Terug naar de krant

In Utrecht leer je hoe je een plofkraak in Duitsland kunt zetten

Leeslijst achtergrond
Misdaad Zestien Nederlandse plofkrakers staan sinds deze week voor de Duitse rechter. Duitse automaten zijn slechter beveiligd en een geliefd doelwit, maar de misdaad is opvallend vaak terug te voeren tot de stad Utrecht. Daar stond zelfs een ‘plofkraakschool’. De gemeente wil ex-plofkrakers op het rechte pad brengen en betere samenwerking met Duitsland.
Leeslijst

Wat is het nieuws?

Wat is het nieuws?

  • Er is te weinig samenwerking tussen Duitsland en Nederland in de aanpak van plofkraken. Dat stelt de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma (PvdA) tegenover NRC. Vooral op het gebied van preventieve maatregelen trekken de landen te weinig met elkaar op, terwijl juist daar volgens betrokkenen de sleutel tot succes ligt.
  • Elk jaar worden er in Duitsland honderden plofkraken gepleegd, vooral door Nederlanders. Duitse banken nemen, ondanks aandringen vanuit Nederland, geen effectieve maatregelen, zoals het met lijm onbruikbaar maken van bankbiljetten in de geldautomaat.  
  • Dijksma zegt dat intensieve begeleiding van gearresteerde plofkrakers nieuwe plofkraken kan voorkomen. Daardoor blijven ze op het rechte pad, en kan voorkomen worden dat bekenden van de daders, zoals broers, ook plofkraken plegen.
  • Volgens een overzicht van de politie is de kans op een succesvolle plofkraak in Nederland tussen de 0 en 5 procent, en in Duitsland tussen de 60 en 70 procent.  In Nederland neemt het aantal plofkraken al jaren af.

Een plofkraak in Duitsland begint vaak in Kanaleneiland of Overvecht. Twee Utrechtse wijken met hoge flats. Kwetsbare wijken, de economisch zwakste van de stad. Er wonen jonge mannen die grote risico’s willen nemen, vanwege de kans op tienduizenden euro’s cash.

Die jonge mannen zitten meestal met zijn drieën in een supersnelle auto, een Audi vaak. Iemand die het explosief kan vastmaken aan de pinautomaat. Iemand die het explosief laat ontsteken. En een chauffeur.

Het moment om toe te slaan is ’s nachts. Soms rijden ze meteen vanuit Utrecht naar een pinautomaat, soms is hun uitvalsbasis een verlaten, Duits boerderijtje in de buurt. Het explosief hebben ze zelf gemaakt, met als basisingrediënt Cobra’s: zwaar illegaal vuurwerk, dat in het buitenland besteld kan worden.

Ze stappen uit en wrikken met een koevoet de geldautomaat open. Met een soort pizzaschep plaatsen ze daar het explosief in – de inhoud van soms wel acht Cobra’s is erin verwerkt. Er zit een ontsteker in, via draden wordt het geheel tot ontploffing gebracht. Als de kluis opent, zijn lades zichtbaar, met bankbiljetten. Samen trekken ze die eruit en doen het geld in een zak. Briefjes van 10, 20, 50 en in Duitsland vaak ook van 100 en 200 euro. Hoeveel dat er zijn, is elke keer anders. Maar een buit van tussen de 100.000 en 200.000 euro is geen uitzondering. Binnen drie minuten zijn ze weer weg.

Ze stappen uit en wrikken met een koevoet de geldautomaat open. Met een soort pizzaschep plaatsen ze daar het explosief in – de inhoud van soms wel acht Cobra’s is erin verwerkt

Ze rijden in één ruk terug, met snelheden boven de 250 kilometer per uur. Ze kennen de route uit hun hoofd, hun telefoons en dus de navigatie zijn uitgeschakeld. Ze weten waar de flitspalen staan en remmen dan even af. Ze tanken niet, want ook bij tankstations staan camera’s. Benzine nemen ze mee in jerrycans – een lege tank vullen ze razendsnel bij. Terug in Utrecht wordt de buit verdeeld. Als ze tenminste niet gepakt worden door de politie.

Voor de Duitse rechter

Een gewone rechtszaal was te klein voor het grootste Duitse plofkraakproces ooit. Dus zitten zestien jonge mannen – bijna allen uit Nederland – deze donderdag 25 april in een gymzaal in Bamberg, een Beierse stad zestig kilometer boven Neurenberg. De rechters zitten onder het klimrek en elektronisch scorebord, in de hoek een basketbalring. De zittingszaal van het proces bevindt zich op het oefenterrein van de Duitse federale politie, dat is veranderd in een vesting. Hoge hekken met prikkeldraad erbovenop omringen het complex.

De Nederlanders, mannen tussen de 25 en 41 jaar, komen onder meer uit Utrecht, Houten, Soesterberg, Amersfoort en Roermond. Ze worden verdacht van het plegen van plofkraken bij Duitse geldautomaten tussen 2021 en 2023, onder meer in de buurt van Bamberg. De mannen zouden een plofkraakbende hebben gevormd en worden voor zo’n dertig strafbare feiten vervolgd. Ze maakten ruim 6 miljoen euro aan bankbiljetten buit. De straffen die ze kunnen krijgen: tussen de één en tien jaar cel.

Bij Stuttgart, november 2023: na botsing komt een tegenligger om het leven.
Uhingen, februari 2022, ATM in een supermarkt.

Foto’s ANP/Imago Stock & People GmbH, ANP/DPA Picture-Alliance

Ook voor een Duits proces zijn de veiligheidsmaatregelen ongebruikelijk. De boodschap is duidelijk: dit is een belangrijk proces, met gevaarlijke mannen. Eén voor één worden de zestien de gymzaal binnengeleid, langs een haag van cameraploegen. Elke verdachte heeft een agent aan zijn zijde. Het ijzer rinkelt, hun handen zijn geboeid aan een dikke leren riem om hun middel, de voeten van elk van de verdachten zitten ook geboeid aan elkaar. Ze dragen dure jeans en truien. Op een trui van een van hen staat: ‘In gold we trust’. Elke verdachte wordt vastgeboeid aan een tafeltje, waaraan hun advocaat zit. Omdat de verdachten niet gefilmd willen worden, houden ze de dossiers voor hun gezicht. Eén van hen heeft de hoes van de laptop van zijn advocaat op zijn hoofd gezet.

Op de tribune van de gymzaal, waarvoor een net is gespannen, zitten familieleden. Ze roepen de naam van hun geliefden. Een van de verdachten lacht naar zijn familie achter de rug van agenten langs. De vrouwen met wie hij contact maakt, drogen hun ogen. Zijn duim gaat omhoog. „Komt goed, komt goed”, roept een ander. De mannen antwoorden in het Nederlands op vragen van de rechter. Eentje heeft op de hogeschool economie afgemaakt, een ander werkte in de transportsector.

De mannen die in Bamberg terechtstaan zijn lang niet de enige Nederlanders die in Duitsland plofkraken zouden hebben gepleegd. Tientallen gingen hen voor. En, daar twijfelt niemand aan, tientallen zullen hen volgen.

Meer Duitse plofkraken

Dat er wordt gesproken over een plofkraakbende betekent niet dat er sprake is van een strak geleide organisatie, met leiders en uitvoerenden. Plofkrakers vinden elkaar in de wijk, er ontstaan gelegenheidscoalities van jongens die samen in een auto naar Duitsland rijden, ieder met een eigen taak.

Bovenaan de piramide staat een aantal ervaren plofkrakers. Ze stappen zelf niet meer in de auto – te gevaarlijk – maar gaan over de financiering. Ze organiseren en bedenken. Ze kiezen een Duitse geldautomaat uit, die zijn slechter beveiligd en zijn beter gevuld dan die in Nederland, omdat Duitsers vooral met cash geld betalen. Ze zorgen dat een auto wordt gehuurd of gestolen, regelen nep-kentekenplaten en een locatie waar de buit naartoe kan. Ook belangrijk: ze ronselen het ‘kanonnenvoer’: de jonge mannen die nog wél het risico op een ongeluk willen nemen.

Elk jaar worden er honderden pinautomaten in Duitsland opgeblazen. Vorig jaar ging het om 367 plofkraken, het jaar ervoor waren het er 442. In Nederland neemt het aantal plofkraken juist af: in 2019 waren er 95, vorig jaar nog 8. Het opblazen van geldautomaten in Duitsland is bijna altijd terug te voeren op Nederlandse daders, vaak uit de regio Utrecht. In 2023 werden 137 Nederlanders opgepakt voor het zetten van een plofkraak, het hoogste aantal in de afgelopen vijf jaar. Volgens de politie is er in 2023 tussen de 15 en 20 miljoen euro buitgemaakt.

Achter de cijfers is nog een verschuiving te zien: net over de grens worden geldautomaten steeds beter beveiligd, dus trekken plofkrakers verder naar het oosten. Naar Beieren bijvoorbeeld. Maar ook het aantal plofkraken in Zwitserland en Oostenrijk neemt toe.

NRC sprak de afgelopen weken met vier plofkraakspecialisten van de politie in Duitsland en Nederland, en met vijf ambtenaren die zich in de gemeente Utrecht met het onderwerp bezighouden. Sommige ambtenaren worden niet bij naam genoemd, vanwege de gevoeligheid van het onderwerp.

Het beeld: plofkraken zetten komt al tien jaar voor en zorgt al die jaren voor overlast en slachtoffers in Duitsland. Het leidt tot zorgen bij Nederlandse autoriteiten om jonge mannen die via een plofkraak voorgoed in de georganiseerde misdaad rollen. Het opblazen van een geldautomaat is onvoorspelbaar en impulsief, maar tegelijkertijd berekenend en gecontroleerd: de voorbereiding is vaak uiterst professioneel. De oplossing, zo stellen betrokkenen, is een combinatie van repressie en preventie. Hierbij kunnen Duitsland en Nederland niet zonder elkaar, en toch is er jarenlang te weinig samengewerkt.

Bovenaan de piramide staat een aantal ervaren plofkrakers. Ze stappen zelf niet meer in de auto – te gevaarlijk – maar gaan over de financiering

Zo is nu niet helder, aldus burgemeester van Utrecht Sharon Dijksma (PvdA), welke Nederlandse plofkrakers in een Duitse cel zitten en ontbreekt de mogelijkheid voor re-integratieambtenaren van de gemeente om hen te bezoeken. „We krijgen nu mensen terug in onze samenleving die we niet in beeld hebben en die een groot misdrijf op hun geweten hebben. Wij hebben een speciale aanpak voor plofkrakers, maar deze groep komt daar nu niet in. Daardoor is het risico groter dat ze afglijden in de criminaliteit, of dat ze familieleden negatief beïnvloeden.”

Re-integratie

Beng. Beng. Het ritmische geklap van een scheenbeen tegen een bokszak vult de ruimte van de Utrechtse The Colosseum Gym. Drie boksringen, een grote MMA-ring (Mixed Martial Arts), veertig bokszakken. Hier trainen ex-plofkrakers die in de gevangenis hebben gezeten, als onderdeel van een programma van de gemeente Utrecht. Met als doel een baan buiten de criminaliteit.

In de sportschool staat Daan Kortland, een boomlange gestalte die bij de begroeting je hand probeert fijn te knijpen. „Geen probleem”, had Kortland gezegd toen de gemeente vroeg of ze „extreme probleemjongeren” aan zouden kunnen. Er lopen twee programma’s in samenwerking met de sportschool: een landelijke pilot, uitgevoerd door de gemeente, waarbij gedetineerden in, tijdens en na hun detentie intensief worden begeleid, en een ‘persoonsgerichte aanpak’ vanuit de gemeente zelf. In Utrecht gaat het om zo’n tweehonderd jonge mannen. Aanleiding is een analyse uit 2020 van de gemeente, waaruit bleek dat er zo’n vijftig ‘criminele clusters’ in de stad actief zijn, die te linken zijn aan drugscriminaliteit en geweld, en waarvan een deel zich heeft gespecialiseerd in plofkraken.

„Het moeten wel jongens zijn die zélf willen veranderen”, zegt Kortland. De sleutel is volgens hem het loslaten van trots, van de straatcultuur ook. Een nieuw leven buiten de criminaliteit betekent werken voor relatief weinig geld en daar tevreden mee leren zijn. Dat lukt niet altijd. „Sommige gasten stoppen met sporten, en die verdwijnen waarschijnlijk toch weer in de criminaliteit.”

Plofkraakschool

De sportschool staat aan de rand van Overvecht. Dit is plofkraakgebied: op het bedrijventerrein ertegenover zat een andersoortige school, verstopt in een steegje, tussen de Utrechtse Taxi Centrale en een garage in. Je loopt er zo langs, als je niet weet dat je achter het metalen hek moet zijn. Hier, achter een witgeschilderde deur, zat twee jaar lang een plofkraakschool. Jonge jongens uit Overvecht leerden hier hoe je het beste een plofkraak kon zetten.

In die garagebox in Utrecht stond een pinautomaat, precies zo eentje als in tientallen Duitse plaatsjes. Alles was er aan gedaan om de garagebox in Overvecht zoveel mogelijk te laten lijken op Nedersaksen bij nacht. In de Utrechtse garagebox oefenden jonge mannen met een explosief en de pinautomaat. Wat was de beste methode? Van het geheel werden instructiefilmpjes gemaakt voor de rest van de groep.

Het trainingskamp voor Utrechtse plofkrakers werd uiteindelijk ontdekt. Mede doordat er een 23-jarige Utrechter ’s nachts, tijdens een proefsessie, om het leven kwam na een explosie. De knal was zo hard dat een medewerker van de taxicentrale van schrik naar buiten rende. De hele voorgevel lag eruit. Vorig jaar werden vijf mannen en een vrouw veroordeeld tot gevangenisstraffen tot vijf jaar.

De opleiding toont volgens Esther Jongeneel, manager veiligheid en zorg bij de gemeente Utrecht, hoe professioneel de organisatie achter de plofkraak is. En ook dat er mannen zijn die andere jongens opleiden, zodat ze zelf het risico niet hoeven te lopen. Het begint klein: „Dan worden ze gevraagd mee te gaan naar de McDonald’s, hun hamburger wordt betaald”, zegt Jongeneel. „Daarna brengen ze een pakketje weg, dealen ze kleine hoeveelheden drugs.”

Omdat de Utrechtse misdaadcultuur zich deels heeft gespecialiseerd in de plofkraak, is dat vaak de volgende stap – zoals het in Rotterdamse wijken vaak gaat om het uithalen van drugs uit de haven en in Brabant om het fabriceren van synthetische drugs. Jongeneel: „Ze worden bijvoorbeeld gevraagd om voor duizend euro op de uitkijk te staan in voorbereiding op een plofkraak. Dat is voor veel jongeren verleidelijk.”

In de wijk weten ze van elkaar wie er goed kan rijden of wie het lef heeft een explosief op te hangen. „Voor je het weet”, zegt ze, „zit je in een auto op weg naar Duitsland.”

Bij Stuttgart, november 2023: na kraak een ongeluk met vluchtauto – botsing met tegenligger.
Mei 2023, Hesse, bij Frankfurt, filiaal van Volksbank.

Foto’s ANP/Imago Stock & People GmbH, ANP/DPA

Nee zeggen is ingewikkeld, weet Jongeneel. Veel Utrechtse plofkrakers hebben familie die hetzelfde doen. En: een aanzienlijk aantal van de plofkrakers heeft een licht verstandelijke beperking – volgens niet-openbare gegevens van de gemeente gaat het zelfs om 40 procent.

Niet dat alle plofkrakers tegen hun zin op weg naar Duitsland gaan. Sommige jonge mannen willen zélf niets liever dan een auto in, vertelt Mathijs Zwinkels, die bij de gemeente Utrecht de re-integratie van onder meer plofkrakers begeleidt en tientallen van hen in de gevangenis sprak. In de wijk, zegt Zwinkels, weet iedereen van elkaar wie er geld verdient met plofkraken of drugshandel. „Jongens die een beetje dealen, of uit huizen stelen, willen soms meer. En dan weten ze: dan moet ik dát groepje hebben. Ze proberen met ze in contact te komen, bij een theehuis, autodealer, de kapper. Zo begint het.”

De redenen kunnen verschillen. Soms opent zo’n kraak deuren: plofkrakers kunnen daarna investeren in drugslijnen. Soms is het hun laatste klus, omdat ze, zeg, een lunchroom willen openen. Soms willen ze gewoon die mooie auto, die schoenen, en die dure jas, want dat dwingt respect af op straat. „In sommige Utrechtse wijken wordt het dragen van goedkope kleren gezien als je eigen schuld”, zegt Zwinkels. „Want er zijn genoeg kansen om geld te ‘maken’, als je maar het lef hebt om die te pakken. Veel plofkrakers investeren hun winst daarom veelal in wat ik ‘leefgeld’ noem: kleren, auto’s en tegenwoordig ook fatbikes.”

Soms willen ze gewoon die mooie auto, die schoenen, en die dure jas, want dat dwingt respect af op straat

Wat meespeelt, is dat een plofkraak voor veel jonge Utrechters voelt als een misdrijf zonder slachtoffers. Want wie heeft er medelijden met de banken, die immers geld genoeg hebben en die toch verzekerd zijn? De explosie vindt ver weg plaats, over de grens, waar men een andere taal spreekt, ver weg van vrienden en familie.

Vluchtsnelheid: 250 km/u

Maar zo’n kraak leidt wel degelijk diepe sporen na. In het Beierse dorp Zapfendorf bijvoorbeeld, vlak bij Bamberg. Het dorp ligt dicht bij de Autobahn, op zo’n 600 kilometer van Nederland. Hier werd begin 2022 de Sparkasse opgeblazen door verdachten uit de Bamberg-zaak. De buit: 109.000 euro. Ulli Saridzic, die op zeventig meter van de Sparkasse woont, viel bijna uit bed tijdens de explosie, herinnert ze zich. De volgende dag zag ze de schade: alle ramen waren kapot, overal brandweermannen en politie. Boven de bank bevinden zich twee appartementen, de bewoners moesten worden geëvacueerd. Pas na een jaar kon de bank weer open. Saridzic is van de impact geschrokken. „Ik zou niet boven zo’n bank durven wonen nu ik weet dat dit kan gebeuren.”

Stuttgart eind 2023, politie kraakt automaat als proef
Foto ANP/DPA

In 2016 kwam een vluchtende Nederlandse plofkraker om het leven, na een kraak vlak over de grens bij Emmen. In 2020 stierven twee mannen uit Nieuwegein na een plofkraak in Emmerich. Ze vluchtten en botsten op een vrachtwagen. Vorig jaar verdronk een 25-jarige Utrechter, na een plofkraak belandde de vluchtauto in een rivier. Afgelopen november knalde een vluchtende Volkswagen met Nederlandse plofkrakers in het zuidwesten van Duitsland op een bestelbusje, waarvan de 45-jarige bestuurder omkwam. In de Volkswagen werden explosieven gevonden, plus de buit van een plofkraak in Wiernsheim: 40.000 euro.

Volgens Alexander Gross, een hoofdinspecteur van politie in Beieren, zijn de vluchtende auto’s met plofkrakers door de combinatie van benzine, explosieven en een vluchtsnelheid van ruim 250 kilometer per uur „verschrikkelijk gevaarlijk. Wat denk je dat er gebeurt als ze in botsing komen met een tegenligger? En wat als het een gezin met kinderen betreft?” Volgens Gross ligt de prioriteit van de Duitse politie vooral bij het stoppen van het gevaar voor burgers.

In 2016 kwam een vluchtende Nederlandse plofkraker om het leven, na een kraak vlak over de grens bij Emmen. In 2020 stierven twee mannen uit Nieuwegein na een plofkraak in Emmerich

Volgens Christa Lübbers, die bij de politie in Noordrijn-Westfalen een commissie tegen plofkraken leidt, speelt anonimiteit een rol. „Ze zijn in een vreemd land, waar ze niemand kennen. Ik ben er van overtuigd dat dat meespeelt. Dit doe je ‘thuis’ toch minder snel.”

In Noordrijn-Westfalen, de Duitse deelstaat van Lübbers, hebben ze vanwege het grote gevaar een vergaand besluit genomen dat in mei 2022 inging. Lübbers: „Sindsdien staken we de achtervolging zodra plofkrakers de snelweg hebben bereikt. We willen ze niet de dood injagen.” Het enige wat volgens Lübbers op dat moment nog verantwoord is, is de Nederlandse politie informeren en een helikopter zo hoog laten meevliegen dat de overvallers de aanwezigheid daarvan niet opmerken. „We willen de plofkrakers beschermen, maar ook onschuldige burgers.”

Berouw komt na de zonde

In Utrecht merken ambtenaren van de gemeente dat plofkrakers zich pas realiseren wat ze hebben gedaan als ze vastzitten. Dan komt er besef en schuldgevoel. Dat wil men veranderen: daarom is er in de gemeentelijke preventieprogramma’s ook plaats voor jonge mannen die nog niet zwaar de fout in zijn gegaan, maar wel in de risicogroep vallen.

Eén van hen, een negentienjarige jongen, loopt met zijn muts op door sportschool The Colosseum Gym. Een grote, zilveren schakelketting hangt over zijn trui met capuchon. Hij is eventjes gestopt met trainen, omdat hij sinds kort drie dagen per week werkt in een restaurant en dat lastig kon combineren met sport. De jongen wil wel vertellen hoe hij de criminaliteit is ingerold. Vanwege zijn privacy wil hij niet dat zijn naam gepubliceerd wordt.

Het begon toen hij een jaar of veertien was, hij raakte verslaafd aan wiet. Hij ontmoette andere jongens en zag dat een aantal van hen „wel veel geld maakte”. Hij stal pakjes sigaretten, telefoons. „Ik had geen zin om te werken, en had geld nodig. En als je het niet gaat doen: je matties zijn daar, toch? Mensen gaan zeggen: waarom durf je dat niet?”

Bij Hamburg, november 2022: plofkraak in bank.
Bad Vilbel, vlak bij Frankfurt, mei 2023

Foto’s DPA/Picture Alliance via Getty Images

Op zijn zestiende kwam hij in contact met twee twintigers. Via hen ging hij hasj dealen. Hij verdiende er zo’n duizend euro per week mee. Hij werd agressiever, begon vaak vechtpartijen. Hij verhuisde naar Utrecht en belandde daar uiteindelijk in het programma van de gemeente. Inmiddels heeft hij dus een baan. Toch is het moeilijk. „Een stapje terugzetten naar normale dingen doen is saai, het duurt lang, je verdient veel minder. Ik moet nu vier weken wachten totdat ik geld heb, dan maak ik me helemaal gek in mijn hoofd. Ik wéét dat dit de goede weg is, maar het voelt soms heel anders.”

Toch zet hij door. Zijn boodschap? De criminele wereld is dichtbij, je zit er zo middenin. „Het is echt niet moeilijk. Iedereen kent wel iemand en die kent weer de gekste uit de wijk. Die bellen je voor een klusje. Zo snel kan het gaan.”

Per jaar gaan zo’n 750 mensen na vrijlating uit de gevangenis (weer) wonen in Utrecht. Een deel van hen heeft een plofkraak gepleegd en krijgt intensieve begeleiding, waarbij ook de thuissituatie in beeld wordt gebracht: hebben ze bijvoorbeeld broertjes? Als wijkagenten jonge mannen een aantal keer met de verkeerde groep zien rondhangen, is dat ook een signaal. „Betaald werk is vaak de oplossing”, zegt Mathijs Zwinkels van de gemeente Utrecht. „Maar daarbij moeten we hen helpen. Veel jongens weten helemaal niet wat ze moeten doen als ze bijvoorbeeld machinist willen worden.”

Maar informatie over plofkrakers die in Duitsland vastzitten ontbreekt. Vorig jaar bezocht burgemeester Sharon Dijksma deelstaat Noordrijn-Westfalen. Ze wilde toen al dat Utrecht een overzicht zou krijgen van Nederlandse plofkrakers achter Duitse tralies, zodat haar ambtenaren die groep meteen zouden kunnen bezoeken in het kader van het re-integratieprogramma. Toch is er nog niks veranderd. „Dat vind ik een kwalijke zaak. Op deze manier missen we gewoon de kans om iets te doen wat écht zijn effect heeft op de oplossing van dit probleem.”

Als wijkagenten jonge mannen een aantal keer met de verkeerde groep zien rondhangen, is dat ook een signaal

Ook op het gebied van geldautomaten kan Duitsland nog leren van Nederland, zegt Jos van der Stap, nationaal coördinator overvallen bij de landelijke eenheid van de politie. Van der Stap stelt dat Nederlandse automaten werken met sensoren en lijm, waardoor bij een explosie al het geld aan elkaar plakt en onbruikbaar wordt. Duitse geldautomaten hebben dat systeem nog niet overgenomen. Wel investeerden Duitse banken naar eigen zeggen ruim 300 miljoen euro aan veiligheidsmaatregelen, zoals betere sloten, minder geld in de automaten en verf die biljetten onbruikbaar moet maken.

Volgens politieman Van der Stap is dat niet genoeg. Hij wijst op het percentage plofkraken waarbij geld wordt meegenomen, volgens een berekening van de Nederlandse politie. In Nederland tussen de 0 en 5 procent, in Duitsland tussen de 60 en 70 procent. „Als de kans op een buit groot blijft”, zegt Van der Stap, „zullen de plofkraken in Duitsland niet ophouden.”

Hamburg, oktober 2023, filiaal van Postbank
Foto ANP/DPA

Wel zijn Duitse en Nederlandse rechercheurs beter gaan samenwerken in politieonderzoeken naar plofkraken. De samenwerking, die uitmondde in de rechtszaak in Bamberg, begon in 2022. Toen volgden Nederlandse agenten een voertuig waarvan ze vermoedden dat dit was gebruikt tijdens een plofkraak. De auto bleek gestald te worden in een Limburgse garagebox, die in verband werd gebracht met mannen uit de regio Utrecht. Het werd een gezamenlijk onderzoek: bij de arrestaties, vorig jaar januari en september, was zowel Nederlandse als Duitse politie aanwezig.

Het Openbaar Ministerie in Bamberg gaat ervan uit dat de daders een vast patroon volgden. Vanuit de garage zouden ze tussen november 2021 en mei 2022 geldautomaten hebben opgeblazen in heel Duitsland, van de Zuid-Duitse streek Allgäu tot in een Berlijnse buitenwijk. Ze vertrokken vaak vanuit Limburg, met gestolen kentekenplaten, gingen de grens over via de N280 die kort daarna uitmondt in het dichte Duitse snelwegennetwerk.

Het Openbaar Ministerie in Bamberg gaat ervan uit dat de daders een vast patroon volgden

Aanvankelijk zijn voor het proces 76 zittingsdagen gepland. Maar de advocaten van de verdachten zijn er enorm verbolgen over dat ze het enorme dossier pas een dag voor het proces hebben gekregen en dat het te groot was om te downloaden. Ook de rechter heeft daar kritiek op. Er volgt overleg achter gesloten deuren, waarna de rechter besluit: het proces gaat verder in mei.

Volgens de Duitse advocaat Christoph Pawlowski, die een van de verdachten bijstaat, willen Nederland en Duitsland wanhopig een vuist maken in Bamberg. „Ik heb het idee dat ze met deze zaak een statement willen maken, zo van: wij pakken dit keihard aan. Daarom maken ze er zo’n grote zaak van.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 26 april 2024.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in