campbell zelf zijn afscheid. In het hospice trad hij, zo goed en zo kwaad als het ging, nog één keer op voor familie en vrienden, voor liefhebbers en kenners.