Direct naar artikelinhoud
Biodiversiteit

Natuurbehoud loont en verbetert de biodiversiteit

Rangers aan het werk in Virunga National Park, Congo. Rangers spelen een belangrijke rol in het bewaken van beschermde natuurgebieden, een van de onderzochte onderdelen van de meta-analyse.Beeld Photo by Bobby Neptune

Een steun in de rug voor iedereen die ijvert voor natuurbescherming. Een grote internationale studie wijst uit dat natuurbehoud loont en de biodiversiteit verbetert.

In een tijd van grote zorgen over de dramatisch afnemende biodiversiteit wereldwijd, publiceert toonaangevend wetenschappelijk vakblad Science donderdag een hoopgevende studie. Natuurbescherming werkt. Meestal.

Twee derde van de goed onderzochte wereldwijde projecten op het gebied van natuurbehoud hebben een positief effect op de biodiversiteit, of vertragen op z’n minst de achteruitgang van de natuur, laat een internationaal team van wetenschappers zien. We doen er alleen niet genoeg van, zeggen ze er meteen bij. Opschalen, is dus het devies.

Belangrijk signaal

Wereldwijd worden elke tien jaar doelen vastgesteld om de achteruitgang in biodiversiteit te keren, zoals in 2022 nog tijdens de VN-biodiversiteitstop in Montreal. Die worden steevast niet gehaald, stellen de onderzoekers vast. “Maar dat komt dus niet omdat wat we doen niet effectief is”, concludeert Han Olff, hoogleraar ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, op basis van deze studie. “Deze studie geeft een belangrijk signaal af: wat we doen, doen we goed.” Er moet juist veel meer in biodiversiteitsherstel geïnvesteerd worden, zeggen de onderzoekers.

De wetenschappers baseren zich op een zogeheten meta-analyse van 186 studies naar de effecten van natuurbescherming. Het voordeel van zo’n analyse is dat een hele kluit aan studies wordt samengebald, waardoor robuuste effecten komen bovendrijven. De gekozen studies beslaan een waaier van projecten: van rivierherstel in de Oostenrijkse Donau tot duurzaam bosbeheer in Congo en habitatherstel van de grijskruinbabbelaar in Australië.

Wie wil laten zien dat het zin heeft om te investeren in natuurbehoud, kan dat het allerbeste bewijzen door de uitkomsten in zo’n gebied gedurende langere tijd te monitoren, en te vergelijken met een locatie waar diezelfde maatregelen niet genomen zijn. Dat is precies wat de conclusie van dit internationale team van wetenschappers overtuigend maakt: alleen studies die voldoen aan deze standaard, werden meegenomen.

Terugdringen van invasieve exoten

De effecten van drie soorten projecten steken boven de rest uit: het terugdringen van invasieve exoten, en het creëren van beschermde natuurgebieden en ecosysteemherstel. In Nederland kan het rivierengebied als een voorbeeld van zo’n succesvol project worden gezien, vertelt Olff.

Zo’n twintig jaar geleden nog, werden de uiterwaarden van de grote rivieren door landbouw gedomineerd, vertelt hij. Dat zijn nu natuurgebieden, er is ruimte gegeven aan natuur en water, door succesvolle inzet van grote grazers en ooibosontwikkeling. “De natuurwaardes in onze uiterwaarden zijn geëxplodeerd. Daar zie je heel duidelijk dat het ingrijpen om natuur terug te brengen supergoed kan werken, en dat op relatief korte termijn.”

Wereldwijd, maar ook in Nederland, wordt regelmatig hardop getwijfeld aan de effectiviteit van natuurbeschermingsprogramma’s, zegt Olff. “Vanuit economische sectoren en in de politiek wordt kritisch naar het beheer van natuurgebieden gekeken.” Een studie als deze laat volgens hem zien hoe belangrijk het is dat wetenschappers vergelijkende studies doen, om de effectiviteit van ingrepen te toetsen.

Verduurzaming van landbouw op Schiermonnikoog

In dat kader maakt hij zich zorgen over de verduurzaming van landbouw op Schiermonnikoog. “De intentie is goed, maar de maatregelen worden niet vergeleken met een ander gebied als controlegroep. Neem een ander eiland, waar je het niet doet, en kijk dan vier jaar later: wat voor effect heeft het gehad? Anders kunnen de resultaten altijd weer onderuit gehaald worden.”

Verder speelt de wetenschap ook een belangrijke rol in vaststellen wat er niét goed werkt. Uit de meta-analyse blijkt namelijk ook dat een vijfde van de programma’s rond natuurbehoud de natuur niet hielp of zelfs een negatief resultaat liet zien. Zo roeide een project met onkruidverdelgers in Amerika ook inheemse planten uit.

Lees ook:

De mens onderschat de invloed van invasieve exoten, en er komen er jaarlijks zeker 200 bij

De mens heeft al 37.000 dier- en plantsoorten over de wereld versleept naar plaatsen waar ze eigenlijk niet voorkomen. Zeker 3500 soorten brengen de volksgezondheid en voedselvoorziening in gevaar, meldt kennisplatform Ipbes. Betere controle en bestrijding helpt.