Direct naar artikelinhoud
Turnen

Boegbeelden van het mannenturnen tanken vertrouwen voor Parijs

Loran de Munck tijdens zijn zilveren oefening in Rimini.Beeld AFP

Loran de Munck en Casimir Schmidt hielden de Nederlandse eer hoog op de EK turnen voor mannen. Het toernooi in het Italiaanse Rimini betekende voor beiden een mijlpaal in hun ontwikkeling.

Loran de Munck heeft grote stappen gemaakt

Twee jaar geleden was hij de verrassing van de EK in München met een zilveren medaille op voltige (oefening op een paard, red), het onderdeel waarop nooit eerder een Nederlander excelleerde. Nu is Loran de Munck (24) terug op dezelfde trede van het ereschavot. Maar hij is niet meer dezelfde als toen, vertelt de turner telefonisch vanuit Italië.

“Een groot verschil is dat ik mentaal sterker ben. Ik denk dat ik daar grote stappen in heb gemaakt. Als het in het verleden een dag niet lukte, kwam ik in een negatieve spiraal terecht en dacht ik gelijk dat ik het helemaal niet meer kon. Dit traject ben ik daar beter mee omgegaan. Gewoon accepteren als het even niet gaat en daar niet te lang in blijven hangen. Voltige is het lastigste onderdeel qua balans. Het is een toestel waar je elk moment vanaf kan vallen en die wetenschap maakt het mentaal gewoon zwaar.

“Voor het eerst in mijn carrière ben ik er hier in geslaagd om op een groot toernooi een score van 15,0 punten neer te zetten - in de kwalificatieronde, in de finale 14,9. Onlangs haalde ik bij een wedstrijd in Luxemburg nog mijn eerste 15-plus. Mijn resultaten zijn duidelijk stabieler geworden.

Benen bij elkaar en knieën recht

“De moeilijkheidsgraad van mijn oefening is ook hoger: 6,5 versus 6,3 twee jaar geleden. Daarbij is het niveau van mijn uitvoering omhoog gegaan. Hoe dat komt? Haha, door een miljoen herhalingen. Ik heb die oefening echt zo vaak gedaan. Daardoor is de netheid verbeterd: benen bij elkaar en knieën recht.

“In mijn dagelijkse leven leg ik tegenwoordig nóg meer de focus op sport. Vroeger was het in de zaal turnen en dan was het klaar. Buiten de gymnastiekhal was ik er niet meer zoveel mee bezig. Nu denk ik thuis nog na over bepaalde elementen of nieuwe oefeningen en ik pak bewuster mijn rust.

“Dat komt ook door de Olympische Spelen. Alles staat nu in het teken van Parijs. Ik weet dat het erin zit, dus ik weet waar ik het voor doe. Dat helpt om 24 uur per dag de juiste keuzes te maken. Ik ben daardoor fitter, voel ik, en mentaal sterker. Bij tegenslagen zeg ik tegen mezelf: het zit erin!

“Dit is een mooie bevestiging. Ik vind deze tweede zilveren plak ook nog vetter dan de eerste. In München kwam het succes onverwachts. Nu verwachten mensen juist dingen van me, en ikzelf ook. Vorig jaar werd ik vierde op de EK. Dan word je toch een beetje onzeker. Nou ja, niet per se onzeker, maar dat gaat wel in je hoofd zitten. Daarom waren de druk en stress hier hoger. Om dan toch weer een medaille te pakken, is fantastisch. Dat geeft een extra goed gevoel.”

Casimir Schmidt tijdens de sprongfinale, waarin hij zevende werd.Beeld AFP

Casimir Schmidt is terug in een toestelfinale

Tien jaar geleden stond hij voor het laatst in de sprongfinale van een EK. Destijds zat ook landgenoot Jeffrey Wammes nog bij de beste acht. Sindsdien ontbraken de Nederlandse turners jaar na jaar. Tot dit weekend in Rimini. Casimir Schmidt (28) eindigde uiteindelijk als zevende, omdat hij bij een van de twee sprongen zijn handen nodig had om overeind te blijven en dat geldt als val. Maar, zegt hij: “Dit is zeker weten bemoedigend richting Parijs”.

“Het halen van de finale was stiekem een doel. Hartstikke mooi dat ik daarin ben geslaagd. Alleen wil je dan in ieder geval wel twee keer op je voeten staan en dat is helaas niet gelukt. Ik had bij mijn eerste sprong te weinig vaart en hoogte.

“Die sprong heb ik jarenlang niet gedaan. Het is een overslag streksalto met 2,5 schroef. Dus dat is best moeilijk. In weinig tijd moet je 2,5 keer om je lengteas draaien. Pas drie maanden geleden heb ik de sprong weer opgepakt. Misschien was de voorbereidingstijd te kort. Het is lastig om een relatief nieuwe oefening mooi uit te voeren op een moment dat je veel stress en adrenaline hebt.

“Na de Olympische Spelen van Tokio, waar ik reserve was, moest ik aan mijn enkel geopereerd worden en heb ik een lange periode niet hard kunnen springen. Al die tijd heb ik deze sprong niet kunnen doen. Pas sinds dit jaar ben ik weer volledig belastbaar. Ik weet dat ik blij mag zijn dat ik hier heb kunnen staan, maar nu overheerst in mijn hoofd nog die val. Al ben ik niet verdrietig hoor. Het hoort bij turnen en ik ben wel een finale-ervaring rijker. Van hieruit gaan we voortborduren richting Parijs.

Als allrounder enorm gegroeid

“Als ik mezelf vergelijk met tien jaar terug, dan ben ik met name als allrounder enorm gegroeid. Toen deed ik vooral vloer en sprong en de rest sloeg eigenlijk nergens op. Mijn rol binnen het team is ook veranderd. In 2014 hadden we Epke Zonderland, Yuri van Gelder en Jeffrey Wammes, die er bovenuit staken en altijd finales haalden. Dus ik kon lekker vrijuit turnen. Nu ben ik degene met de meeste ervaring en komen de jongens voor advies naar mij. De twaalfde plek hier in Rimini met het team was best teleurstellend.

“Dat we ons als ploeg gekwalificeerd hebben voor Parijs, heeft mij wel aan het denken gezet. Ik train al heel lang als allrounder, maar wat zou het schitterend zijn als ik op de Spelen een toestelfinale weet te halen. Daarop ben ik keihard mijn sprongen gaan oefenen en dat dat zo snel resulteert in een EK-finale belooft wat goeds - val of niet. Daarbij: ik ben heel gebleven. Dat is ook mooi.”

Lees ook:

Turnvrienden Loran de Munck en Casimir Schmidt: Wij twee moeten nu bewijzen dat het team het geld waard is

Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn de nieuwe boegbeelden van het mannenturnen en al jarenlang huisgenoten. Allebei komen ze in actie op de WK in Liverpool, die zaterdag beginnen. ‘Iedereen vindt het verschrikkelijk om wedstrijden te doen.’