Test: Mercedes-Benz CLE Cabrio - heerlijk uit je Koningsdak!

CLE, CLE, hoe zat dat ook alweer?

De nieuwe Mercedes CLE vervangt zowel de tweedeurs C-klasse als de tweedeurs E-klasse, dat is bij de cabrio niet anders dan bij de coupé. Met 4,85 meter is de open CLE een flinke jongen, langer zelfs dan de uitgaande E-klasse Cabrio waar hij in theorie onder is gepositioneerd. De uitgerekte vorm van de achterkant draagt daar ongetwijfeld aan bij, want de wielbasis is met 2.865 mm juist nipt korter dan bij de E.

Vierzits cabrio's zijn doorgaans erg krap. Hoe zit dat bij de CLE?

Met volwassen achterpassagiers moeten de voorste inzittenden wellicht iets inschikken, maar het is zeker te doen. Met de kap dicht is de hoofdruimte beperkt, maar ‘open’ is het verrassend goed vol te houden achterin deze cabriolet. Dat heeft alles te maken met de uitgekiende foefjes die Mercedes al jaren toepast op zijn cabrio’s, maar voor de CLE verder heeft verfijnd. Voor een comfortabel verblijf achterin is er bijvoorbeeld de ‘Aircap’, een uitklapbare spoiler boven de voorruit die de rijwind in een hogere baan rond het interieur leidt. Samen met het gelijktijdig uitklappende windscherm achter de achterbank heeft dat daadwerkelijk effect, vooral voor de mensen achterin. Zelfs bij 120 km/h is het goed mogelijk om nog een gesprek te voeren met de mensen voorin en waai je niet de auto uit, een vrij unieke situatie.

Is het voorin ook goed toeven in de CLE Cabrio?

Zonder achterpassagiers is het aan te raden om de Aircap snel weer in te klappen, want mooier wordt de auto er bepaald niet van. Gelukkig is er ook een gewoon, los windscherm leverbaar, dat over de achterbank wordt gemonteerd. Met gesloten ramen is het dan ook op hoge snelheid heerlijk cruisen, al is de rijwind ook met alles volledig open een fijne bries in plaats  van een bulderende storm. Als de temperatuur in de lente maar niet wil stijgen, is het goed om te weten dat ‘Airscarf’ net als ‘Aircap’ helemaal standaard is. De ‘luchtsjaal’ blaast op verzoek warme lucht in je nek en dat heeft een groot effect. Al deze voorzieningen zorgen ervoor dat er eigenlijk geen excuus meer is om níet open te rijden als de zon schijnt, ongeacht de temperatuur. Zelfs met een dreigende bui kan dat gewoon, want de uit vijf lagen opgebouwde cabriokap gaat in 20 seconden op en neer en kan dat bij snelheden tot 60 km/h. Met de kap dicht is de CLE mooi stil. Tijdens het openingsproces gaan de zijruiten meteen weer omhoog. Wie dat niet wil, moet dus direct daarna zelf aan de slag met de raamknoppen, al kun je ze gelukkig wel alle vier in één handeling bedienen. Ook voor de extra hete dagen heeft de CLE een oplossing. Mercedes voorziet het leer van een speciale coating, dat het opwarmen van de bekleding moet tegengaan en tot 12 graden verschil kan maken. Slim. Overdadig zonlicht kun je van repliek dienen met een touchscreen dat met een druk op de knop rechtop gaat staan, om zo hinderlijke schitteringen buiten beeld te duwen.

En toch meen ik dit interieur uit andere Mercedessen te herkennen

Dat klopt, want los van de speciale Cabrio-voorzieningen is dit interieur gelijk aan dat van de reguliere CLE, en daarmee aan de C-klasse. Het oogt ook hier prachtig, al is het jammer dat de onderzijde van het dashboard van harde kunststof is en de middenconsole flink de voetenruimte in dringt, zodat je in de praktijk soms met je knie tegen dat plastic drukt.

Hoe rijdt de Mercedes CLE Cabrio?

De open CLE is een heerlijke cabrio, vooral voor wie graag alle tijd neemt om badend in weelde heerlijk van de zon te genieten. Dat is geen verrassing, want de CLE coupé is al geen sportieveling en de open versie doet er nog eens 135 kg bovenop. Toch is het onderstel indrukwekkend. Het optionele ‘Dynamic Body Control’ zorgt met individueel verstelbare dempers voor veel comfort, maar houdt de CLE ook strak op koers als het harder gaat. Het verschil tussen de hardste en de zachtste stand is goed voelbaar, maar comfort blijft altijd overheersen. Meesturende achterwielen, zoals de coupé optioneel wel heeft, heeft de cabrio door ruimtegebrek nooit. Dat maakt hem iets minder wendbaar en direct, maar dat misstaat niet bij het karakter van de auto. Hij voelt en is groot en zwaar, maar is toch goed in balans en stijf.

Net als bij de SL kun je het beeldscherm met een druk op de knop rechtop zetten om schitteringen tegen te gaan.

Welke motor moet ik hebben?

Wij reden met basisversie 200 en de voorlopige topversie, de 450. Die 450 is voorzien van een heerlijke, 3,0-liter zes-in lijn die dankzij twee turbo’s maar liefst 381 pk levert. In theorie en praktijk is hij erg snel, maar het is vooral het karakter van de motor dat enthousiast maakt. Een heerlijk krachtig, maar toch ingetogen zescilindergeluid past geweldig bij de open CLE en levert een flinke bijdrage aan het luxegevoel. De 200 is veel minder snel, maar met 204 pk is in deze auto ook goed te leven. Het probleem is hier de bak, die zowel vanuit stilstand als onderweg vaak nukkig schakelt, bij terugschakelen gevoelsmatig eerst een flinke hap lucht neemt en er daarmee onder de streep niet zo’n zin in lijkt te hebben. De 450 heeft dezelfde automaat, maar camoufleert die tekortkomingen met een overdaad aan koppel en souplesse.

Interessant, maar voor zo'n 450 betaal je ongetwijfeld nóg meer.

Dat klopt uiteraard. De Mercedes CLE Cabrio is er vanaf  €80.555, maar een CLE 450 is bijna 30.000 euro duurder dan de 200. Over de gehele linie is de cabrio netto 6 mille duurder dan de coupé, maar dankzij btw en bpm schommelt het verschil in de praktijk rond de 10.000 euro. Een hoop geld, maar die cabriovorm past de ontspannen CLE uitstekend.