Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Minder vis in de vissticks: Tweede Kamer wil meldplicht van ‘beknibbelflatie’

Producenten die minder hoofdingrediënten in hun producten stoppen, moeten dat voortaan melden. Die oproep komt uit de Tweede Kamer nadat de Consumentenbond de zogenoemde ‘beknibbelflatie’ onthulde: in sommige kippensoep zit bijvoorbeeld minder kip dan vijf jaar geleden en in hazelnootpasta minder hazelnoot.

Een Jumbo-supermarkt in Utrecht.Beeld Joris van Gennip

De Consumentenbond keek naar de ingrediënten van ruim zeshonderd producten, en vergeleek die met vijf jaar eerder. Bij een kwart van de producten is volgens de organisatie sprake van minder hoofdingrediënten. Zo bevat het slagroomijs van Albert Heijn 10 procent minder slagroom dan vijf jaar geleden. De bolognesesaus van Dirk van den Broek bevatte altijd 18 procent rundvlees, dat is nu 11 procent.

‘Dirk zegt dat ze dat gedaan hebben omwille van de verduurzaming, maar ze leveren er geen plantaardige eiwitten voor terug in het product’, stelt een woordvoerder van de Consumentenbond. De supermarkt bevestigt dat ze in het kader van de eiwittransitie minder dierlijke eiwitten wil gebruiken, maar dat ze die nog niet heeft vervangen door plantaardige.

PVV, GroenLinks/PvdA, NSC en CDA vinden dat producenten moeten melden wanneer ze op een ingrediënt besparen. Volgens Joris Thijssen (GroenLinks-PvdA) speelt de ‘marktmacht’ een rol, waardoor een kleine groep producenten over de rug van consumenten ‘slapend rijk’ wordt. VVD’er Arend Kisteman verdedigt de producenten: ‘Doordat ze bezuinigen op grondstoffen, kunnen producten juist betaalbaar blijven.’

Smoesjes

De Consumentenbond verwijt fabrikanten dat ze niet transparant zijn over de aanpassingen. Ze benoemen verminderingen niet, terwijl ze dat bij kleine verhogingen van het hoofdingrediënt vaak wel vermelden, aldus de bond. ‘De fabrikanten zeggen dat ze óf de prijzen moeten verhogen óf het produceren goedkoper moeten maken. Wij noemen dat smoesjes.’

Voedselveiligheidexpert Wieke van der Vos, verbonden aan het Voedingscentrum, zegt dat er voor heel veel producten geen minimale norm geldt. ‘De wet zegt wel dat als iets in de naam van een product zit, het ingrediënt er ook daadwerkelijk in moet zitten. Er is alleen geen ondergrens.’ Uitzonderingen zijn er echter wel. Zoals bij chocoladehagelslag, waar een minimumhoeveelheid cacao in moet zitten.

Volgens Van der Vos kunnen verschuivingen in de verhoudingen van de ingrediënten in een product leiden tot ‘een gevoel van misleiding’. Noemt een producent iets bijvoorbeeld cranberrysap, dan moet er 100 procent cranberry in zitten. Staat er cranberrydrank op het pak, dan mag het ook 2 procent bevatten. ‘Wij adviseren consumenten om goed naar de ingrediëntenlijst van een product te kijken en niet te vertrouwen op een aantrekkelijke foto.’

In sommige gevallen kan de afname van het aandeel van het hoofdingrediënt nadelige effecten hebben op de gezondheid. ‘Neem bijvoorbeeld kibbeling of vissticks. Wij willen graag dat mensen vis eten, maar dan moet er minimaal 70 procent vis in een product zitten. Als bedrijven dan meer paneermeel toevoegen en minder vis, is dat een onwenselijke handeling.’ Albert Heijn verlaagde het aandeel vis in lekkerbekken van 75 naar 55 procent. Volgens de supermarkt omdat consumenten de dikkere laag paneermeel lekkerder vinden.