Direct naar artikelinhoud
Reportage

Zelfs afdankertjes van de vrijmarkt krijgen in Amsterdam een ‘tweede leven’: ‘Er zitten echt nog mooie dingen tussen’

In Amsterdam-Zuid neemt Sterre Loppé op Koningsdag namens de gemeente de restanten van de Vrijmarkt in ontvangst.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

De gemeente Amsterdam zamelt op Koningsdag onverkoopbare spullen in om die te recyclen. En dat zijn er heel wat. ‘Iedereen heeft alles al. We hadden dit misschien nooit moeten kopen.’

Daar waar de Beethovenstraat en de Apollolaan elkaar kruisen, en waar het op deze Koningsdag krioelt van de scharrelaars, koopjesjagers en feestvarkens, heeft de gemeente Amsterdam een container geplaatst met een groot spandoek erop. ‘Niet alles verkocht?’ staat erop. ‘Lever hier je overgebleven spullen in. Zo geef je spullen een tweede leven.’

Sterre Loppé (22) zwaait vandaag de scepter over deze container waar – zo zou je kunnen zeggen – de restanten van de restanten binnenkomen. Met geschminkte rood-wit-blauwe vlaggetjes op haar wangen neemt ze onverkoopbare waar aan van verkopers die hun kleedje hebben opgerold of kraampje hebben opgedoekt.

Over de auteur
Rik Kuiper is regioverslaggever van de Volkskrant in de provincies Utrecht en Flevoland. 

In de container probeert ze de eerste sorteerslag te maken. Kleding bij kleding, speelgoed bij speelgoed, knuffels bij knuffels.

Rond half drie komt Marleen Tielen (42) met een mand vol spullen. ‘Dit is allemaal niet verkocht’, zegt ze. ‘Een koelelement, een cakeblik, likeurglaasjes, een paar schoenen en die mooie mand. Het verbaasde me eigenlijk wel, dat niemand die wilde hebben. Ik vroeg er 5 euro voor.’ Verder ging de verkoop ‘heel goed’, zegt ze.

Dirk Teenstra (76) arriveert even later met een krat met onder meer borden en kopjes, een oude tas en een ouderwetse groene telefoon van Bang & Olufsen, een apparaat ‘dat ooit kapitalen waard was, maar nu niks meer’. Tot zijn spijt wilde niemand de spullen hebben.

‘Iedereen heeft alles al’, zegt hij. ‘We hadden dit allemaal misschien nooit moeten kopen.’

Ook ingeleverd bij de container van de gemeente: antieke boeken...Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant
... en knuffels.

Poetslappen

Deze container is niet de enige in de stad. Even verderop op de Apollolaan staat er nog een. Er zijn er vier in het Vondelpark en ook in onder meer het Westerpark, op het Osdorpplein en op Plein ’40-’45 staan containers. In totaal heeft Amsterdam er veertien neergezet.

Dit doet de gemeente sinds 2022, om te voorkomen dat al die spullen bij het reguliere afval terechtkomen. En dat lukt. Vorig jaar leverden straatverkopers op Koningsdag 18 ton aan onverkoopbare spullen in. Het ging daarbij met name om kleding, elektronica en papier en karton.

Die spullen belanden niet bij de kringloop, zoals dat in het verleden wel gebeurde. ‘Er zaten veel dezelfde spullen tussen, die de kringloop niet allemaal kon verkopen’, zegt een woordvoerder van de gemeente. ‘Veel andere spullen waren niet mooi genoeg om nog te verkopen.’

Nu gaat alles naar een sorteerder, die de spullen sorteert op basis van het materiaal waarvan ze gemaakt zijn. Daarna gaat alles naar verschillende afvalverwerkers.

Zij maken van oude boeken nieuw papier en karton. Van oud textiel wordt nieuwe kleding gemaakt en soms ook poetslappen voor garages of isolatiemateriaal voor auto’s. Elektronica wordt uit elkaar gepeuterd zodat de verschillende grondstoffen opnieuw kunnen worden gebruikt.

Berglandschap

Rond drie uur arriveert Floris van Mechelen (43) bij de container, een beer van een vent met een karretje vol overblijfselen. Bovenop ligt een slee, die hij aan Sterre Loppé overdraagt. Daaronder een lijvig boek met ‘103 afbeeldingen van de wyd-vermaarde koopstad Amsterdam’. En hij heeft ook nog een houten haan, die van een overleden tante is geweest.

Floris van Mechelen levert op Koningsdag een slee in bij Sterre Loppé, die de container voor restspullen beheert.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Hij pakt zijn telefoon erbij en laat foto’s zien van een zwembad. ‘Mijn ex is met de kinderen op Bali’, zucht hij. ‘En ik zat hier vanmorgen in de regen hun spullen te verkopen op de vrijmarkt. Ze hebben geen speelgoed meer nodig. Ze zitten de hele dag op de iPad.’

Loppé neemt de spullen in ontvangst en plaatst ze achter in de container, waar de dozen en zakken samen een berglandschap beginnen te vormen, een berglandschap dat bestaat uit de afdankertjes van de consumptiemaatschappij. Ze verwacht dat er in de loop van de dag nog veel meer bij zal komen.

Als ze die spullen sorteert, kan Loppé enige verbazing niet onderdrukken, zegt ze. ‘Er zitten echt nog mooie dingen tussen. Veel merkkleding ook. Ik snap niet waarom mensen dat niet naar de kringloop brengen. Of verkopen via Vinted.’

Heeft ze zelf dan niet de neiging iets mee naar huis te nemen? ‘Ik heb wel een mooi jasje achtergehouden’, zegt ze. ‘Niet voor mezelf, maar voor iemand die het niet zo breed heeft. Dat is eigenlijk niet de bedoeling, maar ik heb het toch gedaan. En ja, dat mag je best opschrijven.’

Bananendozen

Tegen het einde van de middag neemt de drukte bij de container verder toe. Mensen staan in de rij met plastic zakken vol kleding, met shoppers vol rommel en met dichte bananendozen met onbekende inhoud. Ook krijgt Loppé nog een kinderwagen, een bureau, een bankje, een paar stoelen en een verwarming.

De 9-jarige Pip komt ook nog wat spullen afleveren. Bovenop ligt een plastic feestmasker van een oude vrouw met wilde grijze haren. Voor 10 cent hadden mensen het mee mogen nemen. En toch niet verkocht?

‘Nee’, zegt ze, zonder al te veel verbazing in haar stem. ‘Maar ik zou het zelf ook niet willen hebben.’