Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Praktijkonderwijs en vmbo kampen met forse daling leerlingenaantallen, doorstroomtoets lijkt oorzaak

Er zijn sterke aanwijzingen dat de nieuwe doorstroomtoets in groep 8, die de kansengelijkheid in het onderwijs moet bevorderen, leidt tot een forse daling van het aantal leerlingen dat naar het praktijkonderwijs of het vmbo gaat.

en
Leerlingen van een vmbo-school worden getoetst bij het landelijk praktijkexamen mobiliteit en transport.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Dit blijkt uit een enquête die de Sectorraad Praktijkonderwijs uitvoerde onder de 177 scholen voor praktijkonderwijs in Nederland, en waar de helft op reageerde. Het aantal aanmeldingen van basisschoolleerlingen die naar het eerste jaar doorstromen is gemiddeld met zo’n 15 procent gekelderd. In de grote steden ligt dit aantal een stuk hoger. Zo heeft Rotterdam zo’n 25 procent minder aanmeldingen, Zutphen circa 50 procent en Almere zelfs 70 procent.

De aanzienlijke afname, die ook zichtbaar is in het vmbo, heeft volgens betrokkenen in het onderwijsveld waarschijnlijk te maken met de nieuwe doorstroomtoets in groep 8, die dit jaar in de plaats is gekomen van de eindtoets. Scholen zijn sindsdien verplicht om ‘kansrijk’ te adviseren: ze moeten het advies van de leerkracht naar boven toe bijstellen als de resultaten van de doorstroomtoets hiertoe aanleiding geven.

Arjen Daelmans, voorzitter van Stichting Platforms vmbo, vindt het een zorgelijke ontwikkeling dat het aantal aanmeldingen op vmbo-scholen dit jaar drastisch daalt. ‘Op sommige scholen zelfs met 50 procent’, zegt hij. ‘Van mijn collega’s van de havo-afdeling hoor ik juist dat zij meer aanmeldingen krijgen.’

Nicole Teeuwen, voorzitter van de Sectorraad Praktijkonderwijs, vreest dat veel kinderen hierdoor op een verkeerd niveau terechtkomen. ‘We zien nu dat kinderen met een IQ van 60 naar het vmbo worden gestuurd’, zegt ze. ‘Van hen kunnen wij op onze vingers natellen dat die terugkeren naar het praktijkonderwijs, maar dan wel met een of twee jaar vertraging en een faalervaring rijker. Dat is funest voor hun zelfvertrouwen en motivatie.’

Goedbedoeld

Dealmans en Teeuwen verwijzen naar een eerdere ‘goedbedoelde’ kabinetsmaatregel rondom kansrijk adviseren, die in de praktijk negatief uitpakte. In maart 2021, midden in coronatijd, raadde de voormalige minister van Onderwijs Arie Slob scholen aan om adviezen ‘naar boven toe’ bij te stellen, om leerlingen uit groep 8 te compenseren voor de onderwijstijd die ze tijdens de pandemie hadden gemist.

Het effect daarvan is terug te zien in cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO): het aantal leerlingen dat overstapte naar een ‘lager’ niveau nam zowel op de havo als het vmbo significant toe. Van vmbo naar praktijkonderwijs steeg het aantal overstappers zelfs met een kwart ten opzichte van 2018.

De vrees bestaat nu dat eenzelfde soort effect optreedt als gevolg van de doorstroomtoets. Eerder plaatsten schooldirecteuren in de Volkskrant al hun vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de toets, omdat zij in veel gevallen zagen dat leerlingen een hoger advies kregen dan op basis van de inschatting van de leerkracht.

Het College voor Toetsen en Examens (CvTE), dat dit jaar voor het eerst verantwoordelijk is voor de kwaliteit en normering van de doorstroomtoetsen, verwacht pas in september conclusies te kunnen trekken over de resultaten. De kinderen om wie het gaat, zijn dan al begonnen op hun nieuwe middelbare school.

Twee kanten

Volgens Stan Termeer, woordvoerder van de VO-raad, die de belangen van middelbare scholen behartigt, is het goed dat er maatregelen worden genomen om de kansengelijkheid te bevorderen, omdat uit onderzoek is gebleken dat een groep leerlingen structureel een te laag advies kreeg. ‘Maar het lijkt er nu op dat die aanpassingen voor sommige leerlingen en scholen verkeerd uitpakken’, zegt hij.

Dit leidt ook tot praktische problemen: ‘Als een school opeens 10 procent minder aanmeldingen krijgt, zal er personeel ontslagen moeten worden, dat vervolgens weer ergens vandaan gehaald moet worden als inderdaad blijkt dat leerlingen na een of twee jaar terugkeren.’

Het ministerie van Onderwijs herkent de signalen, zegt een woordvoerder. Maar het is volgens haar nog te vroeg om te concluderen dat leerlingen na de zomer ten onrechte op het verkeerde niveau starten. ‘We monitoren dit goed.’

Het ministerie staat nog altijd achter de nieuwe regels om de kansengelijkheid in het onderwijs te bevorderen. ‘We weten ook dat veel leerlingen hogere verwachtingen juist waarmaken.’