Direct naar artikelinhoud
Last van klimaatpaniek? Deze zeven lessen uit de filosofie bieden houvast
Essay Klimaat

Last van klimaatpaniek? Deze zeven lessen uit de filosofie bieden houvast

Je kunt er nauwelijks omheen: de stroom boeken, artikelen, films en podcasts over de aanstaande ondergang van de planeet. Hoe daarmee om te gaan? Filosoof Antoinette Thijssen destilleert wat de filosofie ons kan leren.

Ooit zal de mensheid uitsterven. Daarover is vrijwel iedereen het eens. Maar wanneer? Duurt dat nog miljoenen jaren en is er op dit moment geen reden tot ongerustheid? Of hebben we er als relatief jonge soort – homo sapiens bestaat ‘pas’ zo’n 300.000 jaar – nu al zo’n puinhoop van gemaakt dat de aarde binnen enkele decennia al onleefbaar zal zijn en het einde van de mensheid in zicht is?

Een aanzwellende stroom schrijvers en denkers meent het laatste. Op alle fronten zijn we bezig om de grenzen van de planeet te overschrijden: er is sprake van verlies van biodiversiteit, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, uitstoot van schadelijke stoffen, verontreiniging van water en bodem, een enorm afvalprobleem, en ga zo maar door. In combinatie met de door mensen veroorzaakte klimaatverandering betekent dat misschien binnenkort einde verhaal voor ons.

Volgens de Amerikaanse bioloog Lynn Margulis roeit elke succesvolle soort zichzelf uiteindelijk uit. En aangezien homo sapiens ongewoon succesvol is, zal dat volgens haar bij ons niet anders gaan. Ze illustreerde dat graag aan de hand van een beroemd experiment dat de Russische microbioloog Georgi Gause negentig jaar geleden uitvoerde met eencellige protozoën in een petrischaaltje met wat havermout. Gauses eencelligen vraten zich in hun schaaltje helemaal te barsten aan de havermout. Ze vermeerderden zich in een ongekend tempo, tot ze het schaaltje volledig overwoekerd hadden. Toen de rand van het petrischaaltje was bereikt en het voedsel op was, stortte de populatie in.

De grote vraag is: hebben wij mensen de rand van ons petrischaaltje − de aarde − al bereikt? De Amerikaanse schrijver Jonathan Franzen denkt van wel. In The New Yorker haalde hij enkele jaren geleden Franz Kafka aan: ‘There is infinite hope, only not for us’. Franzen ziet een gitzwarte toekomst voor de mens opdoemen: ‘Als je jonger bent dan zestig, heb je een goede kans om getuige te zijn van de radicale destabilisatie van het leven op aarde − massale misoogsten, apocalyptische branden, imploderende economieën, epische overstromingen, honderden miljoenen vluchtelingen die regio’s ontvluchten die onbewoonbaar zijn geworden door extreme hitte of permanente droogte. Als je jonger bent dan dertig, zul je het vrijwel zeker meemaken’, somberde hij.

Wat staat ons dan te doen? De filosofie biedt lessen en adviezen die misschien een beetje houvast bieden.

Last van klimaatpaniek? Deze zeven lessen uit de filosofie bieden houvast

1. Vind nieuwe rituelen om te rouwen

In de afgelopen jaren kwamen de termen ‘klimaatrouw’ en ‘klimaatwanhoop’ op. In de Nederlandse media werden twintigers die worstelen met klimaatdepressie of -paniek aanvankelijk wat schamper weggezet als overgevoelige sneeuwvlokjes. Maar steeds vaker geven ook ecologen en klimaatwetenschappers uiting aan hun gevoelens van verdriet en wanhoop in reactie op klimaatverandering en de ermee gepaard gaande verwoesting van de leefomgeving.

In IJsland plaatsten wetenschappers in 2019 bijvoorbeeld een gedenkteken voor de eerste gletsjer in het land die is verdwenen door klimaatverandering. En op de Sallandse heuvelrug heeft Natuurmonumenten vorig jaar een wandelroute met uitleg over verloren planten- en diersoorten gemaakt.

Met het verdwijnen van de religie uit ons leven hebben we nieuwe rituelen nodig om samen te rouwen, zei de ernstig zieke filosoof René Gude in 2014 enkele maanden voor zijn overlijden in een interview met Wim Brands. Samen rouwen om verlies is precies het idee achter de Remembrance Day for Lost Species, die sinds 2011 elk jaar op 30 november wordt gehouden. “We moeten nieuwe rituelen uitvinden voor het Antropoceen”, zei de Britse kunstenares en initiatiefnemer van de gedenkdag, Persephone Pearl, in The Guar­dian. “Het is een tijdperk van verdriet. Als we dat verdriet niet laten zien, delen of zelfs voelen, wordt het alleen maar ondraaglijker.”

2. Laat je verstand niet met je emoties aan de haal gaan

In hetzelfde interview met Wim Brands wees René Gude erop dat we kunnen leren van de stoïcijnen, een filosofische stroming uit het oude Griekenland. Emoties mogen er zijn, leert de Stoa ons. Laat ze gewoon komen. Ze vlammen op en ebben vanzelf weer weg. Maar, waarschuwde Gude, bega niet de fout om een verhaal rond die emoties te gaan verzinnen als rechtvaardiging voor je angst, boosheid of verdriet. Dan blijf je in die emotie hangen en kom je niet verder.

Precies die dynamiek lijkt in onze samenleving voor veel problemen en polarisatie te zorgen. We zien hoe groepen mensen volkomen opgaan in hun angst, boosheid of verdriet. Ze kunnen de emoties niet meer loslaten, maar blijven erin vastzitten. Dat is precies waartegen Gude waarschuwde: het opkomen van verhalen waarmee de emoties van mensen worden uitvergroot. Zo zijn er allerlei van de werkelijkheid losgezongen complottheorieën gefabuleerd.

3. Ga niet mee in de polarisatie

Werd er lange tijd wat lacherig gedaan over ‘wappies’ die meegaan in complottheorieën, inmiddels is het lachen velen wel vergaan. De zorgen over polarisatie in de samenleving nemen toe. Filosoof en polarisatiedeskundige Bart Brandsma ontwikkelde een behulpzaam denkkader voor bestuurders, ambtenaren, journalisten, wetenschappers en andere ‘beroepsneutralen’, dat helpt om polarisatie te herkennen en tegen te gaan.

Een belangrijk advies van Brandsma: kijk naar het ‘stille midden’ en minder naar de mensen op ‘de polen’. Wie zich vol goede bedoelingen opwerpt als bruggenbouwer tussen de extremen, helpt vaak alleen maar om het vuurtje verder op te stoken. Wie polarisatie wil tegengaan, kan beter proberen het midden te versterken. Dat lukt niet door te proberen anderen te overtuigen, maar door te luisteren wat er leeft. Het enige wat werkt, is in gesprek gaan. Luister, toon begrip en probeer je te verplaatsen in de ander.

4. Richt je op de kleine lichtpuntjes

Met alle doemverhalen die over ons worden uitgestort, ligt een gevoel van totale machteloosheid op de loer. De aarde en de mensheid willen redden is te groot, te veel. Ondoenlijk. Jonathan Franzen schreef: ‘Blijf het juiste doen voor de planeet, ja, maar blijf ook proberen te redden waar je specifiek van houdt − een gemeenschap, een instituut, een wilde plek, een diersoort die in de problemen zit − en put moed uit je kleine successen.’

Een vergelijkbare boodschap komt van filosofe Lisa Doeland. We leven al in de apocalyps, in de ruïnes, schrijft ze in haar boek Apocalypsofie. We moeten niet langer vooruitkijken, maar om ons heen. Laten we proberen op kleine schaal biodiversiteitsverlies en de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan in het volle besef dat we het tij niet gaan keren.

Moeilijk is dat niet. Er zijn volop geweldige kleine initiatieven. Denk maar aan mensen die samen in hun eigen wijk parken en singels opruimen. Of die samen tegels wippen voor groenere tuinen en zo helpen de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Of aan mensen die insecten- en egelhotels inrichten of vlindertuinen aanleggen. Nee, al die kleinschalige losse activiteiten gaan de aarde niet redden. Maar het zijn stuk voor stuk lichtpuntjes die helpen om de pijn te verzachten.

5. Ga op zoek naar nieuwe helden

Leven in de eindtijd vraagt om nieuwe helden. Dan denk je misschien snel aan Greta Thunberg, het jeugdige boegbeeld van de wereldwijde strijd tegen klimaatverandering. Dichter bij huis zijn de mensen die gewapend met een grijper en een vuilniszak in het park zwerfvuil rapen.

Filosofe Lisa Doeland laat zich inspireren door de figuur van de voddenraper uit het werk van filosoof Walter Benjamin. De in lompen geklede voddenraper scharrelt rond in de marge van de consumptiemaatschappij. Hij raapt de restjes en overblijfselen bij elkaar die de stad uitspuugt. Doeland vertaalt dit naar een pleidooi om ons niet langer blind te staren op de grote verhalen over transities alsof die maakbaar zouden zijn. Laten we meer uitgaan van het idee van een gezamenlijke zoektocht, zegt zij. Niet vanuit de overtuiging dat we collectief weten waarnaar we op zoek zijn. Maar als een samen tastend en zoekend redden wat er te redden valt op een geschonden planeet.

6. Vind zingeving in de kleine dagelijkse dingen

René Gude merkte op dat het voor mensen ontzettend lastig is om zich er steeds van bewust te zijn dat er iets aan het aflopen is: we leven altijd alsof onze tijd oneindig is. “Wie te horen krijgt dat hij doodgaat, zou zijn leven schoon moeten vegen van kleine pietluttigheden, zou je denken”, zei Gude. “Maar het interessante is dat er helemaal geen leven overblijft als je dat doet.”

Die pietluttigheden – de kleine dagelijkse beslommeringen – zijn het leven. Dat besef kan bevrijdend zijn. In het licht van de eeuwigheid en de eindigheid mogen al onze inspanningen en activiteiten even futiel en zinloos lijken, in het hier en nu zijn ze belangrijk en betekenisvol.

7. Laat de filosofie je helpen

Volgens Gude is de grote uitdaging om te leren leven met onzekerheid. Dat vinden mensen moeilijk. We klampen ons liever vast aan allerlei schijnzekerheden en laten ons het bos insturen door valse profeten en gevaarlijke volksmenners, die met eenvoudige kant-en-klare oplossingen komen voor complexe problemen.

Blijf open staan voor nieuwe informatie en inzichten, betoogt Gude. Dat is moeilijk, maar je kunt het trainen. De filosofie helpt daarbij en leert ons bij uitstek om niets zomaar voor waar aan te nemen, maar om je oordeel uit te stellen. Die filosofische blik helpt je om vanuit een fundamenteel open en kritische instelling steeds te blijven onderzoeken en door te vragen. ‘Weet dat je niet weet’, zegt filosofe Donna Haraway. ‘Inderdaad, een oude wijsheid, maar het vergt constant oefenen om die in de praktijk te brengen.’

Het allerbeste nieuws is: dit zijn allemaal ‘no-regret-acties’. Stel dat de mensheid toch niet binnenkort ten onder gaat. Stel dat de ecomodernisten en techno-optimisten het bij het rechte eind blijken te hebben. Stel dat het met allerlei geavanceerde technologieën zoals kernfusie, genetische manipulatie en precisiefermentatie tóch lukt om de planeet te redden met behoud van onze levensstijl. Of stel dat we er inderdaad in slagen om het huidige economische systeem, dat drijft op welvaart en meer-meer-meer, in te ruilen voor een systeem gericht op welzijn en ­kwaliteit van leven. Dan is er nog geen man overboord. Dan heb je immers nog steeds een bijdrage geleverd aan een betere wereld.

Antoinette Thijssen

Wie is Antoinette Thijssen?

Antoinette Thijssen (1965) studeerde journalistiek en filosofie. Ze werkt als communicatiemanager en -strateeg bij publieke organisaties en is verbonden aan Wageningen University & Research.

Lees ook:

Deze datawetenschapper pleit voor meer optimisme over het klimaat. ‘De wereld vergaat niet’

Ja, we moeten nog veel meer doen tegen klimaatverandering. Maar doemdenken helpt niet, stelt datawetenschapper Hannah Ritchie (30) in haar boek Niet het einde van de wereld. Wat we nodig hebben, is ‘urgent optimisme’.

Filosoof Wouter Kusters: ‘We kunnen het klimaatmonster niet verslaan, maar er wel een mini-gevecht mee aangaan’

Filosoof Wouter Kusters heeft geen vrolijke boodschap: de wereld zit zó vast in verspillende, fossiele systemen dat een klimaatcatastrofe onafwendbaar is. Toch vindt hij minder vliegen, vlees mijden, actievoeren en tegels wippen de enige juiste keuze.