© Boumediene Belbachir

Turnster Dorien Motten: “Een hele opluchting dat Nina Derwael en ik alles hebben kunnen uitpraten”

Bilzen -

Het verhaal van gymnaste Dorien Motten (32) lijkt voor Hollywood geschreven, maar komt gewoon uit Bilzen. Terwijl boze krachten haar van haar passie probeerden weg te houden, vond Dorien de enige mogelijke weg om haar zin door te drijven: van nationaliteit veranderen. Straks gaat ze als Georgische naar het EK in Rimini. “Ik ben liever dood dan een leven te moeten leiden zonder turnen.”

Jo Smeets

Zeggen dat Dorien Motten een speciale is, zou een understatement zijn. Indrukwekkend hoeveel wilskracht en vechtlust er in zo’n frêle wezentje kunnen schuilgaan. Dat wordt duidelijk tijdens het gesprek dat we met haar hebben in thuishaven Bilzen. Op 2 mei neemt Dorien in Rimini deel aan het EK toestelturnen. Als Georgische, niet als Belgische, maar daarover later meer. Eerst willen we weten of ze klaar is voor dit EK. “Niet echt”, zegt ze. “Ik heb veel pech gehad. De elleboogblessure die ik een jaar geleden opliep tijdens een Davydova (sprongoefening, red.), heb ik helemaal fout ingeschat. Ik dacht: laten opereren, wat revalideren en ik ben in no time weer de oude. Maar dat bleek te optimistisch. Heel ambetant, want nú moet het gebeuren, nú moet ik mijn plaats voor de Olympische Spelen van Parijs zien te verdienen, maar ik vrees dat het nog te vroeg is. Ik heb ook veel meer stress dan anders.”

Misschien omdat het nu of nooit is.

“Hier moet ik je toch tegenspreken, want ik ben niet van plan om te stoppen na Parijs. Ik kijk enorm uit naar het einde van deze cyclus, zodat ik aan de volgende kan beginnen. Dan wil ik alles goed doen. Wat niet wil zeggen dat ik deze cyclus al heb opgegeven. Ik ga alles geven.”

© Boumediene Belbachir

En als het wél goed verloopt in Rimini, stop je dan?

“(snel) Nee. Gisteren zei mijn mental coach: ‘Dorien, gij zijt één procent van de bevolking. Ieder kind dat aan sport doet, zal zeggen dat het later professioneel atleet wil worden. En gij hebt dat bereikt.’ Dat deed me inzien dat ik dankbaar moet zijn dat ik dit leven kan leiden. Elke ochtend sta ik op en denk ik: ‘Yes, ik kan gaan trainen.’ Dus zolang mijn lichaam het aankan, blijf ik doorgaan.”

Daar zeg je het: zolang mijn lichaam het aankan. Op de Olympische Spelen van 2028 zal je 36 zijn, in de topsportwereld is dat stokoud.

“Georgia Rose Brown is ook al 30. Vanessa Ferrari is even oud als ik. Marta Pihan-Kulesza is 36. Oksana Chusovitina: 48 jaar! Wij kunnen misschien niet meer hard trainen, maar we kunnen wel smart trainen. Dat is een nieuw gegeven in onze sport: wij zijn de eerste generatie oma’s in de gymnastiek. En ik heb niet de indruk dat onze leeftijd ons tegenhoudt.”

De goesting van Dorien Motten

Je bent naar eigen zeggen een harde, maar wanneer heb je voor het laatst gehuild?

“Toen mijn mama is overleden, vier jaar geleden.”

Wat maakt jou ongelukkig?

“Als het niet goed gaat met turnen, als ik niet kan tonen wat ik in me heb.”

Wat maakt je boos?

“Onrecht. Als mensen niet krijgen wat ze verdienen, zeker als ik zie dat mensen die het niet verdienen, wél beloond worden.”

Vind je het niet jammer dat je niet onder de Belgische vlag naar Rimini kan?

Tja, ik heb zoveel tegenwind en problemen gehad in België, ik werd ondergewaardeerd, weggestopt… Alleen al om die reden ben ik trots dat ik voor Georgië kan turnen.”

LEES OOK. Dorien Motten gaat voor Georgië turnen: “In België zou ik nooit meer een kans krijgen”

Maar als we eerlijk zijn: je hebt toch helemaal niets met dat land?

“(lacht) Klopt, ik vond dat eerst ook een brug te ver, maar in België was ik uitgeprocedeerd. Een andere Europese nationaliteit aannemen was uitgesloten, omdat die procedures minimaal vijf jaar in beslag nemen. Dus is het Georgië geworden, omdat ze mij daar graag wilden en omdat ik zeker wist dat ik niet de plaats van een Georgisch meisje afpakte. De behandeling die ik in Georgië krijg, staat haaks op wat me hier te beurt is gevallen: ik krijg daar alle steun, de federatie heeft me met open armen ontvangen. De president van Georgië heeft beslist dat ik de Georgische nationaliteit kreeg, daar ben ik trots op.”

Bewijzen dat je de Belgische federatie niet nodig hebt om je dromen waar te maken, voelt dat als zoete wraak voor wat jou is aangedaan?

“Eigenlijk wel. Toen ik uit het nationale team stapte, heb ik gezegd: ‘Ik laat me mijn dromen niet afpakken.’ Ik ken meisjes die soortgelijke dingen hebben meegemaakt en daarna het turnwereldje gedegouteerd de rug hebben toegekeerd. Als ik dat had gedaan, had ik evengoed kunnen zeggen: ‘Jullie hebben gewonnen’, maar dat zit niet in mijn aard. Nu, door die blessure heb ik nog steeds niet kunnen tonen wat ik in me heb, maar ik hoop dat het moment ooit komt dat ik met opgeheven hoofd kan zeggen: ‘Ik wist dat ik gelijk had.’ Eigenlijk doe ik dat nu al. Ik laat zien dat ik België niet nodig heb en dat ik gewoon doorga.”

© Boumediene Belbachir

Op het EK loop je straks ongetwijfeld de Belgische delegatie tegen het lijf. Wordt dat een vervelend moment?

“Toen coaches Marjorie Heuls en Yves Kieffer nog niet ontslagen waren, stond ik doodsangsten uit voor zo’n ontmoeting. Als ik die twee zie, slaat de paniek toe en gaat mijn hartslag omhoog. Ik heb me daar echt op moeten voorbereiden. Daarom komt hun ontslag me goed uit. Bij de meisjes was het nog eventjes spannend. Ik zag Erika Pinxten, Maellyse Brassart en Nina Derwael voor het eerst terug op de World Cup van Caïro. Toen ze zagen dat ik gewoon goeiendag zei tegen de nieuwe coaches, was het ijs gebroken. Ik was vroeger redelijk goed bevriend met Nina, en het was dus een hele opluchting dat we alles hebben kunnen uitpraten. Die situatie heeft ons echt wel in twee verschillende kampen gestopt.”

“Het was een hele opluchting dat Nina Derwael en ik alles hebben kunnen uitpraten”

Dorien Motten

Nina Derwael verdedigde Heuls en Kieffer.

“Klopt, en ik begrijp ook waarom. Ze was een stuk jonger dan ik, en was helemaal mee. Toen ik jonger was, dacht ik ook dat het gedrag van die twee normaal was. Maar dat was het niet. Bij de minste misstap wist je: ik zit niet in het team. De meeste meisjes waren daar al van hun twaalfde, ik pas van mijn achttiende. Ik was dus al meer gevormd en ze hadden minder vat op mij. Als het duo weer begon met psychologische spelletjes, zei ik: ‘Meisjes, trap daar toch niet in.’ En daarom werd ik bijna altijd aan de kant gezet, ze pakten mijn dromen af. Dus ging ik mijn uiterste best doen om Heuls en Kieffer te pleasen, om toch maar in dat team te raken. En daardoor heb ik veel te veel láten gebeuren. Daar voel ik me nog altijd schuldig om. Ik was volwassen, de andere meisjes waren nog kinderen. Ik had voor hen moeten opkomen, maar dat durfde ik niet omdat ik dan mijn kansen verspeelde.”

Coaches Marjorie Heuls en Yves Kieffer. “Als ik die twee zie, slaat de paniek toe en gaat mijn hartslag omhoog”, aldus Dorien.© RR

Wat vond je het ergste?

“De frequentie, denk ik. We werden élke dag vernederd: “Ik weet waarom uw spagaat niet goed is want uw kont is te dik’, waarna er een klap op je achterste volgde. Een paar keer kan je daar tegen, maar niet dagelijks. Wat ze ook vaak deden, was iemand publiekelijk vernederen. Dan werd er een meisje met kniepijn uit de rij gepikt: ‘Weet iemand waarom zij kniepijn heeft?’ Ik zei dan voorzichtig: ‘We zijn al uren hard aan het trainen, het zal de vermoeidheid zijn.’ Meteen kwam het antwoord: ‘Nee Dorien, heb je die koe al eens goed bekeken? Kijk eens hoe dik zij is! Kijk eens naar haar kont.’ Heel de groep stond daar op te kijken en niemand durfde iets zeggen. Het was pure mishandeling. En waarom? Nina heeft topprestaties geleverd, maar ook met andere turnsters hadden we medailles kunnen halen. Die meisjes werden gewoon kapotgemaakt door dat duo. Ik kan geen enkel begrip opbrengen voor dat soort praktijken.”

Daarvoor heb je dus de Georgische nationaliteit aangenomen. Wie betaalt jouw vliegtickets?

“Georgië is niet meteen het rijkste land. Ze proberen me financieel tegemoet te komen, maar vaak moet ik uit eigen zak bijleggen. Lastig, want sinds ik gestopt ben als dierenarts, heb ik geen inkomen. Gelukkig heb ik de steun van papa en mijn man Thomas, hij is consultant en het is met zijn loon dat we het moeten doen.”

Lukt dat?

“Ja, maar gemakkelijk is het niet. Wij leiden geen luxeleven, gaan nooit op restaurant en ik geef heel weinig uit aan kledij. Ik heb vier jaar geprobeerd om mijn job als dierenarts te combineren met turnen, maar dat werd alsmaar moeilijker. Door deze stap te zetten, weet ik dat ik nooit meer spijt moet hebben omdat ik iets niet geprobeerd heb.”

© Luc Daelemans

Hoe kom je aan zo’n vastberaden persoonlijkheid?

“Mama vertelde vaak dat ik als kind geen nee accepteerde. Ik ben een pitbull die nooit loslaat. Maar omdat ik zo klein ben, zei ze vaak: ‘Je laat inderdaad nooit los, maar je bent een chihuahua.’ (lacht) Ik denk dat ik die karaktertrek van mijn opa heb, hij was verzetsstrijder. Vanuit Breendonk werd hij gedeporteerd naar een concentratiekamp. Aan het einde van de oorlog, toen het Russische leger oprukte richting Duitsland, is hij gevlucht met twee kompanen. Een van hen is neergeschoten, maar mijn opa heeft het wel gehaald. Door zijn vechtlust en doorzettingsvermogen. Zo ben ik ook.”

Ben je een onrustig persoon?

“Een Duracell-konijn. Als ik niet kan trainen, breek ik het kot af. Daarom was mama vroeger zo blij dat ze mij kon loslaten in de turnzaal. En als ik dan na drie uur trainen thuiskwam, trainde ik op mijn eentje nog wat verder in de tuin.”

En dan ook nog goed studeren.

“’s Ochtends trainen van zeven tot elf. Van elf tot drie ging ik naar de les, en van drie tot acht was het opnieuw training. Die les tussendoor zag ik als ontspanning, dat studeren ging me bijzonder makkelijk af. Dierengeneeskunde was dan ook iets dat me ontzettend interesseerde.”

© Luc Daelemans

Heeft dit Duracell-konijn ook wel eens een mindere dag?

“Soms. Toen ik die blessure opliep én mijn mama verloor, heb ik heel diep gezeten. Mama was mijn coach én mijn beste vriendin. Een vriend van mij, die psychiater is, zei: ‘Jouw mama is overleden, je kwam in die storm in de turnwereld terecht, je bent van nationaliteit veranderd en toen ging jouw elleboog uit de kom, de dag vóór je naar je eerste World Cup zou vertrekken! Dorien jong, wat gij allemaal hebt meegemaakt! Je zit hier dan wel met een big smile, maar zijt ge wel oké?’ Ik vond dat een rare vraag, maar een paar dagen later kwam de klap en wist ik: ‘Ik ben helemaal níet oké, en ik weet niet of ik hier ooit nog uit raak.’ (denkt na) Wat me heeft rechtgehouden, was het turnen. Die zaal ingaan en ónze dromen waarmaken: niet alleen mijn dromen, maar ook die van mama.”

Jouw moeder was 57 en kerngezond, maar toch overleed ze in haar slaap. Heb je je nooit afgevraagd wat de oorzaak van haar overlijden was?

“Tuurlijk wel. Het gebeurde middenin de coronaperiode: de ziekenhuizen lagen vol, er was paniek, dus is er nooit beslist om een autopsie te laten uitvoeren. De huisarts vermoedt dat het een hartaanval was. Ik ontmoette mijn ouders tijdens corona elke ochtend in hun tuin en wandelde daarna door naar het sportcentrum. Elke keer vroeg ik vanop veilige afstand: ‘Mama, alles oké?’ Die laatste dag had ze schoenen voor me gekocht, eigenlijk waren die voor mijn verjaardag enkele maanden later. Ik stelde voor dat ze me die schoenen pas op mijn verjaardag zou geven, maar mama zei: ‘Nee nee, pak ze nu maar mee’, alsof ze toen al wist dat ze mijn verjaardag niet zou halen. Die schoenen, nog eens wuiven vanachter het raam, dat is de laatste herinnering die ik heb aan mama.”

© Boumediene Belbachir

Ben je een harde?

“Turnen is: vallen en opstaan. Ik val elke dag twintig keer op mijn gezicht, letterlijk. Het is continu falen en maar twintig procent is succes. Om te turnen moet je over een enorme veerkracht beschikken, dus ja, je moet zeker wel hard zijn. Ik ben ook hard voor Thomas. Ik kan het niet hebben dat hij flauw doet als hij ziek is. Mijn mama was ook zo: suck it up en doordoen. Misschien is dat haar fataal geworden: dat ze zich niet goed voelde, maar dat niet wilde zeggen. Ze was niet de liefste mama, maar wel de beste mama. Zij heeft me gemaakt tot wat ik ben, en daar ben ik dankbaar voor. Zonder me te mishandelen, voor de duidelijkheid, dat hebben die anderen wel gedaan.”

En nu is Thomas jouw coach. Wéér iemand die dicht bij jou staat.

“Dat werkt goed. Thomas staat achter mij, ik hoef hem van niks te overtuigen. Als powerlifter kan hij me goed helpen met mijn training- en voedingsschema’s. Wij vullen mekaar enorm goed aan: ik ben fel, hij is de rust zelve. In ’t begin was ik bang dat die tegengesteldheid het einde van onze relatie zou betekenen, want ik kan enorm vermoeiend zijn. Ik stop simpelweg niet met praten, maar blijkbaar heeft Thomas nergens last van. (lacht) Hij moet al zijn verlof opnemen om met mij mee naar de wedstrijden te kunnen gaan. Soms zeg ik tegen mezelf: ‘Dorien, zijt toch maar een beetje dankbaar, want zo’n gek vind je nooit meer.’”

Met haar man Thomas.© RR

Waar hebben jullie mekaar leren kennen?

“Dertien jaar geleden, in de bibliotheek van de UHasselt, een maand voor ik vertrok naar het nationale team. Tijdens mijn laatste examenperiode. Een maand lang zaten we in die hokjes naast mekaar te studeren, dat was het begin.”

En dit jaar volgde het huwelijk. Hoe heeft Thomas jou gevraagd?

“Romantiek is niet echt aan ons besteed, dus zou ik het vreemd hebben gevonden als Thomas voor mij op zijn knie was gegaan. Als hij me bloemen zou geven, zou ik meteen denken: ‘Wat hebt ge mispeuterd?’ Ik hou ook niet van emotionele mannen. Daarom heb ik tegen Thomas gezegd: ‘Ge gaat niet staan janken tijdens de plechtigheid, hé!’ Toen ik naar de World Cup in Doha moest, mocht ik niet samen slapen met Thomas als we geen officieel koppel waren. En voor een extra hotelkamer ben je daar al gauw 1.800 euro kwijt. Dus zijn we maar getrouwd. Aanvankelijk zouden we het zonder feest doen, we maakten zelfs grapjes dat we in ons trainingspak zouden trouwen, maar uiteindelijk veranderden ook die plannen.”

© Boumediene Belbachir

Hoe ziet jouw toekomst eruit? Word je straks weer gewoon dierenarts? Zie je jezelf mama worden?

“De turnzaal is mijn happy place, dus in de toekomst zou ik graag coachen. (denkt na) Misschien zal het sommige mensen choqueren, maar als je mij op dit moment laat kiezen tussen een leven zonder turnen en geen leven, dan kies ik voor het tweede. Als ik morgen niet meer zou mogen turnen, heeft mijn bestaan geen enkel nut meer. Nee, laat me dan maar dood zijn. En wat kinderen betreft: ik zeg al mijn hele leven dat ik er geen wil. Ik zou voortdurend de controle willen, dus het lijkt me geen goed idee om moeder te worden. Ik raak al in paniek als er iets scheelt met mijn kat!”

3 tips van Dorien Motten

Boek: Memoires of a geisha

Memoires of a geisha vind ik een prachtig boek. Niet voor de literaire kwaliteiten of wat dan ook, maar ik vind het gewoon een mooi verhaal. Ook de verfilming is meer dan de moeite waard.”

Serie: Stranger things

“Ik ben helemaal zot van Stranger things. Die serie trekt mij uit de realiteit, en dat is fijn voor iemand die heel moeilijk tot rust kan komen. Als ik naar een aflevering kijk, ben ik een uur lang op een andere plaats.”

Horeca: Het Magazijn

“Het Magazijn in Bilzen, waar we onze huwelijksreceptie hebben gehouden, is een echte aanrader. Het eten is er bijzonder lekker en de service is top.”

Korenstraat 2 in Bilzen. Info: hetmagazijn.be
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer