Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Greenpeace vraagt in kort geding tegen staat over stikstof ‘niet het onmogelijke’, wel het ‘hoogst haalbare’

Greenpeace en de staat troffen elkaar donderdag in een kort geding over snelle reductie van de stikstofuitstoot. Wettelijke doelen worden niet gehaald, benadrukt de milieuorganisatie. De drastische maatregelen die daarvoor nodig zijn acht de staat niet proportioneel.

Andy Palmen (geblokt shirt), de voorzitter van Greenpeace, zoekt een plaats in de rechtbank voor het kort geding tegen de staat over het reduceren van stikstof.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Hoe ver kan en moet de staat gaan om de stikstofneerslag op kwetsbare leefgebieden te reduceren? Dat was de belangrijkste vraag waarover advocaten van Greenpeace en de staat donderdag twistten in de rechtbank in Den Haag. Kan de overheid bijvoorbeeld gedwongen worden boeren te onteigenen en andere dwingende maatregelen op te leggen, en wat als zelfs die maatregelen onvoldoende zijn om aan wettelijke doelen en vereisten te voldoen?

Greenpeace spande vorig jaar een bodemprocedure aan, en voegde daar onlangs een kort geding aan toe. In opdracht van Greenpeace hebben ecologen een ‘rode lijst’ opgesteld van zestien habitattypen en drie leefgebieden die onherstelbare schade oplopen als de stikstofneerslag daar niet uiterlijk volgend jaar tot onder de zogeheten kritische depositiewaarde (KDW) is teruggebracht. De milieuorganisatie eist daarom een plan van aanpak om de stikstofneerslag op die gebieden op zeer korte termijn drastisch in te perken.

Over de auteur
Maarten Albers is economieverslaggever van de Volkskrant. Hij schrijft onder meer over landbouw en de voedingsindustrie.

Tijdens de zitting verwezen de advocaten van Greenpeace naar de Europese vogel- en habitatrichtlijn, die voorschrijft dat verslechtering van dergelijke habitats voorkomen moet worden. Daarnaast heeft de Nederlandse regering zelf doelen gesteld: in 2025 moet minstens 40 procent van de stikstofgevoelige natuurgebieden onder de KDW zitten. Dat doel is bij lange na niet in zicht.

Niet genoeg

‘De staat doet simpelweg niet genoeg’, aldus de advocaat van Greenpeace donderdag. Bovendien is het huidige stikstofbeleid - uitkoop van piekbelasters en andere maatregelen gericht op veehouders - niet specifiek gericht op de gebieden op de rode lijst, waarvoor stikstofreductie het meest urgent is. Die kritiek uitte ook het Planbureau voor de Leefomgeving onlangs in een analyse van de stikstofaanpak.

Dat te hoge stikstofneerslag een probleem vormt voor de natuur, stond tijdens de zitting niet ter discussie. Wel in hoeverre de staat gevraagd kan worden daar nog meer tegen te doen dan hij nu al doet. Het is volgens de landsadvocaat ‘feitelijk onmogelijk’ om aan de eis van Greenpeace te voldoen. Uit een berekening van het RIVM blijkt dat zelfs als er in Nederland helemaal geen stikstof meer wordt uitgestoten, de neerslag in een deel van de rode lijstgebieden boven de KDW blijft. Een aanzienlijk deel van de stikstof komt namelijk uit het buitenland overgewaaid.

Onredelijk

De staat vindt het eveneens onredelijk om gehouden te worden aan het wettelijk vastgelegde doel om in 2025 40 procent van de kwetsbare natuurgebieden onder de KDW te krijgen. Daarvoor zouden onder meer alle drieduizend zogeheten piekbelasters uitgekocht moeten worden. Dat zijn voornamelijk veehouders, maar ook 28 industrie- en energiegiganten waaronder Tata Steel en Yara. Bedrijven die bij elkaar tienduizenden werknemers hebben en een miljoen mensen van energie voorzien.

‘Het is duidelijk dat deze bedrijven niet allemaal op korte termijn kunnen worden stilgelegd’, aldus de landsadvocaat. Meermaals benadrukt die dat de gevolgen van hetgeen Greenpeace eist een ‘ontwrichtend’ effect zouden hebben op de samenleving.

Die gevolgen zijn ook een belangrijk punt voor de Stichting Stikstofclaim, die zich namens drieduizend, merendeels intensieve veehouders in de zaak heeft gevoegd. Doel van de procedure is volgens die stichting om ‘de intensieve veehouderij de nek om te draaien’. De advocaat van de stichting trekt rekenmodellen in twijfel en stelt dat een aantal maatregelen dat Greenpeace betitelt als ‘laaghangend fruit’, zoals veehouders uitkopen en meer biologische landbouw, ‘funest’ zijn voor de betrokkenen.

Volgens Greenpeace kiest de staat in het stikstofdossier ‘steeds weer voor sluiproutes’ en schuift hij de noodzakelijke maatregelen continu voor zich uit, ‘totdat er niets verder te redden valt’. Ook de milieuorganisatie lijkt zich echter te realiseren dat de gestelde eisen vergaande gevolgen hebben. Haar advocaten zwakken de eis tijdens hun betoog af: de overheid moet een zo groot mogelijk deel van de rode lijstgebieden onder de KDW krijgen.

‘Greenpeace vraagt kortom niet het onmogelijke’, stelt de advocaat, maar wel ‘het hoogst haalbare’. De rechter doet begin juni uitspraak.