Direct naar artikelinhoud
Analyse

De wens is er, nu de durf nog om het toeslagenstelsel ook echt af te schaffen

Gedupeerden van de toeslagenaffaire volgen afgelopen dinsdag aandachtig het debat met de enquêtecommissie over de fraudeaanpak.Beeld David van Dam / de Volkskrant

Kamerbreed klonk de wens om het toeslagenstelsel liefst gisteren nog af te schaffen. Maar in het debat over de parlementaire enquête naar het fraudebeleid stond dinsdag tussen droom en daad, wederom, de praktijk. Wie durft de handschoen op te pakken?

Het toeslagenschandaal bracht politieke partijen van alle gezindten op één punt bij elkaar. ‘Die toeslagen, daar moeten we zo snel mogelijk vanaf’, was de gedeelde conclusie. Ruim vier jaar later is die eensgezindheid verdampt en maken partijen meer en meer terugtrekkende bewegingen.

Het stond er zo vastberaden, in het regeerakkoord van het demissionaire kabinet: ‘We hebben de ambitie om de toeslagen af te schaffen.’ Die gedeelde ambitie stoelde op een Kamermotie die twee van de vier coalitiepartners (D66 en ChristenUnie) op 4 december 2019 hadden ingediend en waar de Tweede Kamer vervolgens unaniem vóór stemde. ‘De Kamer verzoekt de regering, in het kader van het traject naar een beter belastingstelsel diverse varianten uit te werken waarbij het toeslagenstelsel geheel verdwijnt.’

Over de auteur

Yvonne Hofs is politiek verslaggever van de Volkskrant en schrijft over financiën, economische zaken en landbouw, natuur en visserij.

Meer dan vier jaar na die motie debatteerde de Tweede Kamer deze week over de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening, het grote parlementaire zelfonderzoek naar de (deels politieke) oorzaken van het toeslagendrama. Een van die aanbevelingen is afschaffing van de toeslagen. ‘Het is duidelijk dat een stelselverandering nodig is. Dit is al meer dan vijftien jaar bekend en meermaals opgeschreven. Het wordt nu tijd voor politiek lef.’

Politieke keuze blijft uit

Sinds de ‘weg met de toeslagen’-motie zijn er stapels ambtenarenrapporten verschenen die de voor- en nadelen op een rijtje zetten van alle mogelijke alternatieven voor het toeslagenstelsel. In het meest recente rapport uit die reeks geeft een ambtelijke werkgroep het parlement dezelfde boodschap mee als de enquêtecommissie. ‘De afgelopen jaren zijn meerdere rapporten verschenen. Alle alternatieven (voor het toeslagenstelsel – red.) zijn inmiddels bedacht en uitgewerkt. Er is een politieke keuze nodig.’

Maar die politieke keuze wordt almaar niet gemaakt. Het afschaffen van toeslagen is – zo maken al die rapporten wel duidelijk – namelijk makkelijker gezegd dan gedaan. Jaarlijks keert de Dienst Toeslagen circa 20 miljard euro aan kindgebonden budget, zorg-, huur- en kinderopvangtoeslag uit aan 5,9 miljoen huishoudens. De meerderheid van die huishoudens is financieel afhankelijk van die inkomensondersteuning en kan zonder toeslagen niet rondkomen. ‘Zonder compenserende maatregelen gaan in de laagste en middelste inkomensgroepen huishoudens er tientallen procenten op achteruit’, aldus het Eindrapport toekomst toeslagenstelsel dat twee maanden geleden verscheen.

Vereenvoudiging van het toeslagenstelsel maakt die inkomensondersteuning haast per definitie grofmaziger en daarmee veel duurder. Het huidige kabinet wil de kinderopvang bijna gratis maken om de kinderopvangtoeslag te kunnen ondervangen. Huishoudens gaan dan dezelfde eigen bijdrage betalen, ongeacht het inkomen. Ouders hoeven dan geen inkomensgegevens meer aan te leveren en ook niet meer bang te zijn voor terugvorderingen als hun inkomen stijgt.

‘Gratis’ kinderopvang

Maar dit voorstel is bedolven onder kritiek van onder andere de planbureaus SCP en CPB. Zij voorspellen dat vooral de hoogste inkomens van die inkomensonafhankelijke bijdrage zullen profiteren, omdat de opvang voor hen goedkoper wordt. Lage inkomens krijgen nu al 96 procent van de opvangkosten gecompenseerd via de toeslagen. Bovendien zal ‘gratis’ opvang de vraag naar opvangplekken zodanig opstuwen dat kinderopvangbedrijven hun prijzen kunnen verhogen: wat de opvang voor armere ouders juist duurder kan maken dan nu het geval is. En dan kost ‘gratis’ kinderopvang de schatkist ook nog eens ruim 3 miljard euro per jaar extra, volgens de laatste schattingen.

Het is dus niet verwonderlijk dat een aantal partijen bedenkingen heeft bij het afschaffen van de kinderopvangtoeslag. Het is nog steeds officieel beleid om de bijna gratis kinderopvang per 2027 in te voeren, maar de VVD had die invoerdatum al uit zijn laatste verkiezingsprogramma geschrapt. Uit de CPB-doorrekening van dat programma bleek dat de partij hiervoor in 2027 en 2028 géén geld reserveerde.

Tijdens een commissiedebat over de toekomst van de kinderopvang maakte NSC-Kamerlid Tjebbe van Oostenbruggen onlangs duidelijk dat zijn partij geen voorstander is van een inkomensonafhankelijke kinderopvangbijdrage. NSC wil de hogere inkomens toch meer laten betalen. Pieter Grinwis (ChristenUnie) wees Van Oostenbruggen erop dat dit de beoogde versimpeling grotendeels ongedaan maakt, omdat de Belastingdienst dan toch weer actuele inkomensgegevens van alle ouders nodig heeft. Maar NSC kiest daar dan toch liever voor dan voor ongerichte steun aan hoge inkomens die dat niet nodig hebben.

Vernietigend oordeel

De poging van woonminister Hugo de Jonge (CDA) om de huurtoeslag af te schaffen, was vorig jaar een nog korter leven beschoren. Na een vernietigend oordeel van de Raad van State (hele volksstammen huurders zouden er zoveel op achteruitgaan dat ze niet meer kunnen rondkomen) trok De Jonge het voorstel schielijk in. Een van de redenen voor de grote impact op lage inkomens was dat het afschaffen van de huurtoeslag in het oorspronkelijke voorstel gecompenseerd zou worden met een forse verhoging van het minimumloon. Het kabinet heeft die verhoging echter al gebruikt om de onverwachte stijging van de energielasten voor die groep te compenseren.

De Tweede Kamer begint ervan doordrongen te raken dat het afschaffen van de toeslagen alleen op een verantwoorde manier kan als het hele belastingstelsel op de schop wordt genomen. Maar zo’n omvangrijke onderneming kan niet in één kabinetsperiode worden uitgevoerd. Waarmee het risico ontstaat dat een nieuw kabinet het halverwege de rit weer helemaal anders wil doen en overnieuw begint, omdat de coalitie van politieke kleur verschiet.

Het is al lastig genoeg om in de versnipperde Tweede Kamer een meerderheid te vinden voor een bepaald voorstel, laat staan een complete herziening van het belastingstelsel. Vooralsnog lijkt geen van de vier formerende partijen een duidelijke visie te hebben op hoe het verder moet. In hun recentste verkiezingsprogramma’s ontbrak die visie in elk geval.

Nieuw rapport

Woordvoerders van de oppositie gaven dinsdag tijdens het Kamerdebat lucht aan hun frustratie over het gebrek aan voortgang. D66’er Mpanzu Bamenga: ‘De oplossingen zijn er, maar die vragen wel om een politiek die moeilijke keuzes durft te maken.’ Ook Partij voor de Dieren-Kamerlid Ines Kostic gaf blijk van ongeduld. ‘We hebben het er heel vaak over gehad en er zijn heel veel rapporten over geschreven.’

Een nieuw rapport is alweer in de maak. Op 26 oktober 2023 nam de Tweede Kamer met een krappe meerderheid weer een motie aan over het toeslagenstelsel, dit keer ingediend door NSC-leider Pieter Omtzigt en CDA’er Inge van Dijk. De twee stelden voor een tijdelijke commissie in te stellen die gaat zoeken naar ‘brede politieke overeenstemming over een robuuste basis voor een fundamentele herziening van ons huidige belasting- en toeslagenstelsel’. Er is inmiddels een voorbereidingsgroep geformeerd die een voorstel moet doen voor de instelling van zo’n commissie.